Noome: 'Je moet de tuin vooraf al een paar keer helemaal in je gedachten gemaakt hebben' |
|
|
|
|
| 306 sec |
Een daktuin aanleggen, hoe klein ook, vergt doordachte voorbereiding
Vrouwenmantel, Alchemilla, siergrassen, Euphorbia, Heuchera, veel Anemoon, Geranium ertussen, een mooie mix aan vaste planten in combinatie met hoge solitairheesters, sieren een kleine daktuin op een gebouw van de Rijksoverheid in Den Haag. Donker Groep ontwierp en legde aan. Projectmanager Dak- en geveltuinen Sijbrand Noome vertelt hoe dit project genaamd 'B30' tot stand kwam.
Project B30 betreft een intensieve daktuin van circa 250 m2. De daktuin ligt op het voormalige gebouw van het ministerie van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg 30 in Den Haag. De daktuin is onderdeel van een renovatieproject in handen van Kaan Architecten en is ontworpen door Donker Design binnen Donker Groep. Elwin de Vink was de tuinarchitect en Charlotte Oostenveld heeft het beplantingsplan uitgewerkt. Donker Groep heeft een lopend contract om de daktuin op beeld te houden en komt minstens twaalf keer per jaar langs voor onderhoud.
Het buitenproject
Projectmanager Dak- en geveltuinen Sijbrand Noome van Donker Groep vertelt over de opbouw en componenten van deze daktuin. 'B30 is een strook intensieve daktuin boven op een souterrain met daarin een bibliotheek,' zegt hij. 'De daktuin ligt circa anderhalve meter boven maaiveldniveau. Iets hoger gelegen bevindt zich nog meer daktuinoppervlak, bestaande uit twee smalle stroken. In deze stroken op het dak zijn witte, puntig uitstekende dakramen verwerkt. De punten van deze ramen zijn allemaal naar een ander punt toe gericht, zodat de lichtinval in het gebouw varieert. Rondom deze dakramen zijn de stroken bekleed met drie Sedum-soorten van leverancier Sempergreen. Naast de kelderbak met bibliotheek is een soort kering gemaakt, waarmee een perceel-afscheidende haag in de volle grond staat. Het patroon en lijnenspel van de buitentegels in de daktuin wordt in het gebouw naadloos voortgezet met de binnentegels, waardoor er ruimtelijkheid ontstaat.'
|
Alles begint met een goed afgewerkt dak
| |
|
Daktuincomponenten
Je ziet het niet van de buitenkant, maar de kwaliteit van het daktuinsysteem bepaalt van elke daktuin het functioneren en welslagen over lengte van jaren. Noome: 'Het begint met een goed afgewerkt dak.' Aandachtspunt is vooral de kwaliteit van de dakbedekking. 'Je legt niet voor 10 jaar aan, maar voor 25 jaar en wellicht wel voor 60 jaar. Sommige opdrachtgevers willen voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, hoofdaannemer of ontwikkelaar, maar houd ook als dakgroenspecialist in de gaten of de dakbedekking in orde is en of de dakdekker voldoende tijd en ruimte krijgt binnen de totale planning om zijn werk goed te doen. Want als er lekkages plaatsvinden, moet je als daktuinspecialist terugkomen om de daktuin weg te halen zodat het dak gerepareerd kan worden, en moet je de daktuin daarna weer terugleggen. Gelukkig professionaliseert de dakdekkersmarkt zich steeds meer.'
Noome vervolgt: 'Op het dak komt een beschermdoek met daarop een drainagelaag en tot slot een filterdoek. De hoogte van de drainagemat verschilt. Bij intensieve begroeiingen, zoals in B30 vaste planten, kleine haagblokken en solitairheesters, kiezen we voor een 40 mm hoge drainagemat. Op bepaalde punten wijkt dit af door het maximaal toegestane gewicht. Belangrijk is wel dat de basis zo solide mogelijk is. Als je gaat sjoemelen met deze basis, gaat dat onherroepelijk ten koste van de kwaliteit en duurzaamheid van de begroeiing.' De drainagemat, die onder de gehele daktuin is aangelegd, zorgt voor voldoende waterberging op het dak als het regent. De beplanting krijgt water met een irrigatiesysteem. De daktuin is in 'kraanvakken' verdeeld. Per vak krijgen de planten hun benodigde hoeveelheid water via druppelleidingen. 'Een solitair of Taxushaag heeft in de regel een andere hoeveelheid water nodig dan een vasteplantenvak. Maar ook vaste planten in de volle zon hebben meer water nodig dan planten in vakken die wat meer in de schaduw liggen.'
De drainagemat vormt ook een zuurstoflaag voor het bovenliggende substraat. Noome: 'Het water uit de substraatlaag valt via een luchtlaag in de drainagemat. Zou dit uitzakkende water direct in contact staan met het water eronder, dan zou het verzuren.' De drainagemat is vergelijkbaar met een eierdoos, bestaande uit bekertjes. De helft van de bekertjes kan telkens gevuld worden met water, waarbij de inhoud van de bovenste helft van de bekertjes blijft bestaan uit lucht. Door afschot in de onderconstructie loopt het water uit het ene bekertje over naar het andere bekertje en via de andere bekertjes naar het laagste punt van het dak waar de bouwkundige afvoer zich bevindt. Zo verdeelt het water in de drainagemat zich over het gehele dakvlak. Indien de drainagemat vol zit met water, wordt het wateroverschot afgevoerd.'
Omdat een daktuin in veel gevallen een beetje tonrond wordt aangelegd, bevindt zich boven het punt waar het meeste water zich verzamelt in de onderconstructie, vaak het dikste tuinpakket.
|
Je kunt ophogen door op de substraatlaag een bult te creëren
| |
|
Beplanting
'De tuin bestaat uit drie groene elementen: blokhagen, solitairheesters en vaste planten,' vertelt Noome. 'Met Taxus-hagen zijn kamers gecreëerd om de tuin, die langgerekt is van vorm, te onderbreken. De kamers vallen met name te ervaren als er stoeltjes worden geplaatst en men daarop gaat zitten. De opbouwhoogte en het maximale toegestane gewicht waren namelijk niet extreem hoog: het totale bouwpakket - materialen en beplanting - mocht waterverzadigd niet meer dan 450 kg per m2 zijn. Binnen deze bandbreedte konden we 25 cm substraatlaag opbouwen en blokhagen plaatsen van niet hoger dan een halve meter. Als je door de daktuin loopt, kun je de hele tuin overzien.'
Noome legt uit dat je als dakexpert moet weten hoe zwaar je bouwpakketten zijn. 'De substraatlaag weegt binnen het bouwpakket het zwaarste. Een substraatlaag van 20 cm hoog weegt waterverzadigd zo'n 300 kg. Dan blijft er relatief weinig gewicht over voor plantmateriaal. Grote solitairheesters zouden nooit in een substraatlaag van 25 cm kunnen groeien. Om hoogte te verkrijgen, hebben de we de substraatlaag omhoog gebracht door een soort bult te creëren. Hierdoor vormt de substraatlaag op sommige plekken wel 50 cm hoogte.'
Deze solitaire heesters staan in verband met hun gewicht vaak op bouwkundige elementen zoals muren of kolommen. 'In dit geval staan de Amerikaanse krenten ook op muurtjes waarmee het souterrain in verschillende kamers wordt ingedeeld. In het ontwerp maken wij aan de voorkant dus gebruik van het bouwkundig ontwerp van het gebouw, niet alleen voor bouwkundige steunpunten, maar ook voor afwateringspunten en de opstandhoogte naast de gevel. We willen niet dat de tuin hoger ligt dan de dorpel en er water het gebouw in loopt.'
Verder bestaat de daktuin uit vasteplantenborders. Deze planten krijgen hetzelfde soort onderhoud en dezelfde bemesting. De beplanting is een aanpassing aan de substraatlaag en niet andersom. 'Op een rijke tuin zoals deze, zet je geen vetplantjes. Er zijn natuurlijk wel eens vaste plantensoorten die wat meer bemesting vragen, maar dan krijgen zij in het onderhoud een handje meer van het een of het ander.'
|
In het ontwerp maken we gebruik van de bouwkundige tekening
| |
|
Jaarrond beeld
De ruggengraat van de tuin, de hagen, zorgen voor jaarrond groen. Ook de rest van de beplanting is zo gekozen dat die zo lang mogelijk in de seizoenen kleur, bloei of blad vertonen. Zodat er altijd iets gebeurt in de tuin. 'Siergrassen en Persicaria blijven in de wintermaanden hun bloeiwijze behouden, ook al worden ze dor. Het zijn bovendien sterke planten die overeind blijven staan. Persicaria hoef je pas in februari of maart terug te snoeien, maar dan komt het nieuwe groen alweer op.'
Uitdagingen
Je zou kunnen zeggen dat het ontwerp en de aanleg van een kleine daktuin makkelijker is dan in het geval van een grote daktuin. Niets is minder waar. 'Vaak wil de opdrachtgever dezelfde elementen laten terugkomen in een kleine daktuin als die in een grotere: terras, afscheidingen, kleurrijkdom, hoogteverschillen, paadjes. Ook de kaders van afschot, maximaal constructiegewicht en maximale opstandhoogtes blijven gelden. Het is een gepuzzel om deze kwijt te kunnen in een kleinere daktuin en om de daktuin esthetisch aan te laten sluiten bij de omgeving. Bovendien is de bereikbaarheid een hele uitdaging. Je hebt als bouwer dan wel minder materieel en plantmateriaal het dak op te hijsen, maar het moet er wel kunnen komen en geschikt zijn voor de bouwkundige ondergrond. Bij nieuwbouw lopen veel partijen rond op de werklocatie. Logistieke uitdagingen zijn om ervoor te zorgen dat niet iedereen door je werk heen loopt en hoe je je werk kunt doen zonder anderen tot last te zijn. Ook dit project bleek logistiek de grootste uitdaging. Omdat we met groot materieel niet bij het dak konden komen, moesten we alles met de kraan aanvoeren. We hebben via een parkeerterrein aan de zijkant materiaal met een mobiele kraan kunnen aanvoeren. Aan de andere kant lag een schoolgebouw. In verband met schooltijden mochten we met de mobiele kraan alleen op zaterdag materiaal aanvoeren. We moesten overleg plegen met andere bouwpartijen wanneer we een silowagen wilde parkeren aan de drukke Bezuidenhoutseweg of een torenkraan wilden inzetten om spullen op het dak te krijgen. We moesten ontheffing aanvragen vanaf het moment dat de hoofdaannemer Breijer het werkterrein aan de gemeente had overgedragen. Tip is dan ook om aan de voorkant alles goed te organiseren, want anders word je ter plekke linea recta weggestuurd.' Noome concludeert: 'Je moet zodanig voorbereid zijn, dat je de tuin al een paar keer van voor tot achter in je gedachten hebt gemaakt.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|