Van Amsterdam naar Ooijpolder: de Timmertuin helpt het liefst mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt |
|
|
|
|
 |
| 208 sec |
'Van de subsidies die ik ontvang, ga ik kleding kopen met de jongen die ik nu begeleid'
Een hele cultuurschok, vond Kasper Steenhorst zijn verhuizing van Amsterdam naar Ooij. Eerst door de rust en het verschil in mensen. Daarna toen hij erachter kwam hoe weinig hoveniers er in Amsterdam zijn en hoeveel in de regio Nijmegen. Maar voordat hij daar achter kwam, begon zijn loopbaan in de kinderopvang.
Met een voorliefde voor natuur, meubels maken en zijn achtergrond in de kinderopvang, rolt Steenhorst zo'n zeven jaar geleden naar eigen zeggen per toeval de hovenierssector in. 'Toen ik de meubelvakschool in 2002 afrondde, wilde ik bij een dagbesteding werken,' trapt Steenhorst af. 'Maar daar kon ik niet meteen terecht, en toen ben ik via via bij de kinderopvang terechtgekomen.' Na zestien jaar in deze sector te hebben gewerkt, beginnen de van nature groene vingers van Steenhorst te kriebelen en begint hij uiteindelijk zijn eigen hoveniersbedrijf: de Timmertuin.
Een helpende hand bieden
Met de start van zijn eigen bedrijf wordt Steenhorst niet alleen ondernemer, maar ook meteen begeleider. De Timmertuin biedt in samenwerking met Op Weg naar Werk een dagbestedingstraject aan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de zeven jaar dat de ras-Amsterdammer zichzelf hovenier mag noemen, heeft hij ook zeven mensen begeleid. Hij geniet ervan om de jongens wat te leren over het groen, maar ziet ook hoe ze ervan opknappen. 'Wat ik vooral leuk vind, is om ze iets te leren,' legt hij uit. 'Een van die jongens ging van de hele dag binnen zitten en met een bleek gezicht jointjes roken, naar zijn eigen baan en van het begeleid wonen af. Dat is gewoon vet.' Bij Op Weg naar Werk kunnen mensen vanaf 18 jaar met een (arbeids)beperking die moeite hebben om werk te vinden, werkplekken en begeleiding zoeken. Bij de Timmertuin komen ze in een warm bad terecht. 'Ik ga twee keer per jaar met ze uit eten,' vertelt Steenhorst. 'Een paar waren zelfs nog nooit uit eten geweest. Veel mensen roepen vaak dat ik er allemaal subsidies en dagbestedingsgeld van krijg; dat klopt. Maar het meeste van dat geld spaar ik op, en dan ga ik één keer per jaar met de jongen die ik nu begeleid kleding voor hem kopen. Dat koopt hij namelijk niet zelf.'
|
|
'Ik heb meer aan jongens met een afstand tot de arbeidsmarkt dan aan personeel'
| |
|
Hecht netwerk
Naast de jongens die Steenhorst begeleidt, werkt hij nauw samen met een zzp'er. Verder heeft hij geen vaste collega's, wat hij graag zo wil houden. 'Ik heb wel goed personeel gehad,' weidt hij uit. 'Maar dat zijn eigenlijk allemaal jongens geweest die ik heb begeleid. Personeel kost heel veel geld, en ik merk gewoon dat ik meer heb aan jongens die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Die willen echt werken.' Wel heeft Steenhorst in de afgelopen jaren iets opgebouwd wat kan compenseren voor het gebrek aan collega's: een hecht netwerk aan partners die elkaar helpen wanneer nodig en zo ook machines aan elkaar uitlenen. 'De meeste machines zijn best wel duur om te kopen, een graafmachine is zo twintigduizend euro. Daarin hebben wij de afspraak met elkaar gemaakt: als iemand het al heeft, koop het dan niet. Masta Landscaping heeft een grotere graafmachine staan dan ik, de ander heeft weer een zwaardere trilplaat.' Ook delen de collega-ondernemers expertise. Zo heeft Steenhorst meer ervaring in het aanleggen van schoolpleinen, maar schakelt hij wel hulp in voor het aanleggen van zwemvijvers. 'Dat netwerk is gaan groeien toen ik net mijn bedrijf had opgestart,' blikt Steenhorst terug. 'Vorig jaar hebben we een hele grote zwemvijver aangelegd. Iedereen werd toen ingevlogen: op een gegeven moment stonden we geloof ik met twintig man die tuin aan te leggen. Dat vond ik heel leuk, en op die manier krijg je wel het personeel bij elkaar.'
|
|
'We hebben allebei een bedrijf met aanwas van klanten en zo meer vrijheid'
| |
|
Houten handen
Het hoveniersbedrijf van Steenhorst heet niet voor niets de Timmertuin. Hij wil namelijk ook duidelijk zijn passie voor het maken van houten constructies in de tuin terug laten komen in zijn onderneming. Dit gaat van overkappingen tot meubels. Om zijn kennis in het meubelmaken te verbreden, heeft Steenhorst een cursus gevolgd bij Ben Law in Engeland. 'Hij maakt roundwood constructions van kastanjepalen, dus allemaal natuurlijke verbindingen maken met rondhout. Dat vond ik echt heel tof, en ik heb daar ook al een paar dingen van kunnen maken.' Het werken met hout komt gelukkig vaak terug in de vele speeltuinen die de Amsterdamse hovenier mag aanleggen. Hier werkt de zzp'er waar hij veel mee samenwerkt, Roel van Roel Natuurlijk, ook vaak aan mee. Samen hebben ze bewust gekozen om hun eigen bedrijf aan te houden. 'We doen echt alles samen eigenlijk, maar we hebben bewust gekozen dat hij niet bij mij in dienst komt. We hebben allebei een bedrijf met aanwas van klanten en zo ook meer vrijheid.'
|
|
'Waarom zou je nieuw materiaal gebruiken als je van alles ziet liggen wat je nog een keer kan gebruiken?'
| |
|
Liever hergebruiken dan kopen
We spreken Steenhorst op de locatie waar hij sinds een paar maanden elke donderdag te vinden is. Op de biologische boerderij De Biesterhof kan Steenhorst zijn andere passie kwijt: het nastreven van een zo ecologisch mogelijke samenleving. Hier is hij bezig met het opzetten van een kwekerij. 'Ik probeer zoveel mogelijk te maken met materiaal dat mensen zelf nog hebben. Dat is ook de visie die ik met de Timmertuin uit wil stralen. Als je allemaal materiaal ziet liggen waar je nog iets van kan maken, waarom zou je dan nieuw materiaal gaan gebruiken? Daarnaast probeer ik alleen met hout te werken wat FSC-keurmerk gekeurd is, en geen geïmpregneerd hout.' Ook zijn klanten probeert Steenhorst hiervan te overtuigen, samen met het bewuster nadenken over wat je in de grond stopt. Vaak wil het wel lukken om mensen daarvan te overtuigen, merkt Steenhorst. 'Ik heb wel eens klanten die een bepaald soort split willen, zoals Parkgoud. Dat is hartstikke mooi, maar dan willen ze er wel worteldoek onder. Dan zeg ik: waarom moet er worteldoek onder? We graven het helemaal af en er is in de wijde omtrek geen gras te zien, dus het heeft helemaal geen nut. Daarnaast is het een microvezel; als het stuk gaat, komen die plastic deeltjes ook weer in de grond.'
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|