Het groene Groningse hart van Jan Ubels |
|
|
|
|
| 318 sec |
'Mijn klanten zijn vooral 50-plussers met grote en luxe projecten'
Hoveniersbedrijf Bartelds werd opgericht vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Door onderhoudsklussen in de grote parktuinen van Haren uit te voeren, wist het bedrijf de oorlog door te komen. Het hoveniersbedrijf draagt niet de naam van Jan Ubels; hij heeft het bedrijf namelijk overgenomen van de familie Bartelds, inmiddels al tientallen jaren geleden. Ubels is een enthousiaste ondernemer met passie voor de sector en een groen Gronings hart.
|
Een uitspraak van Ubels die meerdere keren in het gesprek voorbijkomt: 'Steen hoort erbij in een tuin, maar de verhoudingen moeten kloppen: twee derde groen en één derde verharding.' De voorliefde voor groen komt ook tot uiting in zijn vasteplantenkwekerij. Daar staat pontificaal een haagbeuk. Zijn medewerkers zien de boom graag vertrekken, maar Ubels wil er niets van weten. 'Hij staat daar inderdaad heel onhandig, maar dat vind ik niet genoeg reden om hem te kappen.' Ubels komt uit een arbeidersgezin, maar beschikt over een flinke portie ondernemersbloed. De afgelopen jaren heeft hij twee keer een hoveniersbedrijf overgenomen en op dit moment is hij bezig met het bouwen van zijn eigen accukluis. 'De kluizen die nu op de markt zijn, zijn veel te duur voor een gemiddeld hoveniersbedrijf.'
Geschiedenis
Ubels duikt voor vakblad De Hovenier de bedrijfsgeschiedenis is. Ubels: 'Het bedrijf werd in 1939 opgericht door Herman Bartelds, die toentertijd vanuit Den Haag naar het Noorden was getrokken. Hoewel de oorlog uitbrak, waren er in de omgeving nog voldoende werkzaamheden voor het bedrijf. Haren wordt wel het Wassenaar van het Noorden genoemd en die grote parktuinen hadden ook in oorlogstijd onderhoud nodig.' Na de oorlog was er voldoende werk door de wederopbouw en uitbreiding van Groningen. Er bestond nog geen aanbestedingsrecht en Bartelds had een goede handelsrelatie met de toenmalige woningstichting Concordia. Ubels: 'Eigenlijk gingen alle klussen van Concordia één op één naar Bartelds.' Ubels vertelt ons dat het hoveniersbedrijf tot op de dag van vandaag een goede werkrelatie heeft met diezelfde woningstichting. 'In de jaren 70 nam zoon Joost Bartelds het hoveniersbedrijf over en in 1980 begon ik als 16-jarig jongetje in het bedrijf. Ik volgde een opleiding aan de land- tuinbouwschool in Eelde en zocht daarbij nog werk. Het was een combinatie van leren en werken, iets wat tegenwoordig bbl wordt genoemd. Op mijn negentiende was ik vakbekwaam. Toen merkte ik al dat ik anders was dan de andere studenten en medewerkers om mij heen; veel ondernemender, zo kun je het achteraf bestempelen. Zo startte ik op mijn 24ste mijn eigen vasteplantenkwekerij. Eerst alleen op zaterdag. Toen het drukker werd, ging ik een dag minder werken bij Bartelds, zodat ik die dag ook voor mijn kwekerij had. Mijn vrouw Anita werkte al op de administratie bij Bartelds en nam de administratie van de kwekerij erbij. Joost Bartelds voorspelde me al: met een dag extra erbij wordt het probleem alleen maar groter. Dat klopte; na tien jaar liep ik vast, ik moest keuzes maken. Dat was in 1997/1998. Toen kreeg ik van Joost Bartelds de vraag of ik het hoveniersbedrijf wilde overnemen. Ik ben toen naar huis gegaan en zodra ik het Anita vertelde, wist ik het antwoord al: ja, dit moeten we gewoon doen. Uiteindelijk ben ik met Joost Bartelds en Ewoud Zwarts in een vof gestapt. We hebben nog met een artikel in Tuin & Landschap gestaan, over het financieren van een bedrijfsovername zonder bank. Na vijf jaar stapte Joost Bartelds eruit; toen heb ik het nog tien jaar samen met Ewoud Zwarts gedaan voordat hij met pensioen ging.'
Rijdende trein
Het ondernemersbloed zat er dus altijd al in bij Ubels, maar de kickstart was gunstig. 'Als ik dan toch ga ondernemen, spring ik liever op een rijdende trein', aldus Ubels. Toch heeft Ubels nooit afscheid genomen van zijn eigen kwekerij. De vasteplantenkwekerij is gewoon met Ubels meeverhuisd naar het terrein van het hoveniersbedrijf. De combinatie bevalt hem goed. Zo zet hij af en toe hovenierspersoneel in op de kwekerij. Dat was vooral handig toen het hovenierswerk een aantal jaar geleden nog wat grilliger was wat betreft uren. Ubels: 'Dit moet je niet iedereen laten doen, maar sommigen vinden het heel leuk.' Daarnaast is hij met zijn hoveniersbedrijf zelf klant bij de kwekerij. Ubels schat dat hij 20 procent zelf afneemt; de overige 80 procent gaat naar tuincentra. Het hoveniersbedrijf is actief in de particuliere sector en groenvoorziening: 'Ongeveer 60 procent particulier en 40 procent semigrootgroen, zoals woningbouwcorporaties, ziekenhuizen en andere organisaties.' Als ik hem vraag welke werkzaamheden hem het meest liggen, is hij een poosje stil. Uiteindelijk: 'Dat is een gewetensvraag... Ik vind eigenlijk alles wel leuk om te doen. In de particuliere sector is meer geld te verdienen en het groot groen is goed voor de continuïteit van het bedrijf.' Het gesprek brengt ons op de leuke dingen in het werkende leven. Ubels: 'Het organisatorische van deze baan vind ik erg leuk om te doen.'
|
'In de particuliere sector is meer geld te verdienen en het groot groen is goed voor de continuïteit van het bedrijf'
| |
|
Opvolging
Hoewel Ubels nog geen pensioenplannen heeft, is hij met zijn zoon Dennis wel bezig met een overnametraject. 'Dennis heeft aangegeven dat hij wel verder wil met dit bedrijf; daar hebben we nu externe hulp bij ingeroepen. Hij heeft inmiddels een opleiding tot werkvoorbereider afgerond; nu pakken we stap voor stap het management op. Want als je weet hoe ik me de afgelopen jaren heb ontwikkeld en hoe mijn functie is veranderd, zie je dat ik een manager ben geworden. Tegelijkertijd moet hij geen Jan Ubels 2.0 worden; hij moet hierin zijn eigen weg vinden.'
Het Bartelds-gevoel
Het bedrijf is de afgelopen jaren flink gegroeid en heeft nu zo'n 45 man in dienst. Het mag geen verrassing zijn dat ook Ubels last heeft van personeelsschaarste. 'Wij lopen echt tegen de grenzen van ons kunnen aan. We merken heel erg dat je de laatste jaren bijna niet aan goed nieuw personeel kunt komen. Zelfs de spreekwoordelijke 'handjes' zijn er amper. Als reactie hierop nemen wij de laatste twee jaar veel mensen snel in vaste dienst. Een ander voordeel daarvan is dat het verloop in ons bedrijf minimaal is. Sommigen werken hier al 50 jaar. Het voordeel is dat je heel goede ervaren krachten hebt lopen, maar tegelijkertijd zie je dat het bedrijf met mij mee vergrijst. Waarom het verloop bij ons zo laag is? Ik noem dat het Bartelds-gevoel: je zorgt voor elkaar, er is een goede werksfeer, de werkzaamheden zijn afwisselend en de ergonomie is op orde. Kunnen bepaalde werkzaamheden lichter? Dan moet je daarvoor zorgen. Zo waren wij een van de eersten die besloten te gaan werken met de Pellenc-accuheggenscharen. Ja, dat zijn de duurste heggenscharen op de markt, maar het zijn ook de beste. Minder trillingen, minder zwaar, geen stank en je werkt er het snelste mee. Als je zulke dingen op orde hebt voor je personeel, betaalt dat zich uiteindelijk uit.'
|
'Ik noem dat het Bartelds-gevoel: voor elkaar zorgen, goede werksfeer, afwisselende werkzaamheden en de ergonomie op orde'
| |
|
Brandgevaar
Het bedrijf van Ubels huist in een mooie oude Groningse boerderij mét rietdak. Dit is de reden dat Ubels zeer voorzichtig is. 'Er wordt hier op het bedrijf niet meer gerookt en ik trek altijd overal de stekkers uit.' Nieuw is de ontwikkeling van zijn eigen brandkluis voor accu's. De klant-en-klare brandaccu's die Ubels op de markt ziet, zijn volgens hem veel te duur voor een gemiddeld hoveniersbedrijf. 'De brandkluis is nog in ontwikkeling, maar er komt in ieder geval een tijdklok op. Verder wordt de kluis zoveel mogelijk luchtdicht gemaakt. Accu's vliegen vaak niet direct in brand, maar beginnen eerst te roken. Zolang daar geen zuurstof bij komt, kan er door de hitte geen vuur ontstaan.'
Onderwijs
Ubels is ook actief als bestuurslid bij Tri. 'Ik vind dat je als sector moet inzetten op goede scholing; dat helpt de professionaliteit van onze sector. De aanwas vanuit het onderwijs is nu minder, maar ik denk dat dit over een tijdje weer gaat kantelen. De vraag naar onze vakkennis is immers ongekend groot.' Ubels vertelt dat hij in al zijn werkzame jaren nog nooit zulke wachttijden heeft meegemaakt. 'Wij merken nog niets van de stijgende prijzen en het dalende consumentenvertrouwen. Misschien heeft dit deels te maken met mijn soort klant: de 50-plusser die zijn tuin wil omgooien en daar wat geld voor overheeft. Het zijn grotere en luxere tuinen.' Behalve dat hij zich inzet voor het hoveniersonderwijs, is Ubels ook betrokken bij een zorgbedrijf in de buurt. Cliënten daarvan werken een korte dag in de week mee op de kwekerij van Ubels. 'Meestal komen ze rond een uur of tien en dan helpen ze tot drie uur mee met kleine klusjes op de vasteplantenkwekerij. Ik weet inmiddels redelijk wie ik ben en waar ik sta als ondernemer, en ik vind het leuk om zo ook iets bij te dragen.'
Brancheorganisatie
Het gesprek brengt ons op de twee VHG-oorkondes die aan de muur hangen. Ubels vertelt dat hij een daarvan lang geleden van Bert Gijsbers heeft ontvangen, als lid van verdienste van de branchevereniging. Door de familie Bartelds had Ubels altijd veel contacten met deze vereniging. 'Joost Bartelds was een fanatiek VHG-lid en zijn vader ook. Ik vind het ook belangrijk om een branchevereniging te steunen. Je hoort er de laatste tijd weleens negatieve verhalen over, maar ik vind dat je collegiaal moet zijn en er positief naar moet kijken. Want de groensector is geen makkelijke branche; wil je hierin een boterham verdienen, dan moet je je zaken goed regelen. Een branchevereniging helpt hierbij. Daarbij raad ik ondernemers aan om altijd in beweging te blijven. Dat doen wij ook.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|