'Met goed ontwerpwerk kunnen hoveniers het verschil maken' |
|
|
|
Linde Kruese,
woensdag 4 september 2019 |
|
| 222 sec |
Slechts tien procent van de Ontwerpacademie-studenten is hovenier. Dat moet anders, vindt Dolf Houtman.
Eerder dit jaar verhuisde de Ontwerpacademie van Capelle aan den IJssel naar Boskoop. De opleider van tuinontwerpers groeide in Capelle uit zijn voegen. Volgens Dolf Houtman, directeur van de onderwijsinstelling, zou er vanuit dit nieuwe onderkomen weleens een nieuw tijdperk kunnen aanbreken. Dat zou niet zo gek zijn, want de Ontwerpacademie is volop in ontwikkeling.
|
Met de groei is het de afgelopen jaren hard gegaan. In 2015 begon de Ontwerpacademie met de opleiding tuinarchitectuur. In dat jaar meldden vier studenten zich aan; in 2018 waren het er 66. Om die reden is de Ontwerpacademie in april verhuisd naar een nieuw opgeleverd kantoorpand in Boskoop. Al werd in eerste instantie getwijfeld over de locatie, vertelt Houtman. 'We vroegen ons af of Boskoop niet een beetje vergane glorie is. Maar toen hebben we de situatie "omgedacht". We werken namelijk al samen met Greenlink en andere partijen in Boskoop, dus het is logisch om ons hier te settelen, in het groene exportcentrum van Nederland. We hadden hier al contacten en de mensen ontvangen ons met open armen. We werken graag samen om Boskoop weer op de kaart te zetten.' Het nieuwe pand is nog volop in verbouwing. De planning is dat de hele verbouwing na de zomervakantie klaar is. Houtman: 'Het is een heel mooie ruimte; we hebben twee verdiepingen van in totaal 200 m2 tot onze beschikking. Op de benedenverdieping komt een ontwerpatelier, waar ook ontwerpbureau Hollands Zwartbond zich zal vestigen. Door samen te werken met het ontwerpbureau, maken we de slag naar de praktijk. We zijn twee aparte bedrijven, maar juist het samenwerken van onze studenten met bedrijven maakt deel uit van onze onderwijsfilosofie.'
Echte opdrachtgevers, echte mensen
Die onderwijsfilosofie houdt in dat de kennis en vaardigheden die de studenten opdoen, worden verweven met de praktijk. Zo is de Ontwerpacademie bezig met het opzetten van stageprojecten waarbij particulieren een aanvraag kunnen doen voor een ontwerp dat vervolgens door studenten wordt uitgevoerd. 'Studenten worden op basis van hun eigen leervraag gekoppeld aan een bepaalde opdracht. Dat is de taak van onze stagebegeleider. Hij begeleidt de stagiairs een op een', legt Houtman uit. Ook het tijdstip waarop een student begint aan een stageopdracht, is afhankelijk van hem of haar zelf. 'De studenten kunnen aangeven wanneer ze behoefte hebben aan een opdracht in de praktijk. Soms gebeurt dit ook op aanraden van een docent. Het is een groot succes, omdat de opdrachten helemaal echt zijn. De studenten krijgen te maken met echte opdrachtgevers, echte mensen. Daarbij lopen ze ook tegen allerlei dingen aan. Zo worden ze soms onder druk gezet door de opdrachtgever om een opdracht sneller af te ronden. Daar moeten ze mee leren omgaan.'
Per blok instromen
De stage is een onderdeel van de opleiding tuinarchitectuur. De duur van de opleiding ligt tussen de acht en negen maanden, afhankelijk van de startperiode. Houtman: 'We bieden avondlessen aan via een carrouselsysteem. Het curriculum is opgedeeld in blokken, die weer bestaan uit een aantal modules. Per blok is het mogelijk om in te stromen. Dat kan bij het blok Groen, maar ook bij Compositie of Visualisatie. De blokken zijn zodanig ingericht dat ze op zichzelf staan. Ze zijn dus in elke volgorde te volgen.' In welk blok je ook instroomt, één ding is zeker: je bent altijd bezig met ontwerpen. 'De ene keer doe je dat vanuit de compositie, dan weer vanuit het groen.' Na afronding van de opleiding ontvangen de studenten een tuinontwerpersdiploma. Het niveau is te vergelijken met dat van een hbo-opleiding.
Wandelende sponzen
Volgens Houtman komen de meeste van zijn studenten niet uit het groenvak. 'Het zijn vaak carrièreswitchers, hoogopgeleide mensen. Er zit van alles tussen, van huisarts en advocaat tot grafisch kunstenaar. Wij horen vaak als motivatie om over te stappen: "Ik heb altijd al wat gehad met groen en tuinen." Door omstandigheden maken ze de overstap pas op latere leeftijd.' Wat de overstappers met elkaar gemeen hebben, is dat ze enorm gemotiveerd zijn. 'Het zijn net wandelende sponzen, een heel fijne doelgroep. Ze komen overal vandaan, zelfs uit België. Leuk om te vertellen: we mogen binnenkort voor het eerst ook pas geslaagde havisten verwelkomen.' Een doelgroep die nog onderbelicht is in dit artikel is de hovenier. Op dit moment is ongeveer tien procent van de studenten hovenier. Houtman heeft daar wel een verklaring voor. 'Hoveniers zijn heel praktisch ingesteld, getraind in het praktisch invullen van een tuin. Daar komt een terras, daar een vijver en daar een pad. Materialenkennis en de handigheid om het te maken zijn bij hoveniers over het algemeen in voldoende mate aanwezig. Waar wij onze deelnemers en dus ook de hoveniers in trainen, is de kwaliteit van de plek onderzoeken en duiden met een ruimtelijk compositie. Als je de ontwerpvraag voor een tuin op die manier benadert, zul je merken dat de oplossing authentieker is. Het zegt iets over de gebruikers, de plek en de context. Op deze manier blijft het ontwerpwerk interessant, omdat je niet zo snel in clichébeelden blijft hangen. Ontwerpende hoveniers die er op deze manier in staan, maken het verschil. In die zin kan het een krachtig verkoopmiddel zijn.' Houtman denkt erover om voor praktisch ingestelde hoveniers een praktische opleidingsvariant te ontwikkelen, een opleiding waarbij ze direct aan de slag gaan met ontwerpen op basis van echte casussen.
Plantenkennis weggezakt
Een andere opleiding die veel toevoegt voor hoveniers, is plantenkennis. Bij deze losstaande opleiding gaat het om het kennen en herkennen van planten. Houtman signaleert in de praktijk dat de plantenkennis is weggezakt. 'Mbo's krijgen te maken met veranderende regelgeving, waardoor de inhoud van de opleidingen enorm is afgebrokkeld. In die zin stappen we in een gat. Hoveniersbedrijven sturen hun werknemers naar de Ontwerpacademie om hun kennis bij te spijkeren, al mag dat zeker nog meer worden.' Ook voor architecten is deze opleiding interessant, aangezien zij getraind zijn in conceptontwikkeling. Voor hen is het in eerste instantie niet belangrijk om een plant te kennen; ze kijken naar de grootte en de vorm die een plant moet hebben. Daarna wordt pas nagedacht over welke soort daarbij past. 'Ontwerpers zeggen: de boom moet een losse kroon hebben, je moet erdoorheen kunnen kijken en het zonlicht moet erin spelen. Dat is het belangrijkste. Ontwerpers kijken eest naar de esthetische kant en dan pas naar de ecologische aspecten, zoals biodiversiteit. Het ecologisch denken moet verder ontwikkeld worden. Ook in de opleidingen zou hier meer aandacht aan besteed moeten worden.'
Aan toekomstplannen heeft Dolf Houtman geen gebrek. Hij ziet een dynamische toekomst voor zich waarin studenten en ontwerpers elkaar ontmoeten en het gesprek aangaan. 'Dat is nu nog kleinschalig, maar als het doorgroeit zoals nu, sluit ik niet uit dat we in de toekomst een platform worden dat groenprofessionals verbindt.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|