Rosa rugosa en hybriden - een top 10 |
|
|
|
Ronald Houtman,
donderdag 27 mei 2021 |
|
| 545 sec |
De rimpelroos: soms invasief, maar de voordelen lijken groter dan de nadelen
De toepassing van de rimpelroos, Rosa rugosa, hinkt een beetje op twee gedachten. Enerzijds is het een zeer bruikbare heesterroos voor toepassing in de openbare ruimte. Anderzijds is het een exoot met een invasief karakter. Toch zijn Rosa rugosa en vooral de hybriden een blijvend populaire groep. De voordelen lijken vooralsnog op te wegen tegen de nadelen. Belangrijke rozenveredelaars blijven dan ook doorgaan met het veredelen van Rugosa-hybriden, zoals we ze voor het gemak maar moeten noemen.
Rosa Dagmar Hastrup ('Fru Dagmar Hastrup') |
Rosa rugosa is een bladverliezende struik die 1-2 m hoog wordt. De takken zijn sterk bestekeld met scherpe, loodrecht van de tak af staande stekels van verschillende lengte. De plant vormt worteluitlopers, waarmee dichte bosschages worden gevormd. De bladeren zijn oneven geveerd en bestaan uit (vijf -) zeven tot negen deelblaadjes. De deelblaadjes zijn eirond tot langwerpig-eirond of omgekeerd eirond. Door de diepliggende nerven hebben de blaadjes een rimpelig uiterlijk, wat de Nederlandse naam rimpelroos verklaart. Zowel de soort R. rugosa als vrijwel alle rugosa-hybriden geven schitterende, diepgele herfstkleuren. De bloemen staan alleen of in armbloemige bundels. Ze bestaan uit vijf kroonbladen, gewoonlijk helder paarsroze, maar soms ook wit. Halfgevuldbloemige vormen komen ook in de natuur voor. De bloemen zijn tot 10 cm groot en hebben een hart van donkergele meeldraden en stempels. Ze geuren sterk en aangenaam en trekken veel bijen en zweefvliegen aan. Uiteraard kunnen de insecten het gemakkelijkst bij de meeldraden en stempels bij enkelvoudige en halfgevulde bloemen. Bij geheel gevulde bloemen zijn de meeldraden en stempels veel moeilijker bereikbaar, zo niet onbereikbaar voor insecten. De bloemen worden gevolgd door tot 2,5 cm grote bottels. De bottels zijn glad (niet met klieren bezet) en afgeplat (breder dan hoog). Kenmerkend is ook dat de vijf kelkbladen recht omhoog staan op de bottel. De bottels zijn eetbaar. Ze bevatten veel vitamine C en zijn te verwerken in sappen en jam.
Herkomst
Van origine komt R. rugosa voor in kustgebieden in Oost-Azië, ruwweg vanaf het zuiden van Kamtsjatka, Noordoost-China, Korea en Noord-Japan. De plant groeit bij voorkeur op een goed gedraineerde, zandige bodem en aan de kust. Rosa rugosa verdraagt zeewind en kan zich prima handhaven in duingebieden, ook als pioniersplant. In 1796 werd de plant vanuit Japan voor het eerst in Europa ingevoerd, maar vanaf 1845 werd R. rugosa algemener in Europa. Sinds het einde van de 19e eeuw en in de loop van de 20e eeuw heeft R. rugosa alleen maar aan populariteit gewonnen als sierplant.
| Rosa rugosa in de duinen bij Grenen-Denemarken |
|
|
Invasieve exoot
Al snel werd duidelijk dat de rimpelroos zich prettig voelt in het Noordwest-Europese klimaat. De eerste meldingen van verwildering stammen uit 1845 (Duitsland) en 1875 (Denemarken), gevolgd door latere waarnemingen in andere landen. De eerste waarneming van verwilderde R. rugosa op een eiland voor de kust stamt uit 1928. De eerste waarneming van verwilderde R. Rugosa in Nederland dateert uit 1926. In 2011 bleek R. rugosa de op twee na meest voorkomende roos in de Nederlandse natuur te zijn. De soort voelt zich dus prima thuis in ons land. Net zoals in de natuur geeft R. rugosa ook in ons land de voorkeur aan locaties in de kuststreek. De roos komt langs de gehele Nederlandse kust voor, maar inmiddels ook in het achterland. Naast lokale verspreiding door worteluitlopers verspreidt R. rugosa zich door zaad. Met name groenlingen, maar ook andere vinkachtigen en lijsterachtigen eten de rijpe bottels en verspreiden zo de zaden.
De rimpelroos kan dus worden beschouwd als een invasieve exoot. De plant vormt een bedreiging voor de inheemse flora, vooral op minder bewoonde en meer natuurlijke plaatsen, zoals eilanden voor de kust. Zo verdwijnen soorten als Rosa pimpinellifolia en Salix repens waar R. rugosa de overhand krijgt. Anderzijds is de roos goed 'ingeburgerd' in ons ecosysteem, wordt deze goed door bijen bevlogen en trekt de plant veel andere dieren aan die de planten als voedselbron en schuilplaats gebruiken. Veel mensen denken trouwens dat R. rugosa een wilde plant van Nederland is en vinden dat de roos bij de duinen hoort. De plant staat op ansichtkaarten en in brochures als typische duinplant, niet in de laatste plaats omdat mensen de roos mooi vinden en het een voor iedereen herkenbare plant is. In 2013 verscheen er een risicoanalyse van Naturalis, geschreven in opdracht van de NVWA. Hierin wordt geconcludeerd dat het risico op invasieve verspreiding hoog is en dat de impact op bestaande soorten en het risico op kolonisatie van beschermde habitatten gemiddeld is. R. rugosa staat niet op de Unielijst van invasieve exoten en het is niet te verwachten dat dit gaat gebeuren. Er is daarom geen wettelijke basis voor het niet kweken, verhandelen en toepassen van de soort.
Hybriden
Rozen staan erom bekend gemakkelijk onderling te kruisen en Rosa rugosa vormt hierop geen uitzondering. Een hybride van R. rugosa met een onbekende soort is R. 'Hollandica', ook wel de Hollandse rimpelroos genoemd. Deze hybride lijkt op R. rugosa, maar heeft kleinere bottels die hoger zijn dan breed en met klieren bezet. Omdat 'Hollandica' sterk op R. rugosa lijkt, is de exacte verspreiding in Nederland onbekend. In andere landen zijn ook hybriden tussen R. rugosa en R. majalis (Noorwegen) en onder andere R. canina (Engeland) aangetroffen. Maar ook in cultuur zijn hybriden met R. rugosa gemaakt. Het doel van deze kruisingen is om planten te ontwikkelen die breed kunnen worden toegepast, vooral in de openbare ruimte. Dat komt door eigenschappen als de lage groeiwijze, sterk en aangenaam geurende bloemen en het feit dat de planten sterk en relatief gezond zijn. Ook zijn ze strooizout- en zeewindbestendig. Verschillende rozenveredelaars hebben zich in de loop der jaren beziggehouden met de veredeling van Rugosa-hybriden. In Duitsland is dit vooral Uhl geweest, iets later gevolgd door Kordes Rosen en Rosen Tantau. In Nederland is Boot & Dart/De Ruiter de belangrijkste veredelaar van rugosa-hybriden. Er is wel een verschil te zien tussen de rassen die tot de soort R. rugosa behoren en de rassen die ontstaan zijn als hybriden tussen R. rugosa en andere soorten en rassen. Zo groeien de hybriden vaak lager en bossiger en produceren ze in sommige gevallen minder of zelfs vrijwel geen bottels.
Waarom wel of niet toepassen?
Rosa rugosa en hybriden zijn dus sterke planten, die breed toegepast kunnen worden. Het zijn bij uitstek bossig groeiende, soms bodembedekkende planten, die de particulier als tuinplant minder aanspreken dan de fraai bloeiende floribunda- en theehybriden. R. rugosa hybriden, zoals we ze voor het gemak zullen noemen, worden dus vooral in de openbare ruimte toegepast. Los van het mogelijk invasieve karakter, dat vooral op zandgronden in kuststreken reëel is, kennen de planten weinig nadelen. De planten lijken iets minder gevoelig voor aantasting door luizen en sterroetdauw komt nauwelijks voor in de planten. Meeldauw, spint en roest kunnen de planten wel aantasten. De planten worden vooral ingezet als vakbeplanting en bodembedekker. Omdat de planten zo dicht en bossig groeien, hebben onkruiden nauwelijks kans zich onder en tussen de planten te ontwikkelen. De moderne cultivars bloeien langdurig en hebben fraai gekleurde en goed geurende bloemen. Ze worden daarnaast door de veredelaars geselecteerd op hoogte, plantvorm en gezondheid. De planten zijn gemakkelijk in het onderhoud. Ze kunnen machinaal worden gesnoeid (messenbalk) en zullen dan prima hergroeien. Omdat de moderne Rugosa-hybriden door stekken op eigen wortel worden gekweekt, is wildgroei (onderstam) uitgesloten.
Sortiment
Omdat er geen vergelijkend onderzoek is gedaan naar deze rozen en ze ook niet allemaal door één kweker worden gekweekt, is het onmogelijk een ranglijst samen te stellen waarbij het ene ras hoger of beter scoort dan het andere. De tien rassen en series worden hierna dus op alfabetische volgorde genoemd.
| Rosa 'Blanc Double de Coubert' |
|
|
Rosa 'Blanc Double de Coubert'
Een Franse cultivar die in 1892 ontstond uit een kruising tussen R. rugosa en R. 'Sombreuil'. Het is dus met afstand de oudste cultivar in deze lijst. De roos wordt circa 1,5 m hoog en heeft een duidelijk opgaande groeiwijze. Qua groeiwijze kan 'Blanc Double de Coubert' niet op tegen de compactere, moderne hybriden. Maar de bloemen zijn tot 7,5 cm groot, vrijwel volledig gevuld en zuiverwit. Ze geuren zeer sterk en aangenaam. Na de hoofdbloei, van half mei tot begin juni, volgt soms een minder rijke tweede bloei in de nazomer. De bottels zijn groot, maar worden niet altijd even rijkelijk gevormd. De witte bloemen contrasteren mooi met het donkergroene blad. De herfstkleur is diepgeel. De uitgebloeide bloemen houden hun verwelkte bloemblaadjes vast, waardoor ze, zeker bij minder fraai weer, als proppen in de struik blijven zitten. Ook is 'Blanc Double de Coubert' wat ziektegevoeliger dan de moderne cultivars.
| rosa DAGMAR HASTRUP ('Fru Dagmar Hastrup') |
|
|
rosa DAGMAR HASTRUP ('Fru Dagmar Hastrup')
Ook DAGMAR HASTRUP is een oudje in deze opsomming. Deze Rugosa-hybride ontstond in 1914 bij de Deense kweker Hastrup. Het is een middelgrote struik, die circa 90 cm hoog en breed wordt. De bladeren zijn middengroen en kleuren botergeel in de herfst. De bloemen, die tot 8 cm groot worden, zijn licht paarsroze met een zilverachtige weerschijn. De bloemen zijn enkelvoudig, met vijf bloemblaadjes. Ze geuren sterk en aangenaam. De bloeitijd is vanaf half mei tot in de nazomer. En hoewel de struik niet op alle momenten enorm rijk zal bloeien, verschijnen er constant bloemen. Als de laatste bloemen openen, worden de eerste grote, donker oranjerode bottels al gevormd. In vergelijking met de moderne rugosa-hybriden is DAGMAR HASTRUP duidelijk minder gezond, hoewel de struik nog wel voldoet in de praktijk. De geelbloeiende GELBE DAGMAR HASTRUP ('Moryelrug'), die ook wel onder de handelsnaam TOPAZ JEWEL bekend is, heeft geen biologische verwantschap met DAGMAR HASTRUP.
| Rosa Hansaland Foto: Salicyna, CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons |
|
|
Rosa HANSALAND ('Korhassi')
Deze forse struik, die bijna 2 m hoog wordt, werd in 1993 door Kordes Rosen benaamd. Het is een groeikrachtige cultivar met glanzend donkergroen blad, dat prachtig geel tot oranje kleurt in de herfst. Uit slanke, spitse bloemknoppen groeien dieprode, halfgevulde bloemen, die goed boven het loof worden gedragen. Het goudgele hart van meeldraden en stempels is goed te zien. Loof en bloei complementeren elkaar qua kleuren goed. De bloemen zijn met een doorsnede tot circa 7 cm iets kleiner dan bij andere cultivars. Ze geuren niet sterk, maar wel zeer aangenaam. De bloeitijd is vanaf de vroege zomer (begin juni) tot in de nazomer. Vanwege de forse, dichte groei is HANSALAND geschikt om als haag toe te passen.
| JAM-A-LICIOUS ('Spekjam') |
|
|
Rosa JAM-A-LICIOUS ('Spekjam')
Een nieuwe Nederlandse rugosa-hybride, ontwikkeld door Spek Rozen uit Boskoop en in 2020 geïntroduceerd. Het is een bossig groeiende struik, die circa 60 cm hoog wordt. De twijgen zijn lichtgroen en verkleuren later in het jaar naar opvallend purperkleurig en bezitten niet veel stekels. De donkergroene bladeren zijn niet erg gerimpeld; ze kleuren diepgeel tot purperkleurig in de herfst. De bloemen zijn enkelvoudig en bestaan uit vijf diep warmroze bloemblaadjes met een opvallend geel hart van meeldraden en stempels. De bloemen openen vooral in mei en juni, maar gedurende de rest van de zomermaanden worden er steeds bloemen gevormd, zij het minder rijk. Opvallend is dat de eerste bottels al in juli rijpen. De bottels zijn iets kleiner dan bij de typische R. rugosa en de oude kelkbladen vallen er ook snel vanaf. De bottels zijn prachtig glanzend helderrood en prima te gebruiken voor de bereiding van sappen en jam. De verschillende kenmerken, zoals de twijgkleur, het gladdere blad en de iets anders gevormde bottels, wijzen erop dat JAM-A-LICIOUS iets verder van R. rugosa af staat dan de andere hier genoemde cultivars.
| Rosa White Pavement Foto: T.Kiya from Japan, CC BY-SA 2.0 , via Wikimedia Commons |
|
|
Rosa WHITE PAVEMENT ('Uhlensch')
De rozen van de zogenaamde PAVEMENT-serie, veredeld door Uhl en in Nederland op de markt gebracht door Boomkwekerij Piet Hanekamp, zijn voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de populariteit van de Rugosa-hybriden. De cultivars werden eind jaren tachtig, begin jaren negentig op de markt gebracht. Het zijn bossig groeiende struiken, die circa 75 cm tot 1 m hoog en breed worden. De meest in het oog springende cultivar uit de serie is waarschijnlijk WHITE PAVEMENT. Deze plant heeft frisgroen blad, dat in de herfst diepgeel kleurt. De planten zijn gezond en bloeirijk. De zuiverwitte bloemen zijn steeds halfgevuld, relatief groot en geuren heerlijk. De eerste grote, donker oranjerode bottels worden al in augustus gevormd, als de planten ook nog bloemen produceren.
| Purple Roadrunner Foto: Huhu.The original uploader was Huhu at German Wikipedia., Public domain, via Wikimedia Commons |
|
|
Rosa PURPLE ROADRUNNER ('Uhlpurp')
De ROADRUNNER-serie komt van dezelfde veredelaar als de rozen van de PAVEMENT-serie, maar deze keer in samenwerking met Kordes Rosen. De rozen zijn geïntroduceerd tussen 2001 en 2007. De rozen groeien zonder uitzondering bossig en bereiken een hoogte van ruim 70 cm. Alleen WHITE ROADRUNNER blijft zo'n 20 cm lager dan de andere drie. De planten zijn gezond en stralen dat met hun donkergroene bladeren ook uit. De herfstkleur van het blad is diepgeel. Bij alle vier de cultivars geuren de bloemen sterk en aangenaam. PURPLE ROADRUNNER is, zeker qua kleur, de opvallendste uit de serie. De bloemen zijn 5-6 cm groot en vrijwel geheel gevuld. De kleur is lilapaars en de planten bloeien gedurende de gehele zomer, gevolgd door donker oranjerode bottels.
| Red Dagmar |
|
|
Rosa RED DAGMAR ('Speruge')
Dit is wellicht de laagst groeiende van het hier genoemde sortiment Rugosa-hybriden. Deze door A. Geers en Spek Rozen geïntroduceerde roos wordt circa 50 cm hoog en heeft een brede kruipend-spreidende groeiwijze. De twijgen zijn dicht met stekels bezet en de stevige bladeren zijn glanzend donkergroen, om donker goudgeel te kleuren in de herfst. De enkelvoudige bloemen zijn 6-8 cm groot en helderrood bij openen. Tijdens de bloei kleuren ze purperrood. De gele meeldraden en stempels steken goed af tegen de diepe bloemkleur. RED DAGMAR is geen doorbloeiende roos. De bloeitijd valt in juli en augustus en wordt gevolgd door de vorming van vrijwel ronde, tot 2,5 cm grote bottels. De bottels zijn glanzend oranjerood tot rood. Door de brede lage groeiwijze is Red Dagmar ook geschikt als bodembedekker.
| Rosa Short Track ('Bokratrack') |
|
|
Rosa SHORT TRACK ('Bokratrack')
Boot & Dart is een beetje een vreemde eend in de bijt. Het bedrijf is van oudsher geen veredelaar, maar een handelsbedrijf. Toen eind jaren tachtig de noodzaak om zich te onderscheiden groter werd, ging het bedrijf zich toeleggen op plantenveredeling, speciaal gericht op toepassing in de openbare ruimte. Rozen vormen hiervan een belangrijk onderdeel. In 2003 was SHORT TRACK de eerste Rugosa-hybride die door het bedrijf werd geïntroduceerd. Het is een laagblijvende struik, tot circa 70 cm hoog en iets breder. Een opvallend kenmerk is dat de twijgen vrijwel zonder stekels zijn. De gezonde, donkergroene bladeren vormen een goede achtergrond voor de enkelvoudige bloemen, die scharlakenrood zijn bij openen en warm rozerood verkleuren. Ze zijn circa 7 cm groot en hebben een opvallend hart van goudgele meeldraden en stempels. Ze geuren sterk en aangenaam. De hoofdbloei is van vanaf eind mei tot begin juli, maar tot ver in de nazomer produceert de plant bloemen. De bloemen worden gevolgd door donker oranjerode bottels. De bottels contrasteren goed met de diepgele herfstkleuren. Vanwege de lagere groei is SHORT TRACK ook goed toepasbaar als bodembedekker.
| Rosa STRANDPERLE® NORDERNEY ('Tan14661') Foto: Rosen Tantau |
|
|
Rosa STRANDPERLE NORDERNEY ('Tan14661')
Van de Duitse veredelaar Rosen Tantau komt de nieuwe STRANDPERLE-serie, waarvan de eerste twee cultivars onlangs werden geïntroduceerd. Met een bossige groei en een hoogte van 70 cm tot 1 m passen ze goed in het moderne sortiment. De bossige groei, typisch voor R. Rugosa, is ook in deze rozen duidelijk te zien. De bladeren zijn gezond middengroen tot donkergroen, gevolgd door prachtig gele herfstkleuren. De rozen zijn vernoemd naar een van de Duitse Waddeneilanden, wat de resistentie tegen zeewind - die alle Rugosa-hybriden trouwens hebben - benadrukt. De rozen bloeien vanaf eind mei tot ver in de nazomer, soms tot in de vroege herfst. STRANDPERLE NORDERNEY bloeit van juni tot soms begin oktober met zeer opvallende, 6-8 cm grote bloemen, waarvan de bloemblaadjes een opvallend viltachtig uiterlijk hebben. Ze zijn diep roodpaars. De meeldraden zijn donker lilapaars en de stempels bleekgeel. Dit zorgt voor een mooie combinatie. De bloemen worden gevolgd door donker oranjerode bottels.
| Rosa STREET DANCE ('Boruistda') |
|
|
Rosa STREET DANCE ('Boruistda')
Gezien het succes van Short Track was er bij Boot & Dart behoefte aan meer variatie. In samenwerking met De Ruiter Benelux is uit een complex kruisingsprogramma STREETDANCE ontstaan. STREETDANCE wordt circa 70 cm hoog en groeit uitzonderlijk bossig. De bovenkant van de struik is opvallend vlak en gesloten. Net zoals bij SHORT TRACK zijn de twijgen vrijwel stekelloos. De gezonde donkergroene bladeren kleuren goudgeel in de herfst. Vanaf half mei tot in oktober openen de circa 8 cm grote, halfgevulde, warm lichtpaarsroze bloemen, met een klein heldergeel hart van meeldraden en stempels. STREETDANCE vormt slechts zelden bottels. Enerzijds is dat minder aantrekkelijk voor vogels en kleine zoogdieren, anderzijds wordt hierdoor de kans op uitzaaien gereduceerd. Net zoals de andere Rugosa-hybriden is ook STREETDANCE zeewind- en strooizoutbestendig.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Harm Otten
Friday 1 July 2022 |
|
Dank voor dit mooie overzicht! Hybriden zijn leuk, zeker als je op zoek bent naar specifieke eigenschappen, maar ik geef zelf meestal de voorkeur voor een zuiver ras. Deze kan je dan via zaad of stekken eenvoudig vermeerderen. Ik heb in 2020 al zaad van een Rosa rugosa gezaaid, en inmiddels een aantal planten opgekweekt voor in de voortuin. |
|
|
Tip de redactie
|