Verbindende factor tussen onderwijs, bedrijfsleven en leerlingen |
|
|
|
|
| Sylvia de Witt,
dinsdag 12 maart 2019 |
 |
| 318 sec |
Klaarstomen van vakbekwame personen van wie de hele sector veel plezier gaat krijgen
Een gelijkzijdige driehoek van scholen, bedrijven en mensen. Dit is TRI Groei in Groen.
Hoe dit precies allemaal in z'n werk gaat, vertelt de bevlogen regiocoördinator Jeroen van Woerden van TRI Groei in Groen Zuid in onderstaand verhaal.
 |
Een goede organisatie komt meestal nog beter in haar kracht door met andere partijen samen te werken. Dit geldt ook voor groenbedrijven. In 1987 ontstond het samenwerkingsverband GOA (Gemeenschappelijke Opleidings Activiteiten) met hoveniersbedrijven die het belangrijk vonden om een steentje bij te dragen aan het opleiden van nieuwe vakmensen. Deze landelijke stichting faciliteert waar mogelijk het leren, werken en ontwikkelen van nieuwe aanwas. Zes jaar geleden werd de naam GOA gewijzigd in TRI Groei in Groen. TRI is het Griekse woord voor driehoek en bovendien klinkt dit woord hetzelfde als het Engelse tree. TRI staat voor de driehoeksverhouding tussen onderwijs, bedrijfsleven en leerlingen en is dus een verbindende factor. Inmiddels zijn er al meer dan tweehonderd gerenommeerde hoveniers- en groenbedrijven bij TRI Groei in Groen aangesloten.
'TRI regelt alle randzaken voor de opleiding', vertelt Jeroen van Woerden, die zich sinds tweeënhalf jaar inzet voor TRI Groei in Groen en daarmee de groensector. 'Dat zijn schoolgelden, persoonlijke beschermingsmiddelen en zelfs aanvullende cursussen in de winterperiode; de TRI Wintercampus.
De mensen hoeven zelf maar een paar dingen te doen. Dat is: hun best, op tijd komen en ervoor zorgen dat ze het leertraject voldoende doorlopen. Ons doel is bereikt als de studenten na de opleiding bij één van de groenbedrijven in dienst gaan.'
Een hovenier moet eigenlijk alles kunnen
TRI Groei in Groen haalt haar bestaansrecht uit het ondersteunen van student en leerbedrijf bij een werken-leren traject. Zoveel mogelijk mensen enthousiast maken en opleiden voor de groensector; dát is de visie van TRI Groei in Groen. Er is voor vele kandidaten met uiteenlopende interesses altijd wel een geschikte werkplek binnen het netwerk van TRI Groei in Groen. Het groen staat echter voor grote uitdagingen. Eén van die uitdagingen is het werven van nieuwe vakbekwame collega's en deze vervolgens weten te behouden. De vraag naar nieuw personeel blijft toenemen, terwijl de nieuwe instroom lang niet de lading van de actuele vacatures dekt. Een gevolg hiervan is dat een bedrijf niet altijd in staat is om aan alle klantaanvragen te voldoen en zelfs genoodzaakt is om werk af te zeggen. Toch biedt het kansen voor een bedrijf om zich te onderscheiden in de markt en zich te specialiseren in bepaalde onderdelen van het brede scala aan werkzaamheden waar een hovenier of groenvoorziener mee te maken krijgt.
Van Woerden: 'Sinds ik meer betrokken ben geraakt bij de groensector ben ik erg onder de indruk van wat het groen allemaal te bieden heeft. Zelf ben ik ervan overtuigd dat dit bij nog veel meer mensen in Nederland aan de orde is. Naar mijn mening is er grote onwetendheid van de maatschappelijke waarde die het groen heeft op alle Nederlanders en weten te weinig mensen waar een hovenier dagelijks mee bezig is. Wat de burger wél ziet zijn groenvoorzieners die schoffelen en snoeien in de buitenruimte. De gewone burger ziet niet wat voor mooie projecten er in de achtertuinen worden gemaakt en welke vakkennis dat vereist van het personeel.'
Regelmatig bezoekt Van Woerden zijn TRI-studenten op uiteenlopende projecten, variërend van kleine achtertuin of een daktuin in het stadscentrum tot landgoederen. 'Natuurlijk komt het schoffelen ook voorbij, maar als de buitenwereld eens wist wat er allemaal door onze studenthoveniers wordt gemaakt, zou die ongetwijfeld enthousiast raken voor het vak. Vijvers, zwembaden, pergola's, carports, bestratingen en dan heb ik het nog niet eens over plantenkennis en de machines die hoveniers gebruiken bij het realiseren en onderhouden van de tuinen. Een hovenier moet in de praktijk van alles kunnen om dit mooie werk te maken. Naar mijn mening zou elk hoveniersbedrijf een stuk vaktrots aan zijn eigen regionale netwerk moeten communiceren. Een stukje 'storytelling' via bijvoorbeeld sociale media over waarmee je als bedrijf dagelijks bezig bent en welke vakkennis daarbij komt kijken. Als we kunnen zorgen dat hiermee het imago van het groen verbetert, ben ik ervan overtuigd dat meer mensen zich scholen en omscholen naar het groen.'
TRI Groei in Groen wil ervoor zorgen dat het imago van het groene vakgebied een opkikker krijgt, zodat er ook in de toekomst voldoende vakmensen zijn. 'Voor dit vakgebied is een degelijke opleiding nodig. Een hovenier moet eigenlijk alles kunnen en dat is ook vaak het probleem van de hoveniersopleiding; die leerlingen moeten heel breed worden opgeleid. Ze moeten met machines kunnen werken, tuinen kunnen aanleggen, die ook kunnen onderhouden en de plantenkennis moet op orde zijn. Dat is gigantisch veel kennis om op één schooldag binnen te krijgen bij een BBL-opleiding. Het vak van boomverzorger is specifieker, maar ook hiervoor moet je een breed scala aan kennis in huis hebben. Het is een prachtig vak en de meeste jongens die de opleiding tot boomverzorger volgen, zijn helemaal gepassioneerd van bomen. En hoe verder ze met hun opleiding zijn, hoe meer ze een "vakidioot" worden.'
|
|
'Ik zie TRI als een pluspakket bovenop de huidige AOC- en ROC-opleidingen'
| |
|
Geen concurrent van scholen
TRI Groei in Groen timmert landelijk aan de weg en wordt door steeds meer bedrijven en scholen gewaardeerd. Het werkt volgens Van Woerden twee kanten op: TRI kan bedrijven benaderen, maar bedrijven kunnen ook zelf toenadering zoeken. 'Als wij dezelfde visie hebben wat betreft het opleiden van nieuwe vakmensen, dan kan er een mooie samenwerking ontstaan. En TRI is geen concurrent van de lokale scholen. Integendeel zelfs! Ik zie TRI meer als een pluspakket bovenop de huidige AOC- en ROC-opleidingen. Scholen leiden op met een lesdag per week, maar TRI gaat nog net een stapje verder. Wij helpen de jongens ook op zoek te gaan naar het juiste leerbedrijf in de regio. Wij zorgen ervoor dat ze extra aandacht krijgen, dat ze begeleid worden en dat de arbeidsvoorwaarden goed zijn geregeld conform de cao hoveniers. Ze krijgen een jaarcontract aangeboden. En als een jongen bij een bedrijf zit waar hij het niet naar de zin heeft, of een bedrijf kan hem niet de werkzaamheden bieden die hij nodig heeft voor zijn opleiding, dan bekijken we of we kunnen wisselen van bedrijf binnen het netwerk. Een jongen werkt bijvoorbeeld bij een grootgroenvoorziener met weinig aanlegwerkzaamheden, maar hij moet voor zijn examen het aanleggen van bestrating, pergola's en waterpartijen oefenen. Dan gaan wij proberen of de student voor een korte periode bij een particulier bedrijf terecht kan. In de winterperiode organiseren wij trouwens ook cursusdagen voor het behalen van extra certificaten en het verbreden van de praktijkervaring. In regio Zuid-Nederland is zo de TRI Wintercampus ontstaan waarin we afgelopen jaar met zeventig studenten een volle week bijscholing hebben gehad van gepassioneerde mensen uit het bedrijfsleven.'
Toegevoegde waarde
Het aantal jongeren dat instroomt op de groenscholen neemt af, ten opzichte van een aantal jaren geleden. In de regio Zuid waren er een paar jaar geleden nog 150 leerlingen; inmiddels is dat aantal gehalveerd. 'Dat zijn wel zorgwekkende ontwikkelingen', vindt van Woerden. 'Dus voor jongens die enthousiast zijn voor dit vak en bereid zijn om hun vakdiploma's te behalen, gaan er echt deuren open. Bedrijven willen jongens echt de kans bieden om het vak te leren. Ze hebben ze nu hard nodig en ook in de toekomst. De jongens hebben een contract bij TRI en werken via de stichting bij aangesloten bedrijven in de regio. Hiermee hebben zij de garantie dat zij altijd een leerbedrijf hebben.'
Maar wat is er dan zo bijzonder aan TRI Groei in Groen? Want er zijn toch ook uitzendbureaus die jongens detacheren en de opleiding betalen?
'Dat klopt, maar ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat die niet de betrokkenheid en visie hebben die wij hebben. Ik denk dat wij ons onderscheiden met onze persoonlijke aandacht en begeleiding. Hiermee leveren wij ook echt een toegevoegde waarde, zowel richting de bedrijven als richting de leerlingen en de scholen. Er is altijd iemand die meekijkt in het traject, iemand die zich hard maakt voor de ontwikkeling van de leerling en die ervoor zorgt dat de afspraken die van tevoren worden gemaakt, ook worden nagekomen. Met als resultaat dat er vakbekwaam personeel wordt klaargestoomd van wie de hele sector plezier gaat krijgen. Een uitzendbureau helpt de student misschien wel verder aan werk, maar gaat het vaak niet verder dan een commercieel belang. Bij de stichting TRI zijn de jongens, zodra ze hun opleiding hebben afgerond, ik noem het maar even transfervrij, en dan mogen ze een keuze maken uit de TRI-bedrijven waar ze hebben gewerkt en daar krijgen ze dan vaak direct een dienstverband.'
|
|
'Als sector hebben we nieuwe mensen nodig en daar moeten we dus ook met z'n allen voor gaan'
| |
|
Bedrijf op school
Samenwerking is het toverwoord. Vanuit de VHG en vanuit scholen zelf zijn er wel degelijk initiatieven om samen te werken met groenbedrijven. Toch zou Van Woerden het graag zien dat nog veel meer lokale bedrijven zelf ook de samenwerking zoeken. 'Als sector hebben we nou eenmaal nieuwe mensen nodig en daar moeten we dus ook met z'n allen voor gaan. Toch kom ik het nog geregeld tegen dat bedrijven zeggen: "We hebben nergens tijd voor." Maar als bedrijf lever je een bijdrage aan de kwaliteit van het lokale onderwijs, je laat de praktijk zien. Wanneer een bedrijf op een enthousiaste manier vakkennis komt brengen op school, op een open dag, of tijdens een gastcollege, dan krijgt het er ook wat voor terug. Voor je het weet trekken de studenten aan de bel met de vraag of ze bij jou stage mogen komen lopen.'
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
