Welke bodembedekker kies je? |
|
|
|
Sandy Adriaenssens,
donderdag 12 mei 2022 |
|
| 137 sec |
Eenjarige en meerjarige bodembedekkers als onderbegroeiing voor een natuurlijke beplanting
In een vorige editie beschreven we een keur van dode bodembedekkers: verschillende soorten mulch, zoals gesnipperd miscanthus of perzikstenen. In deze editie gaat onderzoekster Sandy Adriaenssens voor vakblad De Hovenier dieper in op levende bodembedekkers. In het Proefcentrum voor Sierteelt werd een assortiment bodembedekkende vaste planten uitgetest onder verschillende lichtomstandigheden, naast eenjarigen en bodembedekkende heesters. In dit artikel lees je de bevindingen na twee jaar.
|
Bodembedekkers vormen in een natuurlijke beplanting de onderste laag, met daarboven nog een zoomlaag die heesters bevat, een struiklaag en een boomlaag. In tuinen en openbaar groen worden ze ook vaak toegepast als vakbeplanting, zonder of met één of meerdere andere natuurlijke lagen. Ze bedekken de anders kale bodem, wat voordelen biedt voor de onkruiddruk, maar ook zorgt voor het minder snel uitdrogen van de bodem door verdamping. Er wordt echter vaak naar een aantal bekende soorten gegrepen, die niet altijd toepasbaar zijn onder alle omstandigheden.
Bodembedekkende vaste planten onder verschillende lichtomstandigheden
In 2019 werd een proef opgezet met een selectie van 16 bodembedekkers, die telkens in de zon, halfschaduw en schaduwomstandigheden werden aangeplant. De soorten werden geselecteerd op basis van hun bladvorm, groeiwijze (ondergrondse of bovengrondse uitlopers), wintergroene karakter en herkomst (inheems of uitheems). Daarnaast werd ook de associatie met een heester (Hydrangea paniculata 'Bobo'), een bolgewas (Narcissus poeticus en Crocus vernus 'Remembrance') en een opgaande vaste plant (Verbena bonariensis) geëvalueerd. Het gekozen sortiment bevatte enkele referentiesoorten zoals Waldsteinia ternata en Pachysandra ternata, maar ook minder bekende soorten zoals Reineckia carnea.
Tabel 1 Eigenschappen van de 16 bodembedekkende vaste planten die werden meegenomen in de proef
Soort |
| Inheems/exoot |
| Hoogte (cm) |
| Groeiwijze |
| Winter-groen |
Ajuga reptans |
| inheems |
| 15 |
| bovengronds |
| ja |
Glechoma hederacea |
| inheems |
| 15 |
| bovengronds |
| ja |
Herniaria glabra |
| inheems |
| 1 |
| bovengronds |
| ja |
Maianthemum bifolium |
| inheems |
| 20 |
| ondergronds |
| nee |
Prunella vulgaris |
| inheems |
| 35 |
| bovengronds |
| ja |
Waldsteinia ternata (referentie) |
| exoot |
| 15 |
| bovengronds |
| ja |
Pachysandra ternata (referentie) |
| exoot |
| 20 |
| ondergronds |
| ja |
Chamaemelum nobile 'Treneague' |
| exoot |
| 5 |
| bovengronds |
| ja |
Dryas suendermannii |
| exoot |
| 10 |
| bovengronds |
| ja |
Erodium variabile (x) 'Bishop's Form' |
| exoot |
| 10 |
| bovengronds |
| ja |
Fragaria chiloensis |
| exoot |
| 5 |
| bovengronds |
| ja |
Liriope spicata |
| exoot |
| 30 |
| ondergronds |
| ja |
Pachyphragma macrophyllum |
| exoot |
| 35 |
| bovengronds |
| nee |
Persicaria 'Kahil' |
| exoot |
| 30 |
| bovengronds |
| nee |
Pratia pedunculata |
| exoot |
| 5 |
| ondergronds |
| ja |
Reineckia carnea |
| exoot |
| 30 |
| ondergronds |
| ja |
Op vijf momenten tijdens het groeiseizoen van 2019 en 2020 werd de bedekking van de vaste planten geëvalueerd.
| Figuur 1 Bedekkingsgraad van de vaste planten in 2019 en 2020 |
|
|
De soorten Erodium en Maianthemum hadden onder alle lichtomstandigheden een lage bedekkingsgraad. Fragaria, Prunella, Reineckia, Liriope spicata en Persicaria, daarentegen, deden het goed onder zowel zonnige, halfschaduw- als schaduwomstandigheden. Soorten als Ajuga, Dryas, Glechoma en Herniaria hadden een duidelijke voorkeur voor zon of halfschaduwomstandigheden, terwijl Pachysandra, Pachypraghma en Waldsteinia het beter deden in schaduwomstandigheden. Glechoma en Prunella zijn kortlevend, maar door plaatselijke verjonging blijven ze wel een goede bedekking geven. Dit kan echter ook uitzaai in nabijgelegen beplanting veroorzaken.
-
Dryas
-
fragaria
-
Pachyphragma macrophylla
|
Op 22 juni 2020 werd na een lange droogteperiode een score gegeven voor droogtetolerantie (0 -> 3, waarbij 3 stond voor geen droogteschade), onafhankelijk van de bedekkingsgraad. Hier bleken de meer schaduwminnende soorten duidelijk gevoeliger, maar ook enkele soorten die goed presteerden in de zon, zoals Ajuga reptans en Reineckia carnea. Na een regenperiode herstelden alle soorten zich weer goed.
| Score voor droogtetolerantie (0: zeer slecht -> 3 zeer goed) voor de 16 bodembedekkende vaste planten op 22 juni 2020 |
|
|
Bodembedekkende perkplanten
Zowel in 2019 als 2020 werden naast de vaste planten ook vakken met perkplanten geplaatst, telkens vanaf juni, met referentiesoort Sanvitalia speciosa. De gemiddelde bedekking van deze perkplanten steeg snel na de aanplant en bleef ook relatief constant tijdens het groeiseizoen. Alleen bij Nemesia en Bidens was de bedekking en dus ook het onkruiddrukkend vermogen onvoldoende. Tijdens het groeiseizoen, van juni tot september, kunnen perkplanten zeker een volwaardige vervanging vormen voor vaste planten om onkruiddruk te beperken.
| Gemiddelde bedekking van de perkplanten tijdens het groeiseizoen juni - september. |
|
|
Toekomstig onderzoek: bodembedekkende heesters en plantmatten op rol
In 2020 werden tien soorten bodembedekkende heesters aangeplant. Hierbij werd gekozen voor de volgende soorten: Hedera helix 'Ivalice', Hypericum 'Black gem', Lonicera nitida, Lonicera 'Blond & beyond', Potentilla 'Bellisima', Prunus pumila 'Depressa', Rhus 'Gro low', Rosa 'Green summer', Rubus 'Betty Ashburner' en Symporicarpos 'Hancock low'. In het eerste jaar van aanplant werd hier reeds een gemiddelde bedekkingsgraad van 50 tot 75 procent behaald, maar deze proef werd vervolgd in 2021. In 2021 werd een aanplant van Waldsteinia ternata en Vinca minor als voorbegroeide plantmatten vergeleken met een aanplant in P9, waarbij de verschillen in kostprijs werden afgewogen tegen de tijdwinst door sneller dichtgroeien en minder onderhoudswerk.
Over de auteur:
Sandy Adriaenssens is coördinator groen bij het Vlaamse onderzoekcentrum Proefcentrum voor Sierteelt (PCS). PCS verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek en verleent meer praktijkgerichte onderzoeks- en voorlichtingsdiensten voor de sierteelt en professionele hoveniers.
|
Onderzoek met steun van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Innoveren & Ondernemen, de Europese Unie, de provincie Oost-Vlaanderen, Boerenbond en AVBS, dé sierteelt- en groenfederatie.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Henk Coopmans
Monday 16 May 2022 |
|
Is daar een rapport van verkrijgbaar betreffende de diverse onderzoeken. Is het vervolg van de onderzoeken te volgen?
Groeten, Henk Coopmans Gemeente Helmond |
|
|
Tip de redactie
|