Epimedium: elfachtig mooi, maar bescheiden |
|
|
|
|
| 331 sec |
Top 10 elfenbloem of Epimedium
Na een aantal toptieners bespreken we deze keer een minder 'aanwezig' geslacht. Géén grote opvallende bloemen, maar tere, fijne bloemetjes, die ofwel subtiel boven het blad uitsteken of zelfs verscholen zitten tussen het blad. Géén zonaanbidders, maar planten die halfschaduw of zelfs volle schaduw verkiezen, ook onder droge omstandigheden. Laten we de toppers van dit sprookjesachtige geslacht, de elfenbloem eens onder de loep nemen.
Epimedium x rubrum (foto: Marlien van der Linden) |
Op het eerste gezicht is het onwaarschijnlijk: Epimedium is een volwaardig lid van de Berberis-familie, de Berberidaceae. Het is onvoorstelbaar dat hij nauw verwant is aan Mahonia, Nandina en Berberis. Maar bekijk je de plant goed, dan valt op dat hij ook gele wortels heeft en de opbouw van de bloem hetzelfde is. Er zijn meer vaste planten die tot deze familie behoren, waarvan Podophyllum (voetblad) de bekendste is.
Herkomst
Eigenlijk vind je Epimedium voornamelijk in het Verre Oosten. Vooral in China komen heel wat soorten voor, maar ook in Japan. In China valt het op dat de soorten endemisch zijn (uniek voorkomen in een vrij kleine gebied), vaak in dalen als onderbeplanting. Door de bergruggen die ertussen liggen, is er geen bestuiving mogelijk tussen de soorten en evolueren ze elk op hun eigen wijze. Wij mensen maken ondertussen wel kruisingen waaruit de mooiste cultuurvariëteiten ontstaan.
Kenmerken
Hoe herken je een Epimedium? Allereerst toch wel aan het prachtige blad, zoals op de verschillende foto's is te zien. Vaak ligt er een rode of koperkleurige gloed over het jonge blad, wat extra sierwaarde geeft. Daarnaast heeft het blad een mooie bladrand, gezaagd of getand. Over het algemeen wordt de elfenbloem niet veel hoger dan 30 cm. Het verschilt per cultivar of de bloem er wel of niet bovenuit steekt. Verder staat het blad op dunne, maar taaie steeltjes. Die stelen komen, ook weer afhankelijk van de soort, uit een pol of uit de worteluitlopers, de rizomen. Daardoor zullen ze zich ofwel als individuele planten ontwikkelen of als bodembedekker. Sommige zijn bladhoudend, andere bladverliezend, maar voor beide geldt dat het handig is om vroeg in het voorjaar het oude blad weg te knippen, zodat de bloemstengels zich goed in het zicht kunnen ontwikkelen en de plant in april/mei tot bloei zal komen. Niet in of vlak vóór een vorstperiode knippen, want het oude blad geeft natuurlijk ook bescherming tegen de kou. De bloem is met haar unieke vorm steeds opgebouwd uit vier delen, zowel de kelk, de kroon als de meeldraden, wat de bloem een luchtige uitstraling geeft. De plant groeit langzaam voor een vaste plant. Het kost vaak een jaar langer dan bij de gemiddelde vaste plant om een verkoopbare plant te kweken. Dat verklaart meteen de hogere aanschafprijs, maar die weegt makkelijk op tegen de mogelijkheden die Epimedium biedt in de tuin.
|
Verder staat het blad op dunne, maar taaie steeltjes. Die stelen komen, ook weer afhankelijk van de soort, uit een pol of uit de worteluitlopers, de rizomen
| |
|
Toepassing
Als tuinontwerper of hovenier ben je erg blij met planten met deze sierwaarde die het goed doen in de schaduw. In ons Nederlandse sortiment is daar toch minder keuze in. Daarom móét je in zo'n situatie Epimedium gebruiken. Vaak kunnen ze ook behoorlijk goed tegen droogte, zeker als ze in de buurt van een jonge boom staan waarmee ze gebroederlijk kunnenop groeien. In combinatie met andere bladplanten zoals Hosta, Brunnera en Dicentra geven ze een frisse bladkleur. Ze gedijen het best in humeuze grond, zowel in veen als in zandgrond gemengd met organische stof, maar lichte klei kunnen ze ook prima aan. Van polvormende soorten zijn negen tot elf planten per vierkante meter nodig. Met bodembedekkende soorten lukt het wel met zeven per vierkante meter.
Mobium
In principe hebben gezonde planten geen last van aantastingen. Zeker niet als ze in de volle grond zijn gekweekt, want daar houdt Epimedium meer van dan in pot. Veel kwekers zetten ze daarom alleen het laatste jaar in een pot. Bij overjarige planten is de kans aanwezig dat de larve van de taxuskever, ook wel mobium genoemd, een aanslag op de wortels doet. Het kan ook zijn dat hij met andere planten is meegelift en vervolgens naar Epimedium overgelopen. Verder kan er weleens wat luis in komen, maar die regent er vanzelf weer uit.
De top 10
Er zijn de laatste decennia werkelijk tientallen nieuwe soorten ontdekt en kruisingen en selecties gemaakt, maar voor welke ga je nu echt door de knieën? Naast mijn eigen bevindingen hebben twee gepassioneerde Epimedium-kwekers mij geholpen de top 10 samen te stellen.
| Epimedium grandiflorum (foto: [LINK GIP 5498]Rijnbeek Vaste planten[/LINK], Boskoop) |
|
|
1 Epimedium grandiflorum
Om te beginnen een Aziaat, die algemeen voorkomt in China, Japan en Korea. Al in1830 heeft Von Siebold hem naar Nederland meegenomen. De gezaaide grandiflorum is helder wit en een betrouwbare bloeier. Er zijn verschillende cultivars die een andere bloemkleur hebben, maar deze natuurlijke vorm doet daar zeker niet voor onder. Waarom ingewikkeld doen als het ook eenvoudig kan? Het drietallige blad, dat in de winter afsterft, heeft bij het uitlopen in het voorjaar een paarsrode gloed. Hij groeit polvormig; daarom zijn er wel negen à elf stuks per vierkante meter nodig. Doordat het blad afsterft, zie je de bloemsteeltjes met hun lange sporen aan de kroonblaadjes duidelijk zitten. Het blad volgt na de bloei.
| Epimedium grandiflorum 'Lilafee' (foto: Marlien van der Linden) |
|
|
2 Epimedium grandiflorum 'Lilafee'
Eén van de vele cultivars van grandiflorum in een lila tint - dat zal geen verrassing zijn. Al jaren op de markt en in het midden van de vorige eeuw geïntroduceerd door de Duitse kweker Ernst Pagels. Dat 'Lilafee' nog nooit verdrongen is door andere cultivars, zegt iets over de gebruikswaarde van deze plant. Bloeit net als de soort in april en mei, afhankelijk van hoe de winter is verlopen.
| Epimedium x peralchicum 'Fröhnleiten' (foto: Marlien van der Linden) |
|
|
3 Epimedium x perralchicum 'Frohnleiten'
Het x-teken verraadt dat deze cultivar een kruising is. In dit geval komen beide ouders uit het zuidoosten van Europa. Die zijn droogtetoleranter dan de Aziatische soorten. Bovendien is deze hybride wintergroen en maakt hij duidelijke ondergrondse wortelstokken, die ervoor zorgen dat het een dicht tapijt wordt. De planten kunnen jaren op dezelfde plek blijven staan. Ze bloeien zachtgeel aan de buitenkant van de bloem met een warmgeel hart, nét boven het blad uit. Dit zorgt voor een vrolijk kleurtje in een schaduwhoek. Het koperkleurige uitlopende blad geeft een bijzonder accent.
| Epimedium pinnatum ssp. colchicum (foto: Marlien van der Linden) |
|
|
4 Epimedium pinnatum ssp. colchicum
Ook hier weer een wintergroene soort. Op de foto steken de heldergele bloemen met ovale kroonblaadjes duidelijk boven de grond uit. Hier is het blad in het vroege voorjaar weggeknipt, want over het algemeen wordt het blad er niet mooier op na de winter. Na de snoeibeurt kun je weer met fris uitlopend blad aan het nieuwe seizoen beginnen.
| Epimedium pubigerum 'Orangekonigin' (foto: Nico Rijnbeek) |
|
|
5 Epimedium pubigerum 'Orangekönigin'
Soms wordt deze cultivar aangeboden als x warleyense 'Orangekönigin', maar het is praktischer als iedereen de Naamlijst Houtige Gewassen en Vaste Planten, uitgegeven door Naktuinbouw, aanhoudt; dat schept duidelijkheid. De schrijfwijze doet niets af aan de fraaie oranje bloeiende bloemetjes die boven het wintergroene blad uit wiebelen. De gele stamper en meeldraden geven een leuk accent. Wanneer het blad de eerste nachtvorst heeft ondergaan, wordt het donker, maar de nerven blijven groen - een leuke toegift.
| Epimedium x rubrum (foto: Rijnbeek Vaste planten, Boskoop) |
|
|
6 Epimedium x rubrum
In een top 10 wil je zoveel mogelijk kleuren hebben, dus ook een roodbloeiende hoort erbij. Misschien wel de sterkste aller elfenbloemen is Epimedium x rubrum. Zowel de jonge bladeren als de bloemen zijn karmijnrood. Hij is bodembedekkend en droogteminnend, met decoratief blad. Over het algemeen blijft deze kruising lager dan de meeste Epimedium-soorten, zo'n 20 tot 25 cm. Geschikt dus voor vakbeplanting onder bomen en grote heesters.
| Epimedium x versicolor 'Sulphureum' (foto: Rijnbeek Vaste planten, Boskoop) |
|
|
7 Epimedium x versicolor 'Sulphureum'
Wat is het verschil met nummer 3, zou je kunnen denken? Weer geel én bladhoudend. Maar in deze kruising zie je dat de 'oostelijke' Epimedium grandiflorum gekruist is met mediterraan bloed, in de vorm van Epimedium pinnatum ssp colchicum. Hij heeft een grotere bloem en meer deelblaadjes aan een stengel. Ik kan me voorstellen dat de knalgele kleur lastig te combineren is, maar zachtgeel combineert altijd. Hij wordt 35 tot wel 40 cm hoog, afhankelijk van de voedingswaarde van de standplaats.
8 Epimedium x warleyense
Een tint donkerder oranje dan Epimedium pubigerum 'Orangekönigin' is E. x warleyense. Het is een unieke kleur in het sortiment. Bovendien is het een sterke plant met rechtopstaande bloemstengels en een bos gezond blad, wat een mooi tapijt vormt in de zomer en de winter. Doordat er gekruist is met Epimedium pinnatum ssp colchicum, is deze hybride droogtetolerant.
| Epimedium 'Amber Queen' (foto: Marlien van der Linden) |
|
|
9 Epimedium 'Amber Queen'
Tot slot twee cultivars die ontstaan zijn door zoveel kruisingen dat de ouders niet meer te herkennen zijn. 'Amber Queen' heeft de prachtige eigenschap de bloemsteeltjes ruim boven het blad te laten uitsteken, waardoor een transparant effect ontstaat. Amberkleurige bloemetjes met lange sporen bungelen elegant naar beneden. Het blad loopt in het voorjaar koperkleurig, geaderd uit en blijft steken op zo'n 15 à 20 cm. Het is langwerpig, waardoor er een bijzondere structuur ontstaat. De bloemstengels steken daarbovenuit, zoals gezegd, tot ongeveer 30 cm. Met een beetje geluk geeft de plant nog wat bloei in het najaar. In de winter sterft hij helemaal af.
10 Epimedium 'Domino'
De tweede cultivar is 'Domino'. Deze bloeit net zo boven het blad uit als nummer 9. De kleurstelling van wit met een naar donkerroze verlopend hart is zeer bijzonder en duidelijk op te merken. Ook heeft hij smal, langwerpig blad met een licht golvende rand, maar donkerder groen met ietwat paars erdoorheen bij het uitlopen in het vroege voorjaar. 'Domino' bloeit van april tot in juni, wat best lang is voor Epimedium.
Incompleet
Nu ik alle soorten zo op een rijtje zie staan, heb ik toch het gevoel dat de lijst helemaal niet compleet is. Daar is een top 10 ook niet voor bedoeld, natuurlijk, maar er zijn nog zoveel andere mooie, sterke, opvallende en bijzondere soorten en cultivars waarvoor je ook door de knieën zou moeten gaan. Om met de woorden van Hans Kramer van de Hessenhof in Ede te spreken: er bestaat geen slechte Epimedium. De selectie is wel zo samengesteld dat de soorten normaal gesproken goed te verkrijgen zijn in de handel. Voor bijzondere 'snoepjes' zul je naar een gespecialiseerde kweker moeten gaan.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|