In nieuw 'koffietafelboek' doen Britse topontwerpers de tuinpoorten open: Hoe experimenteren zij met hun privétuin? |
|
|
|
 |
| 103 sec |
Nieuwe publicatie biedt exclusieve blik op de experimentele tuinen van invloedrijke landschapsarchitecten
Wat gebeurt er als tuinontwerpers hun eigen groene domein inrichten? Zonder de beperkingen van opdrachtgevers, budgetten en deadlines zijn hun tuinen een echt proeflaboratorium. In het boek 'Privédomein: Engelse topontwerpers in eigen tuin' werpt auteur Clare Coulson, samen met fotografe Éva Németh, een unieke blik achter de heggen van enkele van de meest invloedrijke Britse tuinarchitecten.
Coulson interviewde ontwerpers als: Tom Stuart-Smith, Dan Pearson, Sarah Price en Nigel Dunnett over hun privétuinen. 'Wanneer ontwerpers voor zichzelf werken, hebben ze één groot voordeel: tijd,' vertelt Coulson in een interview. 'Er is geen druk om direct een oplossing te vinden. Dat maakt deze tuinen zo bijzonder, omdat ontwerpers hier veel vrijer en experimenteler te werk gaan.'
|
'Er is geen druk om direct een oplossing te vinden. Dat maakt deze tuinen zo bijzonder, omdat ontwerpers hier veel vrijer en experimenteler te werk gaan.'
| |
|
Dit is duidelijk te zien bij Nigel Dunnett, die in zijn eigen tuin op een steile noordhelling in het Peak District alles volgens de 'survival of the fittest'-filosofie aanpakt. 'Zijn tuin is een ware testlocatie,' zegt Coulson. 'Hij kijkt welke planten overleven en past zich daaraan aan. Alles wat het niet redt, wordt vervangen.' Tom Stuart-Smith gebruikt zijn tuin juist als een plek om te experimenteren met kleurcontrasten en structuren, terwijl Dan Pearson zijn privédomein inzet voor ecologisch herstel. Toen hij zijn terrein in Somerset verwierf, was het grotendeels vogelvrij - inmiddels is het een toevluchtsoord voor biodiversiteit. Sarah Price koos voor een radicaal andere aanpak: zij verving de vruchtbare bodem in haar tuin door gerecycled zand en grind, waardoor planten zich moesten aanpassen aan extreme omstandigheden. 'Het resultaat is fascinerend,' aldus Coulson. 'De planten groeien korter, compacter en hebben nauwelijks ondersteuning of water nodig. Haar tuin zoemde letterlijk van het insectenleven toen ik haar bezocht.'
 | Emily Erlam, Londen |
|
|
Duurzaamheid en experimenteren met materialen
Een van de opvallendste thema's in het boek is de minimalisering van harde bestrating en het hergebruik van natuurlijke materialen. 'Veel ontwerpers werken bewust met gerecyclede en lokale materialen,' zegt Coulson. 'Permeabele, losse materialen zoals grind krijgen de voorkeur boven tegels en beton, omdat ze waterdoorlatend zijn en beter aansluiten bij een natuurlijke tuin.'
|
'Veel ontwerpers werken bewust met gerecyclede en lokale materialen'
| |
|
Dunnett bijvoorbeeld, maakte van zijn verwijderde esdoorns sculpturale houtstapels die niet alleen mooi zijn, maar ook als schuilplaats voor insecten en kleine dieren dienen. Ook Pearson werkt intensief met natuurlijke elementen en herstelde zijn terrein door inheemse plantensoorten terug te brengen.
Inspiratie voor Nederlandse tuinprofessionals
Wat kunnen Nederlandse hoveniers, landschapsarchitecten en groenbeheerders leren van deze Britse topontwerpers? Volgens Coulson vooral de waarde van experiment en duurzaamheid. 'De tuinen in dit boek zijn ontzettend persoonlijk, maar ze bieden ook bredere lessen,' zegt ze. 'Elke tuin voelde als een magische, unieke wereld. Dat is wat ik in een tuin wil bereiken.' Daarnaast laat 'Privédomein' zien hoe ontwerpers hun eigen terrein gebruiken om nieuwe ideeën te testen, zonder directe commerciële druk. Dit biedt mogelijkheden voor Nederlandse ontwerpers om op een soortgelijke manier innovatieve beplantingsstrategieën en klimaatbestendige tuinen te ontwikkelen.
Pre-order van dit boek is hier te bestellen.
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|