Nieuw plantenconcept voor meer biodiversiteit |
|
|
|
|
| 165 sec |
Door de vele vragen ontdekte Griffioen Wassenaar een groeiende behoefte aan wilde en inheemse planten. Tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte presenteerde de vasteplantenkwekerij haar nieuwe concept dat aan deze vraag gaat voldoen. 'Veel particulieren vinden veel wilde en inheemse planten minder esthetisch, maar toch... dit concept zorgt wel voor meer biodiversiteit.'
Met het concept Living Landscape wil Griffioen zorgen voor meer biodiversiteit (foto: Griffioen Wassenaar) |
Het sluimerde al een tijdje om een nieuw concept te ontwikkelen, vertelt directeur Stefan Verbunt van Griffioen Wassenaar. 'Ons concept GreentoColour bestaat sinds 2004 en heeft een aantal vaste pijlers, waaronder bodemuitwisseling en extreem kort maaien en mulchen. We kregen echter steeds vaker vragen om ook inheemse planten binnen GreentoColour toe te passen. Van gemeenten en hoveniers kregen we menigmaal de vraag om hoger percentage van wilde en inheemse planten, als manier om de biodiversiteit en de natuur te stimuleren. De trend gaat naar natuurlijke en wildere planten en wij willen onze klanten iets bieden wat hieraan tegemoetkomt.' Binnen het GreentoColour-concept is het toepassen van een hoger percentage wild en inheems slechts in beperkte mate mogelijk. 'We hebben dat concept ontwikkeld om de beheers- en onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden en dat goed uitgedacht. Als we iets aan het concept veranderen, bijvoorbeeld door meer wilde en inheemse planten toe te voegen, dan gaat dat ten koste van het onderhoudsniveau. 10 tot 15 procent wilde en inheemse planten kan nog net in GreentoColour. Maar bij een hoger percentage neemt het onderhoudsniveau toe.' Door de toenemende vraag van gemeenten besloot Griffioen, naast hun vertrouwde concept, dan ook helemaal opnieuw te beginnen. Zo is het nieuwe concept Living Landscape ontstaan. 'Dit nieuwe concept heeft geen enkele link met GreentoColour. We spreken over twee verschillende producten, met elk zijn eigen specificaties,' geeft Verbunt aan. 'Zo vindt de grondvoorbereiding op een andere manier plaats. Bij GreentoColour wisselen we grond uit, terwijl we bij Living Landscape eerst een bodemmonster nemen. Dat monster laten we analyseren, zodat we weten welke planten daar goed gedijen. De analyse is daarmee in belangrijke mate bepalend voor het beplantingsplan. Zo weten we welke planten we wel en welke we beter niet in dat plantvak kunnen aanplanten. We verwachten verschillende beplantingen te gaan toepassen in de verschillende delen van het land, al naar gelang het type grondsoort. Hierdoor wordt Living Landscape nergens hetzelfde. Hoveniers die met ons nieuwe concept aan de slag willen gaan, kunnen rekenen op onze volledige ondersteuning.'
|
'Bij Living Landscape nemen we een bodemmonster dat we laten analyseren, zodat we weten welke planten daar goed gedijen'
| |
|
Structuur
In het beplantingsplan zit ook cultuurvariëteit, vertelt hij. 'Dat is vooral om voor meer structuur te zorgen, met name aan de randen van het plantvak. Daarmee voorkomen we dat mensen tegen een zanderige rand van een plantvak aan kijken. We hebben hiervoor cultuurplanten nodig, omdat wilde en inheemse planten bijvoorbeeld veel minder strooizout tolereren.' Als vergelijking: een plantvak met Living Landscape bestaat voor minimaal 70 en maximaal 90 procent uit wilde en inheemse planten, terwijl GreentoColour uit 10 tot 15 procent wilde en inheemse planten bestaat. Daarnaast wil Verbunt dat het nieuwe concept van Griffioen veel meer living wordt. Dit vereist volgens hem een andere manier van onderhoud, maar nog niet in het eerste jaar. 'Een plantvak moet even de tijd krijgen om zich op een plek te vestigen,' legt hij uit. 'Vanaf het tweede jaar volgt er jaarlijks een consult. Dan gaan we met de gemeente of de klant naar het plantvak kijken en vervolgens willen we de wensen van de gemeente of de klant weten. Willen ze het plantvak loslaten of een deel van het vak strakker blijven onderhouden? Aan de hand van de wensen beslissen we welk type beheer het meest van toepassing is op het plantvak.'
| 'Schoffelen van wilde en inheemse planten vereist een kundige aanpak, omdat de meeste mensen niet altijd de wenselijke kruiden herkennen' (foto: Griffioen Wassenaar) |
|
|
Enthousiasme peilen
Afgelopen september heeft Griffioen Wassenaar het nieuwe concept Living Landscape tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte geïntroduceerd. 'Die beurs vinden we een belangrijk moment, omdat daar veel klanten en geïnteresseerden aanwezig zijn. Daarnaast biedt die beurs voor ons de mogelijkheid om de interesse en het enthousiasme bij hoveniers te peilen.' Ook heeft de vasteplantenkwekerij de beurs aangegrepen om hoveniers te informeren over de uitdagingen van het aanplanten van wilde en inheemse planten. 'Wilde en inheemse planten zijn belangrijk voor de biodiversiteit, maar particuliere klanten vinden ze vaak minder esthetisch. Zo hebben deze planten doorgaans een kortere bloei en storten ze daarna iets sneller in. Ook schoffelen vereist een kundige aanpak, omdat de meeste mensen niet altijd de wenselijke kruiden herkennen. Daar willen we hoveniers over informeren, zodat zij dit aan hun klanten kunnen aan- en meegeven.'
Bijenhotels
Tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte heeft Griffioen ook zijn samenwerking aangekondigd met BeeGrateful. Dit bedrijf plaatst bijenhotels om zogeheten bestuiversvriendelijke omgevingen te creëren. Met de bijenhotels biedt BeeGrateful ook een monitorings- en impactrapportage aan. Door het meten van de bezettingsgraad kan inzicht verkregen worden over de gesteldheid van bestuivers in de desbetreffende omgeving. 'Zo zijn we dus ook in staat het effect aan te tonen van ons nieuwe concept op de hoeveelheid aanwezige bijen,' aldus Stefan Verbunt van Griffioen.
|
| Stefan Verbunt |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|