Vingerhoedskruid variëteiten: top 10 Digitalis |
|
|
|
 |
| 311 sec |
In de natuur komen twintig verschillende Digitalis-soorten voor
Het bekendste vingerhoedskruid is Digitalis purpurea. De wetenschappelijke geslachtsnaam verwijst naar het Latijnse woord digitus, dat vinger betekent - soms is het niet ingewikkelder. Deze tweejarige plant zaait zich zo makkelijk uit dat hij op allerlei onverwachte plekken te vinden is en in de natuur verwilderd is.
Digitalis ferruginea 'Gigantea' |
Alle Digitalis-soorten maken na het zaaien eerst een bladrozet. Pas het jaar erop verschijnt de bloem. Ik zal in deze top 10 ingaan op de minder bekende soorten en op een paar cultivars, die vaak kruisingen zijn van meerdere soorten. Je ziet ze veel minder vaak, maar zijn zó de moeite waard! Vaak zijn de soorten wat subtieler van vorm, waardoor andere toepassingen mogelijk zijn. De genoemde cultivars vallen op door nét even een ander bloemkleur of grootte van de bloem.
Grote diversiteit
In de natuur komen twintig verschillende Digitalis-soorten voor, op open plekken en aan bosranden. Je vindt ze alleen in Centraal-Azië, Noord-Afrika en Europa. Ze behoren tot de familie van de Plantaginaceae, de weegbreefamilie. Vooral hommels zijn er dol op. De akkerhommel, bijvoorbeeld, heeft een tong die zó gevormd is dat hij binnen in de bloem bij het stuifmeel en de stamper kan komen. Door de verticale groeiwijze is Digitalis ideaal om als weefplant tussen andere (vaste) planten te plaatsen, waardoor de diversiteit, en dus de biodiversiteit, vergroot wordt. De soorten zijn over het algemeen kort levend. Maar niet getreurd: het zaad is kiemkrachtig, waardoor ze zich makkelijk verspreiden, juist op kale plekken in de border. Probeer hem dus niet keurig als vakje in een beplantingsplan in te tekenen, maar gebruik hem verspreid door de aanplant.
Ziekten en plagen
Van ziekten en plagen heeft Digitalis nauwelijks last. Er kan weleens een luisje in zitten, maar dat waait er wel weer uit. Digitalis bevat een stofje, digitaline genaamd, dat zeer giftig is, waardoor plaagbeestjes worden geweerd. De mens maakt er in zeer lage concentraties gebruik van in medicijnen tegen allerlei kwalen. Bij te rijke grond ontstaat er soms meeldauw, maar dat komt doordat de plant dan te hard groeit en het blad zacht en slapper is. Plaats Digitalis daarom op goed gedraineerde grond voor een stevige groei.
Top 10
 | Digitalis ferruginea ‘Gigantea’ |
|
|
1 Digitalis ferruginea ‘Gigantea’
De naam doet al vermoeden dat de bloemkleur iets met bruin te maken heeft en dat klopt inderdaad. Bruin is een niet veel voorkomende kleur in de florawereld en daarom des te interessanter. Deze cultivar heeft een grotere bloem dan de soort, en ook dat is aan de naam te zien. De bloei valt later dan die van de meeste Digitalis-soorten; pas in september is de hele bloem-aar uitgebloeid. Hij kan niet tegen natte voeten. Als het lukt om dat te vermijden, heb je kans dat de plant zomaar drie à vier jaar meegaat. Hij zaait zich makkelijk uit, zodat de plant altijd onderdeel van de border kan blijven. De bloeiwijze wordt zo'n 1,20 m hoog; het blad is smal en langwerpig.
 | Digitalis grandiflora |
|
|
2 Digitalis grandiflora
Deze Digitalis is net als Digitalis purpurea in Europa inheems, zelfs in Siberië. Door de zachtgele bloemkleur combineert hij makkelijk met andere planten. De bloem zelf is net zo groot als bij D. Purpurea, maar hij is lager, meestal rond de 80 cm. De plant maakt makkelijk nieuwe groeischeuten, waardoor hij goed te scheuren is, wat bij de meeste Digitalis-soorten niet lukt. In dit geval is dat is maar goed ook, want het zaad komt maar mondjesmaat op. Het is één van de langst levende onder de Digitalis-soorten. Hij bloeit van mei tot ver in juli; het blad is breed en eindigt in een spitse punt. De cultivar 'Carillon' wordt soms aangeboden.
 | Digitalis lanata |
|
|
3 Digitalis lanata
Wollig vingerhoedskruid wordt zo genoemd omdat de onderkant van het blad wit behaard is. De bloem valt op door de typische kleurcombinatie: de lip is wit, de rest is zacht geel met een oranje adering. De bloemsteel is donker; het blad is langwerpig en staat iets in een V-vorm. In tegenstelling tot D. grandiflora, waarbij de bloem-aar zich kan vertakken, bloeit D. lanata met één stengel. Door de beperkte lengte van 70 cm is hij ook te gebruiken in bakken en potten. Hij houdt het meest van wat kalk in de grond; dan zaait hij zich makkelijk uit. Dat doet hij ook op een droge bodem aan de zonkant van bomen of heesters: een ideale plek voor deze plant.
 | Digitalis lutea |
|
|
4 Digitalis lutea
De zachtgele bloemkleur van Digitalis lutea lijkt erg op die van D. grandiflora, maar is veel fijner, waardoor de uitstraling subtieler is. De buisjes zijn in verhouding langer met een kleine opening, dus alleen geschikt voor kleine bijtjes. De bloemen staan aan één kant van de aar. De bladrozet heeft vrij grote, glimmend groene bladeren, die in een krans om de kern zijn gedrapeerd. De plant is prima winterhard, maar na een aantal jaar moeten de nieuwe zaailingen het overnemen. De plant komt voor op kalkrijke grond, meer ten zuiden van ons, maar verdraagt ook licht zure bodems in zon en halfschaduw - als de grond maar droog is.
 | Digitalis parviflora |
|
|
5 Digitalis parviflora
De kleinste bloemetjes heeft Digitalis parviflora, een van origine Noord-Spaans vingerhoedskruid. De bloemetjes hebben een steenrode kleur en staan langs alle kanten van de stengel. Als je goed in de bloem kijkt, zie je dat de binnenkant geel is. Op de foto is een meer oranje versie te zien, de cultivar 'Milk Chocolate' - niet echt een chocolademelkkleur, maar wel anders dan de soort. Door zijn afkomst doet hij het goed op droge, zonnige of halfschaduwplekken. Hij varieert in lengte van 60 cm tot meer dan 1 m, afhankelijk van de groeiplaatsomstandigheden. Hij bloeit tijdens de zomermaanden, soms wel drie maanden lang.
 | Digitalis 'Glory of Roundway |
|
|
6 Digitalis 'Glory of Roundway'
Na vijf in het wild voorkomende soorten nu een paar opmerkelijke cultivars, zoals deze 'Glory of Roundway'. Het is een kruising tussen D. lutea en de cultivar 'Mertonensis'. Door de eigenschappen van deze ouders is het een plant geworden met een opmerkelijke bloemkleur, abrikooskleurig met een crèmekleurige binnenkant. De grootte van de bloem zit ook tussen die van de ouders in. Dankzij het D. lutea-bloed houdt de plant het onder de juiste omstandigheden best een aantal jaren uit. Helaas is de bloem steriel, dus uitzaaien zal niet gebeuren, maar de kleur en de ranke vorm zijn zo apart dat je het er graag voor over hebt.
 | Mertonensis |
|
|
7 Digitalis Mertonensis
Sommige kwekers hanteren de naam Digitalis x mertonensis, en ook in sommige boeken wordt die naam gebruikt. Deze plant is in principe namelijk een kruising tussen D. grandiflora en D. purpurea, de twee inheemse soorten. In Nederland gebruiken we de cultivarnaam. Maar wat doet het ertoe? Het gaat erom dat de plant erg aantrekkelijk is door de kortere bloeiwijze en de altijd licht tot normaal roze kleur. Bovendien heeft hij de grootste klokbloemen van alle Digitalis-cultivars. De zaailingen zijn als bladrozet te herkennen doordat ze donkerder, steviger blad hebben dan D. purpurea. Deze kruising is al in 1926 door een Engelsman gemaakt, net als nummer 5 uit deze lijst.
 | 'TMDGFP001' ILLUMINATION PINK |
|
|
8 'TMDGFP001' ILLUMINATION PINK
De Illumination-serie is ontstaan uit een kruising van Digitalis purpurea en D. canariensis, die ook wel Isoplexis canariensis wordt genoemd. In eerste instantie werd daarvoor een nieuwe geslachtsnaam bedacht: Digiplexis; alleen is Isoplexis bij Digitalis gevoegd, dus die vlieger gaat niet meer op. Dat neemt niet weg dat deze cultivar het beste heeft van beide ouders. Hij is geschikt voor ons klimaat en heeft de zalmkleurige tinten van het vingerhoedskruid van de Canarische Eilanden. Er zijn zeer bijzondere kleuren ontstaan, waarbij deze ILLUMINATION PINK de eerste cultivar is uit deze serie. Hij moet wel beschut staan; dan komt hij de winter door.
 | Polka Dot-serie |
|
|
9 Polka Dot-serie
Deze Digitalis heeft veel weg van Digitalis 'Mertonensis' en inderdaad, daar is deze cultivar mee gekruist. Hij heeft dus net zulke grote bloemen, maar is in net wat andere tinten te verkrijgen. De naam verwijst naar de zwarte stippen in de bloembuis, die een grappig accent geven. Het blad is breed met diepliggende nerven en zacht behaard. Zoals op de foto te zien is, zijn er verschillende kleuren te verkrijgen met verschillende namen, zoals Polly en Pippa. De lengte is vaak tussen de 60 en 80 cm. Als de uitgebloeide aar weggenomen wordt, komen er bloemstelen voor terug - weliswaar iets korter, maar de bloei wordt er wel door verlengd.
 | Spice Island |
|
|
10 ‘Spice Island’
Tot slot nog een kruising. Dit keer zit er bloed in van D. lanata en D. grandiflora, wat resulteert in een Digitalis die rondom geel bloeit en op de bloemlip roze geaderde accenten heeft. De naam suggerteert een wat tropisch uiterlijk. De bloem-aar is veel fijner dan die van de vorige beschreven Digitalis; daardoor heeft hij een rank effect. Met een duidelijke bloemkleur voegt zich makkelijk tussen andere planten. Hij bloeit van juni tot in oktober. Het is meer een kalkliefhebber, die het langst zal overleven in kalkrijke grond. Het is een vrij sterke en voor een Digitalis lang levende cultivar.
Combinaties
Niet alleen in het groeiseizoen zijn Digitalis-bloemen een feestje, ook het wintersilhouet is zeer de moeite waard. De zaden drogen en rammelen in de zaaddoosjes in de wind. Op de foto zijn ze gecombineerd met Deschampsia cespitosa, maar vele combinaties zijn mogelijk. Denk eens aan allerlei Campanula-soorten (die in de volgende top 10 aan de beurt zijn). Maar ook bossige Geranium-soorten en natuurlijk Alchemilla mollis zijn geschikt; beide bloeien in dezelfde periode van het jaar. Op halfschaduwplekken doen ze het prima met varensoorten. Het belangrijkste is de verdeling over de border: niet in grote groepen, maar losjes 'gestrooid'.
 | Marlien van der Linden |
|
|
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|