De tien mooiste inheemse planten om mee te ontwerpen |
|
|
|
Heidi Peters,
maandag 11 juli 2022 |
|
| 373 sec |
Lageschaar Vaste Planten geeft advies
De vraag naar inheemse planten groeit, maar er is nog niet zo veel kennis over deze beplanting. Waar komen deze planten het best tot hun recht, in welke grond gedijen ze goed, hoe verspreiden ze zich? En nog een veelvoorkomende vraag: komen er vlinders en/of bijen op af? Beplantingsontwerper Sipke Terpstra verdiept zich al een aantal jaren in inheemse planten. 'Deze planten hebben een sterkere ecologische amplitude en zijn dus specifieker op een bepaalde groeiplaats gericht.'
Onopordum nervosum in de Floriade tuin van Lageschaar in combinatie met Reseda lutea en Hesperis matronalis |
Sipke Terpstra werkt als beplantingsontwerper bij Lageschaar Vaste Planten. De kwekerij heeft een deel van het terrein ingericht als onderzoekstuin, om dagelijks van dichtbij te kunnen observeren hoe bepaalde inheemse planten groeien en bloeien, welke insecten erop afkomen, hoe de zaadontwikkeling is en hoe de planten het jaar erop terugkomen. 'Daarnaast ben ik zelf vier jaar geleden begonnen met testen en observeren in mijn eigen volkstuin. Ook daar heb ik veel soorten uitgeplant, soms in combinatie met reguliere vaste planten, om te kijken hoe dat uitpakte. Zo is Wild at Heart tot stand gekomen, de mix van vaste inheemse en reguliere planten waarmee we de Floriadetuin van Lageschaar hebben ontworpen.'
| Beplantingsontwerper Sipke Terpstra verdiept zich al langere tijd in inheemse beplanting. |
|
|
Basisuitgangspunten voor ontwerpen met inheemse planten
Terpstra: 'Voor hoveniers zijn in beginsel twee wetenswaardigheden van belang om een basisontwerp te kunnen maken met daarin inheemse planten. Ten eerste kun je in het algemeen stellen dat de meeste inheemse planten voorkomen op een voedselrijke, normale tot vochtige standplaats en dat een kleiner deel het beter doet op drogere, schralere grond, met vanzelfsprekend een overgangsgebied daartussenin. Wie hier rekening mee houdt, komt al een heel eind. Ten tweede moet je kijken of de plant die je kiest een- of tweejarig is en zich uitzaait of dat het een langer levende plant is. Met die kennis kun je een duurzamer ontwerp maken.' Dit zijn volgens Terpstra belangrijke aspecten bij het werken met inheemse planten. 'Als je alleen een- of tweejarigen neemt, ben je afhankelijk van wat zich uitzaait en kan het een rommeltje worden. Kies je voor langlevende vaste planten met daartussen enkele een- of tweejarigen die zich licht uitzaaien, dan houd je structuur, maar ook dynamiek. En dat is juist mooi in een ontwerp.'
Sipkes top 10
'Er zijn zoveel mooie en bijzondere soorten', vindt Terpstra. 'Ik heb spontaan opgeschreven wat ik mooi vind en ook wat minder gangbare soorten in de lijst opgenomen, om die wat meer in de spotlight te krijgen. Van elke soort geef ik enkele bijzonderheden en tips voor beplanting en combinaties. Misschien gebruik je zelfs al regelmatig een plantensoort waarvan je niet wist dat die inheems is.'
1. Salvia pratensis (veldsalie) Tijdens het wandelen van het Pieterpad kwam ik Salvia pratensis tegen; dat vind ik een van de allermooiste planten. De veldsalie stond langs een beekje te bloeien en ik was er helemaal weg van. Het is een zeer rijkbloeiende soort, met prachtig violetblauwe bloemen. De stengels zijn lang en vierkantig en de bloemen bloeien met een lange aarvorm. De bladeren hebben een mooie, gekartelde, driehoekige bladvorm. Salvia pratensis bloeit niet alleen, maar is ook een sierlijke plant. Hij groeit op normale tot droge grond, in de volle zon en kan zich lichtjes uitzaaien, waardoor er in de tuin een leuke dynamiek ontstaat. Het is een meerjarige vaste plant die 30 tot 70 cm hoog wordt. Hij bloeit van mei tot juli.
|
| Salvia pratensis |
|
|
2. Isatus tinctoria (wede) Isatus tinctoria werd ooit gebruikt als verfplant. Wikipedia omschrijft hem als volgt: 'Uit de plant kan een blauwe kleurstof genaamd pastel worden gewonnen. Dit wedeblauw werd tot de komst van indigo in de lakenindustrie gebruikt om wol blauw te verven.' Het mooie aan Isatus is dat hij heel hoogopgaande stengels met blauwgroenige bladeren heeft en helgele kruisbloemen. Dit is ook een van de in het oog springende planten die ik op de Floriade toegepast heb. Hij heeft al vroeg in de lente veel kleur en veel volume. De bloemen zijn heldergeel en wanneer ze uitgebloeid zijn, vormen ze mooie, langwerpige zaden, die later kleuren naar matzwart. Dat maakt deze plant tot een opvallende verschijning: de bloemen verkleuren van knalgeel naar matzwart, terwijl de plant gewoon groen blijft. Het is een plant voor droge, zonnige plekken.
|
| Isatus tinctoria |
|
|
3. Centaurea jacea (knoopkruid) Knoopkruid is een mooie bloem, een opvallende inheemse plant. Hij wordt onder meer gekenmerkt door de zwart geschubde omhulselblaadjes die onder de bloemknop zitten. Samen met de grote rood-paarse bloem geeft dat een opvallend beeld. Het is ook een zeer rijkbevlogen plant; er komen veel bijen- en vlindersoorten op af om voedsel te halen. Dat geeft de plant een extra dimensie en maakt hem tot een topplant voor de biodiversiteit. Knoopkruid wordt 60-120 cm hoog en bloeit van begin mei tot september, met mooi gefranjerde bloemblaadjes. In combinatie met siergras is deze plant een echte eyecatcher. Ook deze staat in de Floriadetuin van Lageschaar.
|
| Centaurea jacea |
|
|
4. Reseda lutea Dit is een voorbeeld van een plant die een eigen insect heeft. De resedamaskerbij vliegt alleen op de Reseda-plant. Het mooie van deze plant is dat hij heel subtiel en karaktervol is. De bloem is zachtgeel; de plant heeft een breed uitgroeiende vorm en mooie raketvormige bloemstelen. Het is een opvallende verschijning: zachte kleuren en tegelijkertijd een krachtig beeld. De plant staat graag zonnig en droog en wordt 20-60 cm hoog. Reseda lutea bloeit van mei tot september.
|
| Reseda lutea |
|
|
5. Geranium phaeum (donkere ooievaarsbek) Deze groeit zowel in de zon als in de halfschaduw tot schaduw en bloeit van mei tot augustus. Geranium wordt 60 cm hoog en bloeit paars. Het zijn vrij kleine bloemetjes, maar in een grote hoeveelheid, waardoor het effect toch groot is. De bloemblaadjes wijzen een beetje naar achter. Doordat de kleur zo donker is, ontstaat er een verdieping in het beeld van de tuin. Je ogen trekken er als vanzelf naartoe. Deze plant doet het goed in droge schaduw. Hij doet het ook in de zon, maar houdt meer van schaduw. De plant kan zich wat uitzaaien en dat komt goed uit, want droge schaduw is een van de moeilijkste plekken om iets moois te laten groeien. Ook na de bloei is hij nog mooi; sommige soorten hebben donkere vlekken op het blad en ook de schichtvorm van de zaaddoosjes die na de groei ontstaat, is opvallend. De zaaddoosjes worden lang en steken boven de plant uit. De bloeitijd is van mei tot augustus.
|
| Geranium phaeum |
|
|
6. Hesperis matronalis (damastbloem) Een andere plant die in de zon kan bloeien, maar het liefst op een halfschaduwplaats staat, is Hesperis matronalis. Deze maakt hele bloemtrossen, die zorgen voor een zee van kleur. Bovendien verspreidt deze plant een heerlijke zoete geur. De plant houdt van wat vochtige grond. Je zou het een bosrandplant kunnen noemen. De damastbloem is de waardplant van het oranjetipje. Deze vlinder, met helder oranje vleugelpunten, vliegt op de damastbloem en legt zijn eitjes in de bloemen. Wanneer deze uitgebloeid zijn, kruipen de rupsjes in de zaaddoosjes - een mooie vorm van co-evolutie. Het laat ook mooi zien waarom het gebruik van inheemse planten zo wezenlijk is. Ze zijn evolutionair samen met insecten en andere dieren ontwikkeld, waardoor ze onmisbaar zijn voor het behoud van de insectenwereld. Hesperis zaait zich spontaan uit.
|
| Hesperis matronalis |
|
|
7. Malva moschata (muskuskaasjeskruid) Deze zachtroze of witte plant is een echte zomerbloeier, die bloeit van juni tot september en zo'n 70 cm hoog wordt. De plant ruikt heel licht naar muskus, vandaar de naam; het woord 'kaasje' in de naam duidt op de vorm van de zaadjes die in de zaaddoosjes zitten. De plant is rijkbloeiend met grote bloemen. Ook los van de bloei is de plant opvallend mooi, mede dankzij de diep ingesneden hartvormige bladeren. Een normale tot vochtige plaats in de zon of halfschaduw is voor deze plant het beste. Ook dit is een rijkbevlogen plant waar vlinders, bijen en allerlei andere insecten op afkomen. Hij staat in mijn top 10 omdat ik de roze kleur en de uitbundige bloei mooi vind. Daarbij is het handig dat deze plant zowel in de halfschaduw als in de zon kan staan. Een voorbeeld van een combinatie: Geranium phaeum onder een boom in de schaduw, Malva moschata ernaast en daarvóór een andere plant die van zon houdt, bijvoorbeeld Reseda lutea. Zo kun je deze inheemse plant mooi in overgangen gebruiken. Juist in de halfschaduw, waar het wat donkerder is, geeft dat lichtroze een mooi oplichtend effect. Omdat de bloemschaal zo groot is, komen er ook veel insecten op. Veel pluspunten, dus, voor deze plant!
|
| Malva moschata (foto: iVerde Perennial Power) |
|
|
8. Dianthus carthusianorum (kartuizer anjer) Magentaroze, kleine bloemetjes die dicht bij elkaar staan, zijn het kenmerk van Dianthus carthusianorum. Het is een wat kleiner plantje van zo'n 40 cm hoog, dat bloeit van juni tot september. De plant houdt van volle zon en normale tot droge grond. De lange, ijle stengeltjes geven de plant een sierlijk aanzien en door de diepe kleur vallen de bloemen goed op. Ze hebben een grote lichtkracht. Op de Floriade staan ze ook her en der, omdat het zicht geprikkeld wordt door het felle lichtpuntje dat de plant uitstraalt. Dianthus carthusianorum is prachtig te combineren met Salvia pratensis en Isatus tinctoria. Deze versterken elkaar: het donkerblauw van Salvia met het magentaroze van deze plant, dat er mooi doorheen weeft. Als je daarachter een knalgele Isatus tinctoria zet, heb je een prachtige opbouw en kleurencombinatie.
|
| Dianthus carthusianorum |
|
|
9. Succisa pratensis (blauwe knoop) Succisa pratensis bloeit laat, van juli tot oktober. Het is een zeer elegante laatbloeier met lange, hoge stengels. De plant bereikt een hoogte van tussen de 40 en 80 cm. Het is bij uitstek een goede keuze voor een regentuin. De plant houdt van een natte omgeving en is geschikt voor normale tot vochtige grond. Later in het seizoen is blauwe knoop belangrijk voor insecten; juist dan biedt de plant nectar aan veel soorten. Veel vlinders, zweefvliegen en bijen komen op de plant af; dat geeft een extra dimensie aan deze schoonheid.
|
| Succisa pratensis |
|
|
10. Onopordum nervosum (acanthium) (wegdistel) Ook deze bloeit laat, van juli tot oktober. Ik vind het een showstopper; daarom heb ik hem ook op de Floriade gebruikt. Het is een tweejarige, dus kortlevende vaste plant, reden waarom ik aarzelde om de wegdistel op te nemen in de top tien. Toch doe ik dat wel, want ik vind het een waanzinnig mooie plant. Hij zaait zich uit in de tuin; her en der komt er altijd wel weer een plantje op. Het eerste jaar vormt zich een grote rozet van maximaal 0,5 m hoog. Het tweede jaar kan deze, afhankelijk van de groeiplaats, uitgroeien tot een hoogte van 2 à 3 m. Aan de stengel zit mooi, groot, stekelig getand blad. Het blad zelf is witviltig behaard en voelt zacht aan, in tegenstelling tot de randen. Hierdoor ontstaat in de zon een zilveren gloed. De plant groeit uit tot een kandelaarvormig model met bovenin paarsroze distelbloemen. De donkere kleur van de bloem vormt een mooi contrast met het witzilver van het blad. In de Floriadetuin van Lageschaar staat damastbloem om de wegdistel heen, wat een mooi effect geeft. Dit is een van de planten waarmee ik vier jaar geleden begon te experimenteren in mijn volkstuin; ik wilde weten hoe groot en breed de plant zou worden. Menigeen die langs komt wandelen, vraagt ernaar. Het is een spectaculaire plant. Op distelbloemen zitten ook veel vlinders. Vanwege de buisbloemen kan de nectar alleen worden opgehaald met een lange tong en vlinders hebben die, net als grotere bijen zoals hommels.
|
| Onopordum nervosum (foto: Sipke Terpstra) |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Ramon Gadellaa (Vitamine Groen)
Friday 15 July 2022 |
|
Geweldig interessant onderwerp. Wat mij betreft waar we nu en in de toekomst heen moeten om de natuur van hier te behouden. Graag meer artikelen over inheemse beplanting! |
|
|
|
|
|
Lien.van.wageningen
Tuesday 27 June 2023 |
|
Ik ben geïnteresseerd in inheemse planten |
|
|
|
|
|
Griet Terpstra - Grafhorst
Saturday 26 August 2023 |
|
Ik heb een geleide wilde tuin. En geniet ieder jaar van verassingen. Zo is vorig jaar de blauwe knoop spontaan gekomen. En nu bloeit hij ook weer vollop. |
|
|
|
|
|
eric cremmerye
Wednesday 11 October 2023 |
|
|
|
|
|
|
|
Karin
Sunday 21 April 2024 |
|
Als ik het goed heb nagekeken, dan is de damastbloem niet inheems, wel verwilderd |
|
|
|
|
|
Sipke Terpstra - Lageschaar Vaste Planten
Monday 22 April 2024 |
|
De Geranium phaeum – Donkere ooievaarsbek is een neofyt (door de mens ingevoerd na het jaar 1500) en is als zodanig opgenomen in de lijst van inheemse flora van Stichting NL Bloeit! De Donkere ooievaarsbek wordt ook opgenomen in de ‘Nova Flora Neerlandica’. Hierin worden alle oorspronkelijk inheemse en ingeburgerde plantensoorten in Nederland uitgebreid beschreven (zie plantenvanhier.nl). Deze soort wordt ook door Cruydt-Hoeck gevoerd (zie visie & doelstelling Cruydt-Hoeck).
Hesperis matronalis – Damastbloem, wordt al sinds de oudheid in Nederland gekweekt en is de waardplant van o.a. het Oranjetipje en is daarmee evolutionair verweven met de oorspronkelijke inheemse flora van Nederland, als zijnde ecologisch waardevol. Volgens floravannederland.nl is het een ingeburgerde plant die zich in twee verschillende Plantenassociaties weet te handhaven.
Voor ons zijn dit legitieme redenen om de Geranium phaeum en de Hesperis matronalis als inheemse plantensoort toe te passen.
Ik vertrouw erop je hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Eventuele vragen en/of opmerkingen hoor ik graag.
Met vriendelijke groet,
Sipke Terpstra
|
|
|
Tip de redactie
|