Hoe strakker de tuin, hoe dwingender het onderhoud |
|
|
|
Heidi Peters,
maandag 27 mei 2019 |
|
| 508 sec |
Een natuurlijke tuin kost minder en levert meer op, op allerlei gebieden
Strakke paden, vierkante waterpartijen, in het gelid gesnoeide struiken en heggen en loodrecht en waterpas geplaatste schuttingdelen. We kennen ze allemaal en waarschijnlijk maken we ze ook allemaal. Het strakke en vierkante met veel steen komt veelal voort uit de behoefte aan een onderhoudsarme tuin. Maar is zo'n tuin wel zo tijdsbesparend? Volgens groenvisionair en tuin- en landschapsontwerper Nico Wissing is dat absoluut niet het geval. 'Alles wat strak en clean wordt aangelegd, moet ook strak onderhouden worden. Dat kost tijd en er is weinig om van te genieten. Hoe natuurlijker de tuin, hoe meer er te beleven valt en hoe minder werk het is om alles binnen de perken te houden.'
Lageschaar Prairie Garden Spinel-mengsel |
Genieten van gazon
Maaien, verticuteren, klaver bestrijden, weer maaien, kantjes knippen, afsteken voor een rechte rand en weer maaien, zo vat Nico het onderhoud van een strak gazon samen. 'Terwijl er een prachtig alternatief is: een groen bloeiend grasmatje met bijvoorbeeld margrieten, boterbloemen, sint-janskruid, paardenbloem, ereprijs en madelief, dat je twee keer per jaar maait. De tuin wordt rijker, er is het hele jaar ontzettend veel te zien, er komen meer en andere beestjes, dus meer diversiteit. Minder werk en meer genieten.'
'Het is zo jammer wat je ziet gebeuren met al dat groen in strakke lijnen. Een meidoorn- of andere haag die strak wordt gehouden, krijgt geen bloemen, ontwikkelt geen geur doordat hij niet in bloei komt te staan, krijgt geen besjes. Wij experimenteren met wildgras en planten daar bloembollen in. Het is leuker, goedkoper, vraagt minder water en is uiteindelijk een stuk minder werk.'
Ditzelfde geldt ook voor los groeiende planten die de ruimte krijgen. Als paadjes en borders organisch mogen zijn en natuurlijk mogen groeien en bloeien, vragen ze minder snoei- en onderhoudswerkzaamheden. De beestjes, het plezier voor de kinderen, de grotere biodiversiteit, dat is allemaal bijvangst, die je zomaar krijgt bij de keuze voor een natuurlijke tuin. Volgens Nico geeft een natuurlijke, ecologische inrichting ook rust.
Proeftuin in de Achterhoek
Nico Wissing begon zijn groene carrière met een groenopleiding en studeerde daarna door. Als tuin- en landschapsontwerper ontving hij vele prijzen en awards. In 2010 werd hij verkozen tot 'World's best designer' voor zijn ontwerp van de Vredestuin voor de Gardening World Cup in Nagasaki. Samen met Lodewijk Hoekstra won hij tijdens de Floriade 2012 goud voor het themaveld Green Engine en brons voor hun duurzame tuin. Daarna volgden nog diverse titels. In 2018 werd hij geridderd voor zijn inzet om de Achterhoek op de kaart te zetten en zijn droom om een inclusieve samenleving in balans met de natuur te realiseren. Nico houdt ook al twintig jaar lezingen voor studenten, uiteenlopend van vmbo-scholen tot universiteiten. Hij woont in en werkt vanuit Megchelen in de Achterhoek, waar hij een grote tuin heeft, waarin hij graag van alles uitprobeert. 'Zelf heb ik de nodige cursussen gevolgd, maar vond daar niet wat ik zocht. Dus het meeste heb ik zelf getest en onderzocht en mezelf aangeleerd, vanuit de passie en overtuiging dat groen goed is voor ons.'
|
'Kunstgras is de dood in de pot voor ons vak. En voor de natuur'
| |
|
| Groenvisionair Nico Wissing |
|
|
Afval is geen afval
Nico: 'Mensen zouden eens wat creatiever moeten denken. Heb je een boom of struik gesnoeid, gooi het snoeisel dan niet in de kliko, maar rol het op, maak er rillen van of leg het in de hoek van je tuin. Er komen allerlei beestjes op af. Laat er weer iets op groeien. Dan gebéurt er iets in die tuin. Er ontstaat meer biodiversiteit, het is milieubestendiger. En wat heel belangrijk is: wie dat doet, kweekt bewustzijn van milieu en klimaat. Ook voor kinderen is dit veel leuker dan zo'n plastic speeltoestel op een kunstgrasvloer. Ze kunnen ontdekken, klauteren, met waterstroompjes aan de slag gaan. Kunstgras is sowieso de dood in de pot voor ons vak. Hoveniers hebben hier een rol in. Zij kunnen mensen op ideeën brengen en inspireren.'
'Ik zie dat met name de jongere generatie wel openstaat voor een natuurlijkere houding, minder strak en aangeharkt. Dan heb ik het over zowel de klant als de hovenier. Ouderen zijn vaker opgegroeid met strak en aangeharkt. Maar ik zie dat er langzaam een beweging komt naar meer natuurlijke tuinen, zowel bij consumenten als leerling-hoveniers. De strakkevormgedachte wordt ook wel erg gepropageerd op de opleidingen. Soms lijkt het wel of hoveniers in spe worden opgeleid tot stratenmaker en schuttingzetter. De plantenkennis blijft helaas vaak achter.'
Stukje terras is niet verkeerd
Mensen die hun tuinstoel toch op een stevige ondergrond willen zetten, adviseert hij hiervoor halfverharding te gebruiken. Gebonden leemmateriaal dat weinig onkruid oplevert, dat hard wordt, maar wel water doorlaat. 'Een stukje terras is heus niet verkeerd. Maar 80 procent steen en 20 procent plant in de tuin, dat is niet goed. Vervang de schutting eens door een al dan niet bloeiende haag. Je krijgt al een veel natuurlijker beeld. Operatie Steenbreek, waar veel gemeenten aan meedoen, is heel belangrijk en zorgt al voor een verschuiving naar minder steen in de tuinen.'
|
'Heb je wel in de gaten wat groen met je doet?'
| |
|
Groen geeft!
Met NL Greenlabel inspireren en verbinden Nico Wissing en Lodewijk Hoekstra mensen die duurzame keuzes willen maken bij de inrichting van bijvoorbeeld tuinen, parken, bedrijventerreinen en woonwijken. Ze adviseren ook en maken meetbaar hoe duurzaam een keuze nu eigenlijk is.
'Heb je wel in de gaten wat groen met je doet?', vraagt Nico, om vervolgens zelf het antwoord te geven: 'Groen brengt schaduw, groen verkoelt, groen zorgt dat er meer vocht is en dus minder droogte. Waar meer groen is, is minder vandalisme, de biodiversiteit blijft intact en zo kan ik nog wel even doorgaan. Groen heeft een positieve invloed op je algehele gevoel van welbevinden.'
Opdracht voor hovenier
'Hoveniers zijn zich er niet van bewust hoe groot hun rol zal worden in de toekomst. Wat de consument kan doen in zijn achtertuin om Moeder Aarde niet verder te belasten, daar heeft hij of zij invloed op. Zit je vooral in het onderhoud van openbaar groen, wijs de gemeente dan eens op het idee van een pluktuin of vertel het verhaal van de doodskisttuin waar het geheel aan leven ontbreekt omdat bestrating en schutting er domineren. Daar wil je niet aan meedoen. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je móet met planten aan de slag! Daar wordt alles en iedereen beter van. Én het geeft minder onderhoud!'
Het hele jaar kleurrijke borders Lageschaar Vaste Planten uit Aalten ontwikkelde drie onderhoudsvriendelijke beplantingsconcepten waarvan het hele jaar door te genieten is, ook in de winter. Alleen in het vroege voorjaar, wanneer alles is afgemaaid, is het even wat rustiger in de border.
|
Deze beplantingen kunnen in principe in elke buitenruimte toegepast worden. Ze zijn volgens Lageschaar geschikt voor zowel de particuliere tuin als zakelijk groen en openbare ruimtes. De concepten kunnen op maat samengesteld worden, maar om de hovenier werk uit handen te nemen, kan er ook gekozen worden voor kant-en-klare mengsels waarbij het beplantingsplan dus al gemaakt is. Op basis van een checklist met zaken als grondsoort, standplaats, omgeving, gewenste kleur en hoogte, kan de afnemer kiezen uit ruim dertig vasteplantencombinaties (dus geen zaadmengsels). De planten van Lageschaar zijn op een duurzame wijze gekweekt en voorzien van diverse certificeringen. Daarnaast zijn de concepten ontwikkeld om de biodiversiteit te versterken, zodat mens én dier optimaal kunnen genieten van de mooie kleuren en geuren. Lageschaar levert soortecht.
Tekst loopt verder onder de afbeelding
| DuPont Plantex Pro-doek van RootBarrier |
|
|
Onkruiddoeken voor elke situatie King RootBarrier levert onkruiddoeken. Deze onkruiddoeken zijn niet geweven, maar worden gemaakt van dikkere of dunnere kunststofdraadjes - afhankelijk van de soort doek die je kiest -, die op een plaat worden gelegd en door verwarming met elkaar versmelten, waardoor een sterk doek ontstaat. Lucht, water en voedingsstoffen gaan er gewoon doorheen, maar wortels krijgen er geen vat op. Het doek is vrij van chemicaliën, recyclebaar en snel en eenvoudig te plaatsen. Door de structuur van het doek is dit eenvoudig op maat te knippen, zonder te rafelen. De onkruiddoeken zijn er in verschillende kwaliteiten: - Plantex® Pro is een zwart thermisch gebonden onkruiddoek, gemaakt van 100% polypropyleen. Dit doek wordt geadviseerd voor het lichtere werk, bijvoorbeeld voor paden, verharde gebieden en onder een houten terras. - Plantex® Gold is een extra sterk en langdurig bestendig onkruiddoek tegen hardnekkig onkruid, zoals akkerwinde, heermoes en paardenbloem, en dat zonder chemicaliën. Het bruin-zwarte doek laat lucht, water en voedingsstoffen door, waardoor de bodem en plantenwortels kunnen ademen en gedijen, maar het onkruid wordt tegengehouden. - RootBarrier® BioCovers® is het eerste 100% biodegradeerbare en composteerbare onkruiddoek. Hiermee krijgt onkruid geen kans en komen planten tot volle bloei in tuinen, parken en bermen. Geschikt voor een duurzaam, onkruidvrij landschap. Na drie tot vijf jaar zullen de planten het doek overgroeid hebben, waardoor onkruid geen kans meer krijgt.
|
Tekst loopt verder onder de afbeelding
| Pascalle Lahaye |
|
|
Pascalle Lahay van RootBarrier: 'We merken dat veel consumenten en hoveniers nog geen weet hebben van de verschillende alternatieven die naast bandjesweefsel verkrijgbaar zijn. RootBarrier is druk bezig hierin verandering te brengen door informatie onder hoveniers te verspreiden en de toegevoegde waarde van de Plantex-producten duidelijk te maken. De Plantex-producten dragen bij aan een zorgeloze en onderhoudsvriendelijke tuin, zowel voor de consument als de hovenier.'
Wat is onderhoudsvriendelijk? Dolf Houtman, directeur en oprichter van de OntwerpAcademie en ontwerpbureau HollandsZwartBont: 'Praktisch gezien begint alles in de tuin met nadenken over een plan. Een tuinontwerp, dus. Als iemand een onderhoudsvriendelijke tuin wil, wat bedoelt hij of zij daar dan mee? Voor de een is dat namelijk één uur tuinwerk per maand, voor de ander vier uur per week. Ontwerpers zijn erin getraind om vragen te stellen en de vraag achter de vraag van de particulier helder te krijgen. Soms gaat het vooral om de soort werkzaamheden. Grasmaaien op een zelfrijdende maaier is toch een andere beleving dan hetzelfde aantal vierkante meters maaien met een handmaaier. Tuinontwerpers kijken tijdens het gesprek naar hoe mensen leven, wat zij belangrijk vinden en vooral wat de tuin voor hen betekent. Veel hedendaagse tuinen lijken een verzameling van technische snufjes, zoals de Green Egg, veel te grote loungesets, een overkapping die er vooral 'landelijk' uit moet zien en zich aftekent als een volumineus bouwwerk in een te kleine tuin, met - niet te vergeten - kunstgras!'
|
|
Dolf Houtman: 'Onderhoudsvriendelijkheid is sterk gerelateerd aan je idee van groen'
| |
|
| Dolf Houtman |
|
|
Mindset
'Een andere mindset kan helpen. De hoeveelheid en de soort groen zijn afhankelijk van de manier waarop de bewoner/gebruiker tegen groen aan kijkt, wat zijn of haar beeld is van groen en natuur. Opvallend is dat veel tuinen worden aangelegd als een soort buiten(woon)kamer, met strakke en gepolijste tegels. Het groen mag niet over de randjes heen komen. Alles staat netjes in het gelid en is onder controle. Onderhoudsvriendelijkheid is sterk gerelateerd aan het idee dat men heeft van groen.
Gebruik eenvoudige spullen, plaats wat minder technische voorzieningen in de tuin en sta vooral toe dat het allemaal wat groener en wat natuurlijker mag. Bedenk dat de paar onkruiden in een terras van keramische tegels veel meer opvallen en storen dan in een tuin die bestraat is met oude verweerde betonstenen, waar een onkruidje juist niet misstaat.' (Zie foto).
Kies de juiste boom
'Daarnaast is het niet per se noodzakelijk om veel vierkante meters border te hebben om een groene tuin te maken en te ervaren. Veel kleinere bomen (van de derde grootte) kun je met gemak kwijt in een strook van bijvoorbeeld 30 cm. Een voorwaarde is wel dat je zorgt voor genoeg doorwortelbare ruimte voor de boom, zodat de kroon zich voldoende kan ontwikkelen en de boom gezond blijft. Prunus subhirtella 'Autumnalis' is een voorbeeld van een boom van de derde grootte die naarmate hij ouder wordt eerder een bredere dan een hogere kroon krijgt. Met het ouder worden krijgt deze boom een karakteristiekere uitstraling door de dikke stam en de kroon met een breedte van zo'n 4 m. Naast dit voorbeeld zijn er nog tientallen andere bomen die zich uitermate goed lenen voor de tuin.
Overigens vind ik dit zelf een steekhoudend argument om en masse af te stappen van oprolbare zonneschermen. De schaduw die een boom geeft, is prettiger en koeler dan de schaduw die je hebt onder een zonnescherm. Door de verdamping van water koelt de lucht rondom een boom meer af. Hoe meer groen in de tuin, hoe meer kansen je creëert voor biodiversiteit. Het scheelt trouwens ook fors in de kosten, of je een boom aanschaft of een zonnescherm!
Kortom: wat is groen en wat is onderhoudsvriendelijk? Tuinontwerpers moeten eerst deze vragen beantwoord krijgen alvorens ze verdere stappen kunnen ondernemen. Dat kan alleen door in gesprek te gaan met de bewoners/gebruikers van de tuin. De mate van onderhoudsvriendelijkheid is subjectief en wordt ook voor een aanzienlijk deel bepaald door de soort werkzaamheden. Onkruid verwijderen tussen stekelige berberis wordt door de meeste mensen ervaren als vervelend werk, terwijl het snoeien van dakbomen of het maaien van gras een regelmatige klus kan zijn die leuk blijft, omdat de tuin er zichtbaar door opknapt en het vooral ook logisch is om te doen.'
Prima CO2-resultaat Het weegt weinig: 30 m2 weegt 480 kg. Ter vergelijking: 30 m2 grind weegt 4500 kg. Het waait niet weg, er groeit geen alg op, het verkleurt niet, is decoratief en praktisch. Geschikt voor platte daken, schuttingen, paden en borders. Dit zijn, aldus Sven Hazekamp van Nocciolo, de kenmerken van perziksteen. Perzikstenen zijn de hardhouten kernen van de perzik. Omdat de perzik een steenvrucht is, heet de kern een perziksteen.
|
Sven Hazekamp: 'Met perzikstenen in de tuin is er minder onderhoud nodig. De perziksteen op zich groeit niet meer, maar doordat hij niet verteert, geen algen opneemt en niet schimmelt, is het een onderhoudsarm product. Er wordt geen humus gevormd en ingewaaid zaad heeft daardoor geen kiemplaats. Wij merken interesse bij twee belangrijke groepen. Ten eerste is dat de jongere generatie met kinderen, carrière, weinig tijd, maar wel aandacht voor het milieu. De tweede groep wordt gevormd door ouderen. Mensen wonen steeds langer thuis, maar kunnen vaak fysiek minder doen.'
'Perziksteen is geschikt voor borders, wandelpaden, opritten, schuttingen en voor warmte-isolatie op platte daken. Op platte daken is het een uitstekende zonwering. Er zijn in 2018 verschillen gemeten van wel 6 graden in situaties met en zonder perziksteen op het dak. Sedumdaken zijn zwaar, oplopend tot 120 kg per m²; perziksteen weegt maar 22 kg per m2 bij een dikte van 4 cm en waait niet weg. Het product kan daarmee feitelijk op iedere dakconstructie en is gemakkelijk in eigen beheer te leggen.'
Tekst loopt verder onder de afbeelding
| Een perzikstenen schutting van Nocciolo |
|
|
'Omdat perziksteen niet schimmelt, trekt het geen insecten aan. Het wordt dus niet door vogels uit de tuin gekrabd, wat zoals bekend wel gebeurt met schorsen en snippers. Vooral dit wordt door bewoners als een groot voordeel gezien. Het werk van de hovenier blijft langdurig mooi en wordt lang gewaardeerd. Schuttingen met perziksteen zijn smal, slechts 4 cm; een paneel van 180 x 90 cm weegt 43 kg. Daarnaast zijn ze geluidswerend en ook onderhoudsarm.'
Super-CO2-vriendelijk
'Vanwege de lange levensduur is perziksteen, vergeleken met schors, een CO2-vriendelijk product. Voor 30 m² perziksteen, dat dertig jaar blijft liggen, rijd je eenmaal 2000 km naar Zuid-Europa. Voor 30 m² schors rijd je eerst één keer naar Zuid-Frankrijk en na één à twee jaar moet het ieder jaar met ongeveer 25 procent aangevuld worden. Zevenentwintig keer rijden naar Zuid-Frankrijk is 27.000 km.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|