| |||||||||||||
Geen uitgebreide inleiding over deze top 10, iedereen kent het begrip bodembedekkers wel. De keuze in dit soort planten voor in de schaduw is vaak beperkt. Daarom worden hier wat andere soorten genoemd dan de geijkte geslachten zoals Vinca, Pachysandra en Waldsteinia. Dat zijn ook goede planten voor dit doeleinde, maar in dit artikel geef ik liever een wat bredere sortimentkeuze.
CombinatiesIn de vorige top 10 over varens wees ik er al op dat deze groep planten goed te combineren is met bodembedekkers voor de schaduw. Varens kunnen als solitairen geplant worden tussen bodembedekkers, zodat er ondanks het gebrek aan felle bloemkleuren toch spanning in het beeld zit. Natuurlijk kun je hiervoor ook andere meer solitair groeiende vaste planten gebruiken, zoals Heuchera. Door de verschillende bladkleuren kun je als je dat wilt toch wat kleur aanbrengen.
EcologieNiet alleen is het voor een tuineigenaar veel leuker om naar planten te kijken dan naar zwarte grond; bodembedekkers leveren ook een bijdrage aan de ecologische waarde van een tuin. Met de vaak bescheiden bloeiwijze zijn ze voedsel- en waardplanten voor weer heel andere insecten dan de opvallende vlinders en bijen, dus broodnodig voor de biodiversiteit. Daarnaast leveren bodembedekkers, vooral de bladverliezende soorten, organische stof voor de verrijking van de grond. Kleine amfibieën en zoogdiertjes vinden een schuilplaats tussen de begroeiing. En als je goed oplet in een bosrijke omgeving in de natuur, zie je ook een kruidlaag onder de struiken en bomen. Met deze planten schep je met recht een natuurlijk beeld.OmstandighedenDe optimale groeiplaats wat betreft vochtigheid en samenstelling van de grond wordt genoemd bij de desbetreffende plant.De top 10:1 Asarum europaeumHet niervormige blad van mansoor, zoals Asarum heet in het Nederlands, valt meteen op. De plant voelt leerachtig aan, is netjes geordend, een gestructureerd plantje voor zover planten gestructureerd kunnen zijn. Bovendien is hij wintergroen, wat altijd prettig is in een tuin. Hij houdt van niet te droge grond met elke zuurgraden en kan heel donker staan. Met zijn 20 cm grote en glimmende blad is het een veelzijdige bodembedekker. Het enige nadeel zou de trage groei kunnen zijn. Daarom zijn er wel 12 tot 15 stuks nodig om een vierkante meter te vullen. Eenmaal dichtgegroeid, blijft hij daardoor stabiel. Natuurlijk bloeit Asarum ook, maar zo onopvallend bruin onder het blad dat daar de sierwaarde niet ligt.
De laatste jaren is er een ontwikkeling gaande in nieuwe cultivars van Geranium nodosum, naast Geranium phaeum en G. macrorrhizum één van de weinige Geranium-soorten die goed in de schaduw kunnen staan en enige droogte tolereren. Het is misschien niet een plant waar je meteen aan denkt, maar hij is zeer de moeite waard. De soort maakt uitlopers of zaait zich flink uit op humusrijke grond; de cultivars houden zich rustiger. Door het afwijkende frisgroene blad met een klein beetje glans is de plant ook interessant zonder bloem. Hij sterft in de winter af en is daarom geschikt om er schaduwminnende bloembolletjes tussen te planten. De witbloeiende vorm heet 'Silverwood'. 'Clos du Coudray', afkomstig uit een Franse tuin, bloeit lilapaars met een licht randje; de wilde variant, die van Frankrijk tot in Servië voorkomt, is effen roze. Alle varianten worden tussen de 30 en 40 cm hoog en bloeien van juni tot mogelijk in november.
De gewone dovenetel is bekend, zelfs inheems in Nederland en een prima bodembedekker. Lamium orvala, daarentegen, is veel minder bekend. Hij zal zich niet woest ontwikkelen in de tuin als het gaat om grondbedekking, maar is een welkome aanvulling op dit toch wat beperkte sortiment. Met zijn 50 cm is hij hoger dan de inheemse soort en daardoor opvallender. De bloemen bloeien van mei tot en met juni. Daarna blijft het een mooie bladplant. Je moet er zeker zeven per vierkante meter aanplanten; dan groeit hij helemaal dicht. 4 Pachyphragma macrophyllum Nauw verwant aan onze pinksterbloem is Pachyphragma, een uit de Kaukasus afkomstige wintergroene bodembedekker die zich in stand houdt op alle grondsoorten, mits in de schaduw. Hij wordt zo'n 40 cm hoog. Door de vroege bloei in maart is het mogelijk om hem te combineren met bolletjes of andere vroegbloeiers, zoals Pulmonaria. De insecten die al actief zijn rond die tijd, maken dankbaar gebruik van de pollen en nectar van deze plant. Misschien is dit wel de favoriet van deze top 10! Hans Kramer van De Hessenhof - hier al eens eerder geciteerd - roept zelfs: 'Pachysandra eruit, Pachyphragma erin!' 5 Phuopsis stylosa Ook behorend tot de kruisbloemigenfamilie is Phuopsis, een 15 tot 20 cm hoog fijn ogend plantje met een opbouw als van Galium, maar dan in een paars-lila kleur. Hij heeft frisgroen blad aan lange stengels, die over de grond gedrapeerd liggen. Omdat het niet meevalt om in een schaduwrijke tuin een fleurige bloemenzee te maken, moet je het juist in bladtexturen zoeken. Daarom is Phuopsis ideaal voor de afwisseling. De grondsoort is niet zo belangrijk, als er maar organische stof in zit. 6 Polygonatum multiflorum Van een geheel andere orde is de inheemse salomonszegel. Deze wordt wel 50 tot 60 cm en is familie van de lelieachtigen. Hij verspreidt zich rustig, maar doeltreffend door middel van wortelstokken. De grondsoort maakt niet zoveel uit, als het maar luchtig is, in de schaduw en met wat humus erdoorheen. In de duinen kun je hem vinden onder bomen en heesters, waar hij gebruik kan maken van het afgevallen blad. De bloemen geuren en bloeien in mei-juni. 7 Saxifraga stolonifera Bij Saxifraga denk je al snel aan de rotsplantjes die hoog in de Alpen voorkomen en zon en droogte kunnen weerstaan. Maar er zijn ook Saxifraga-soorten die daar helemaal niet van houden, zoals deze Saxifraga stolonifera. Die houdt juist van schaduwrijke plekken en lekker veel humus in de grond. Hij bloeit vanaf juni en heeft nog wat nabloei in september, met ijle opgaande witte bloemstengeltjes. De plant verspreidt zich net als het kindje-op-moeders-schoot door via een dunne steel weer een rozetje te maken, dat zich een paar centimeter verderop vast wortelt. Inclusief bloem wordt de plant ongeveer 30 cm hoog. 8 Symphytum grandiflorum De inheemse smeerwortel, Symphytum officinalis, houdt van vochtige veengrond in de volle zon. Symphytum grandiflorum is ook tevreden met schaduw en een (zand)bodem die is voorzien van wat organisch materiaal. Hij maakt makkelijk uitlopers, net wel of net niet boven de grond, en maakt op die wijze een dicht tapijt van blad en bloemen. Vanaf maart bloeit hij uitbundig tot in mei, met crèmekleurige bloemen waar veel bijen en hommels op afkomen. Het blad sterft in de winter af. Er bestaat een aantal cultivars, zoals 'Hidcote Blue' en 'Wisley Blue', allebei met een wit-lichtblauwe bloem, 'Hidcote Pink' met wit-roze bloem en 'Goldsmith' met bont blad. Zo kun je een saaie, donkere hoek meer kleur geven. Hij wordt 25-30 cm hoog. 9 Tiarella cordifolia Binnen het geslacht Tiarella, dat de oncharmante Nederlandse naam 'schuimbloem' draagt, zijn T. wherryi en T. cordifolia het belangrijkst. Tiarella wherryi is polvormend; T. cordifolia is zodevormend en kan een mooi aaneengesloten wintergroen tapijt vormen onder bomen en heesters. Hij kan zelfs wat droogte verdragen. De bloem is niet heel uitgesproken, maar áls hij bloeit, ligt er een transparante crème-witte laag over het voorjaarsloof. Inmiddels zijn er ook nieuwe cultivars op de markt die net even anders zijn. Een donkere adering of een vlekje op het blad, een zachtroze bloem of dieper ingesneden blad, het is er allemaal. De hoogte van 20-25 cm en de bloeitijd in april zijn voor alle soorten hetzelfde.
Hoe komt het toch dat deze plant opeens zo populair is? Vroeger heette hij Borago orientalis, een naam die misschien wat bekender is, maar hij werd zelden aangeplant. Gelukkig is hij ontdekt, want het is één van de vroegst bloeiende bodembedekkers uit de ruwbladigenfamilie. Die staan bekend als goede nectarbron voor vroege insecten. Imkers zijn daarom dol op deze plant. Na de bloei, van eind februari tot half april, ontwikkelt het blad zich tot een grote hartvorm met een gekartelde bladrand. Ruim er een grote plek voor in, want hij kan zich flink uitbreiden met zijn wortelstokken. Eventueel is hij ook weer goed weg te halen; het is geen woekeronkruid. Juist door het grove blad en de frisgroene kleur geeft hij rust in de onderbeplanting. Hij kan vochtige, maar ook redelijk droge humusrijke grond aan en wordt ongeveer 40 cm hoog. Het blad sterft af in de winter. Nog een tipHet is lastig om in een bestaande situatie onder een boom planten te poten. Zorg daarom dat je meteen bij de aanplant van een boom of heester ook bodembedekkers plant. Dan groeien ze met elkaar op, zijn ze gelijkwaardig en hoeven ze niet te concurreren. Mocht je er toch te laat bij gehaald worden in zo'n situatie, breng dan een klein laagje nieuwe grond aan en plant liefst in de herfst (tegen uitdroging) kleinere plantjes aan. Zo kunnen ze makkelijk in de nieuwe grondlaag vastgroeien en daarna hopelijk hun weg vinden.
Tip de redactie |
|