| |||||||||||||
Romke van de Kaa zet exoten in een Jac. P. Thijsse-omgeving Bewondering voor de natuur en nieuwsgierigheid naar alles wat groeit en bloeit leveren Romke van de Kaa nog elke dag nieuwe groene kennis op. Zo ziet hij een grote toekomst voor grastuinen met wilde bloemen en vertelt hij hoe de bergamotboom werd gered door het succes van The Body Shop.
Van kind af aan is Romke van de Kaa geïnteresseerd in de natuur, in wilde bloemen, dieren, vlinders en salamanders. Niet verwonderlijk dus, dat hij al decennialang te midden van al die Jac. P. Thijsse-dieren en -planten woont. In een huis op het landgoed Het Hof te Dieren, waar tijdens ons gesprek de zwaluwen de schuur in- en uitvliegen om kwetternesten vol kleintjes te voeren. Van de Kaa: 'Vooral de samenhang tussen planten en dieren vind ik heel boeiend. Ze zijn samen geëvolueerd. Het is een enorm complexe samenwerking van bestuiven en bevruchten. Niet alleen boven de grond, ook onder de grond leven allerlei schimmels en microben en bevinden zich hele voedselketens.' Exotische favorieten Naast al het moois in zijn eigen omgeving, koestert Van de Kaa planten van veel verder weg. 'Deze hier op het terras is een boomvaren uit Tasmanië. Varens zijn fantastische planten, ze zijn zo primitief. Ze waren er al voordat de bloemplanten er waren. En sinds het carboon, 250 miljoen jaar geleden, zijn ze niet veranderd. Ze hebben ook een bijzonder voortplantingssysteem. Alle varens hebben sporen. Het is dus niet zoals bij zaadplanten dat er een zaad kiemt, maar je krijgt in het sporangium, een sporendoosje, eerst een soort eicel die door een spermatozoïde bevrucht moet worden. Daaruit komt pas de varen. Het is leuk om te zien dat dat systeem ook bij planten bestaat, en schimmels hebben dat ook.
De oerkracht waarmee varens zich in het voorjaar weer ontrollen, die vind ik ook prachtig. Eigenlijk kun je ze al determineren aan de hand van het ontrollen, want dat doen alle varensoorten op hun eigen manier. Je hebt van die staf-van-sinterklaastypes, een soort octopus... Die plant ernaast is trouwens een klimmende varen uit de tropen. Dat is ook zo'n mooie. Die zie je in Europa weinig. Alleen in Ierland heb je aan zee wel tropische tuinen met varens die tot de toppen van bomen gaan. Beide varens zijn niet winterhard. Ze staan in een pot, dan kan ik ze in het najaar naar binnen halen. En dat doe ik al vijfentwintig jaar. Die boomvaren was al veel groter, maar op een gegeven moment werd het zo'n palmboompje, met een kale stam. Toen heb ik hem omgezaagd en de top in de pot gezet. Nu begint hij weer te groeien. Hij zaait zich ook uit, heeft al opvolgers; ik heb er meer dan één.' Oranjerie tussen de boeken Van de Kaa vindt exotische planten bijzonder leuk. 'Ik ben ook erg geïnteresseerd in citrusfruit: citroenen, bergamot en dat soort dingen. Die hou ik 's winters over en zet ik 's zomers buiten. Die bloeiende citroenen geuren 's avonds enorm. Dan zie je de nachtvlinders erop afkomen en de vleermuizen die weer jagen op de vlinders. Dat vind ik geweldig om te zien. Het zijn ook lekkere citroenen, veel minder zuur dan die uit de winkel. En dan die verscheidenheid aan rassen. In Italië bijvoorbeeld heeft elke streek zijn eigen citroen. Het is een heel boeiend en gevarieerd veld.' Van de Kaa gaat veel naar Italië. 'Dit voorjaar was ik in Calabrië, voor bergamot. Bergamot is een citrusvrucht waar je best een lekkere saus en taart van kunt maken, maar die niet veel gegeten wordt. Veel meer wordt hij gebruikt in de parfumindustrie. Eau de cologne bijvoorbeeld bevat bergamot, en earl grey-thee. Die vrucht is bijzonder gewild. En omdat de bergamotboom nogal kieskeurig is - hij doet het alleen in het zuidelijkste puntje van Calabrië, op een strookje van 100 km lang - zijn mensen daar echt miljonair mee geworden. Totdat de goedkope synthetische oliën kwamen. Met de bergamotbomen werd niets meer verdiend, de boomgaarden werden verwaarloosd. Maar toen kwam The Body Shop. Die wilde juist de échte, pure bergamot in zijn producten gebruiken en heeft al die bergamot weer tot leven gewekt. Nu gaat het daar in Calabrië weer goed. Er worden zelfs boomgaarden aangeplant en er wordt weer geld mee verdiend. Ik vind het ontzettend leuk om met de bergamotboeren over dat soort vergaande effecten te praten. Dat is heel interessant.'
Lekker voor een ander Bloeiende planten en bomen zijn leuk, maar als je iets dan ook nog in je mond kunt stoppen, heeft dat zeker meerwaarde, aldus Van de Kaa. Zijn moestuin meet dan ook wel vijftig bij vijftig meter. Daarin staan appels, peren, wilde perziken, bramen, frambozen, walnoten, kweeperen en zwarte en rode bessen. 'Die wilde perzik zou resistent zijn tegen bladkrulziekte, maar dat is hij niet. Toch is hij er mooi doorheen gekomen. Hij ziet er fantastisch uit. Maar als hij ziek blijft, plant ik een abrikoos; die is minder ziektegevoelig. En ik heb vier kersenbomen: eentje krijgt een net, die is voor mij; de andere drie zijn voor de vogels. Ik ben dol op kersen, maar ik kweek ook een boel waar ik niet van hou. Zoals aardbeien, die heb ik in van die hangpotten, en die geef ik graag weg. Ik hou ook helemaal niet van jam, maar jam maken vind ik wél leuk. Dat proces dat er eerst bloemetjes aan komen, dan vruchten, dat je die kunt koken en pureren en er uiteindelijk een product mee maakt.
Wat de groenteafdeling betreft, kweek ik alles behalve wat de groenteboer verkoopt. Zo heb ik zwarte aardappels geprobeerd, en pronkbonen. De slasoort "wonder der vier jaargetijden" vind ik een heel leuke. Van die knapperige, little gem-achtige vind ik lekker. En rouge grenobloise... Het kan hier aan de Veluwerand rustig tien graden vriezen, dus ik doe er wel vliesdoek over, maar die slasoort komt vaak goed de winter door en zo heb ik vroeg in het voorjaar al blaadjes op mijn bord. Bietjes hebben we ook altijd. Kolen zijn lastig, maar ik vind ze zo mooi en lekker, dus heb ik Bloemendaalse gele, rodekool en savooiekool staan. Kool houdt niet van de zure grond die we hier hebben en ontwikkelt snel knolvoet, waardoor de plant niet goed groeit. Ik gooi er veel kalk bij en dan gaat het net, maar het blijft tobben.' Dierentuin In Van de Kaa's tuin voelen dieren zich welkom. 'Er zijn hier vogels, vlinders, er is bodemleven. Van slakken heb ik geen last. Er zijn genoeg egels en dassen die die kruipers als lekker hapje zien. Gelukkig hebben mijn hondjes op die dieren geen vat. Die twee terriërs kunnen alles doodmaken wat ze tegenkomen - daar draaien ze hun poot niet voor om - maar egels vinden ze erg lastig. Bovendien gaan ze zo tekeer als ze een egel vinden, dat ik erop af ga. Een das hebben ze ook eens ontmoet. Sinds die confrontatie lopen ze met strepen op hun neus rond. Toch weerhoudt dat hen er niet van in de dassenbrucht hier in de buurt te duiken. Soms verdwijnen ze diep onder de grond en zie ik ze een halve dag niet. Gelukkig komen ze uiteindelijk wel uit die gangen.' Van de Kaa geeft regelmatig lezingen over planten en tuindieren. Op het ogenblik krijgt hij veel vragen over hoe het met de tuin zal gaan. 'We zitten natuurlijk met het verbod op Roundup en allerlei andere insecticiden. Daarbij komt dat de klassieke rolverdeling: man gaat naar zijn werk en vrouw zit in de tuin te rommelen, helemaal verdwenen is. Plus dat ook bij oudere mensen al dat getwitter en gefacebook een flink beslag legt op hun tijd. Ik denk dat er twee groepen tuinliefhebbers komen: mensen die hun klassieke bordertuin willen handhaven en vanwege tijdgebrek dingen automatiseren (denk aan een sproei-installatie en een robotmaaier) en mensen die zeggen: laten we het eens anders proberen. Waar we nu zitten bijvoorbeeld, was vroeger gazon. Nu is het wilder, hoog gras met wilde bloemen waarin ik een paadje gemaaid heb en een stukje waar we kunnen zitten. Ik vind dit boeiender dan strak gemaaid gras en bovendien scheelt het werk. Zo'n bloemenwei maken is eigenlijk omgekeerd tuinieren: je moet de grond verarmen door alles in het voorjaar af te maaien en af te voeren. Doe je dat niet, dan neemt de natuur het over en krijg je bramen. Want hoe wild het er ook uitziet, dat bloemrijke grasland is wel degelijk een cultuurvorm. Er is van alles aan komen vliegen, zelfs orchideeën, maar er staat ook een allium in. En in het voorjaar kun je zo'n stuk opleuken met bollen als sneeuwklokjes, crocussen, narcissen, canassia's... Je kunt er ook geranium Rozanne tussen zetten. Veel planten die wij als borderplant gebruiken, zoals astrantia, vrouwenmantel en geranium, zijn van nature planten die in gras groeien en die gemaaid kunnen worden; dan komen ze wel weer op. Als je niet maait, raken ze verstikt door het gras.' Naast andere manieren van tuinieren verwacht Van de Kaa ook een mentaliteitsverandering: 'Het fanatieke strooien met slakkenkorrels, het bespuiten van rozen tegen luis, ik denk dat dat veel minder zal worden. Er komen immers ook leuke dieren op af, op zo'n wildere tuin. Vogels die die insecten eten, dat kan een drukte van jewelste opleveren. En hommels en andere insecten vinden het hier ook heerlijk; dat zijn echte cultuurvolgers. De vorige generatie stak driftig de paardenbloemen uit het gazon. Jongere mensen doen dat niet meer, die vinden het prachtig. Zij maken bijvoorbeeld zevenblad- en daslookpesto. Voor hen is de natuur niet alleen om naar te kijken en je in het zweet te werken, maar ook om van te genieten en er wat mee te doen. Al gebeurt dat nog niet op grote schaal. Het is een Randstedelijk iets, een voorhoede. Hier op de volkstuinen zou je voorlopig geroyeerd worden als je onkruid liet staan.' Hommels tellen 'Waar ik heel enthousiast over ben, is hommels tellen. Dat is iets nieuws, opgezet door Naturalis. Want om iets te kunnen zeggen over de voor- of achteruitgang van insecten heb je cijfers nodig, en die verzamelen wij. Iedere teller loopt een route en telt alle hommels, ook de verschillende soorten. Zo doet iedereen een stukje, waardoor je enorm goed leert kijken.
Goed kijken kun je trouwens ook in je eigen tuin doen. Dan valt je naast de kleurtjes en bloemetjes ook de samenhang op tussen planten, dieren en wat wij mensen doen. Zo planten tuinders bijvoorbeeld een buxushaagje. Daar komt een diertje in, de buxusmot, best een mooi vlindertje. Die houdt daar aardig huis, waardoor het haagje lelijk wordt. Nu lost zo’n plaag zich vaak vanzelf wel op, maar mensen grijpen graag naar een insectenbestrijder, zonder zich te realiseren dat ze met de mot ook de mees doden die die mot aan zijn kleintjes voert. Ik hoop dat er een beetje meer nagedacht wordt over het feit dat je met bestrijding ook de dieren doodt die je wel graag ziet, en dat je met het doden van het ene dier de voedselbron van het andere laat verdwijnen. Dat een boer pesticiden gebruikt, daar ben er niet voor, maar ik snap zijn punt. Maar dat je in een siertuin verdelgingsmiddelen gebruikt, vind ik onzin.’ Dat Van de Kaa geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, is duidelijk: tijdens ons hele gesprek klinkt het gekwetter uit de schuur en vliegen er fluitende vogels om ons heen. Mooi, bij zo’n grastuin met wilde bloemen.
Tip de redactie |
|