Onkruid in veldbloemen: wat te doen? |
|
|
|
Jan Krijnen, Advanta,
dinsdag 28 juli 2020 |
 |
| 114 sec |
De laatste weken krijgt Advanta meldingen binnen over woekerende ongewenste soorten in veldbloemen. In jaren waarin het voorjaar begint met aanhoudende droogte en relatief hoge temperaturen is deze ontwikkeling goed te verklaren. Ongewenste soorten kunnen zich onder bepaalde omstandigheden sneller ontwikkelen dan de gezaaide veldbloemen. Wat is hier de oorzaak van? En kunnen we hier iets aan doen?
 |
Droogte en warmte geeft ongewenste onkruiden kans
Door de aanhoudende droge en warme periode in het voorjaar zien we op sommige plaatsen dat onkruiden goed gedijen. Deze ongewenste soorten, ook wel 'pioniers' genoemd, zijn vaak éénjarige soorten met een lange kiemkracht, die zich in specifieke omstandigheden zeer snel kunnen ontwikkelen. De zaden zijn aanwezig in de bodem en wachten op gunstige omstandigheden om te kiemen. De zaadvoorraaad in de grond wordt geactiveerd door het bewerken of omwerken van de grond. Als het dan ook nog eens droog en warm weer is, schieten de pioniers als paddenstoelen uit de grond. De meest voorkomende pioniers zijn melganzevoet (melde), perzikkruid, knopkruid en hanenpoot (éénjarig grasachtige).
 | De meest voorkomende pioniers zijn hanenpoot (linksboven), perzikkruid (rechtsboven), knopkruid (linksonder) en melganzevoet (rechtsonder). |
|
|
Hoe kun je onkruiden en ongewenste soorten voorkomen?
Onkruid is nooit helemaal te voorkomen, maar we kunnen wel een situatie creëren die zo optimaal mogelijk is voor het gewenste gewas om te kiemen en te groeien. De weersomstandigheden kunnen we niet sturen, dus moeten we ons richten op het zaaibed. Bij het meerdere malen zaaien van éénjarige mengsels op dezelfde plaats kan de opslag van zaad in de bodem een probleem zijn. Laat het gewas daarom de hele winter staan als dat mogelijk is. Wanneer de grond bedekt is, kunnen ongewenste grassen en kruiden zich in de herfst en winter minder ontwikkelen. Bovendien is het gunstig voor de insecten en het bodemleven.
Haal na de winter (zo rond eind maart) alle gewasresten weg en zet de toplaag iets om. Laat de zaadvoorraad in de toplaag kiemen en verwijder deze plantjes weer door te schoffelen. Voer de werkzaamheden zo ondiep mogelijk uit om te voorkomen dat je weer zaad uit de ondergrond naar boven brengt. Soms moet je dit meerdere keren uitvoeren. Je moet er van verzekerd zijn dat de toplaag waarin je zaait redelijk schoon is van woekerende onkruiden.
Monitoren en maaien zijn onvermijdelijk
Heb je alle voorbereidende werkzaamheden gedaan en nemen pioniers toch de overhand op het gezaaide perceel? Dan is monitoren en plannen om te maaien onvermijdelijk. Op kleinere stukken is het mogelijk om onkruid weg te plukken of te knippen, maar op grotere stukken kunnen we niet zonder machines.
 | Op dit proefveld komt veel melganzevoet op tussen de mengsels. Daarom zijn er banen gemaaid, zodat de gewenste soorten de ruimte en het licht krijgen om te groeien. |
|
|
Waarom is maaien de beste methode? De ongewenste kruiden groeien sneller en beconcurreren de gewenste bloemen en kruiden met hun standplaats en door licht weg te nemen. Vaak zien we de gewenste kruiden onder de ongewenste staan. Dit houden ze even vol, maar uiteindelijk kunnen ze zich niet vestigen. Door hoog te maaien en het maaisel af te voeren (10-15 cm) kunnen we de gewenste bloemen en kruiden weer in het licht zetten. Hierbij is nog wel een verschil aan te merken tussen éénjarige en meerjarige mengsels. Bij éénjarige mengsels moeten we snel handelen, anders is de groeiachterstand te groot en komen de bloemen niet meer boven de ongewenste soorten uit. Grijpen we te laat in, dan zien we als resultaat een mengelmoes van gewenste en ongewenste soorten. Soms is het beeld acceptabel en soms een teleurstelling. Bij meerjarige mengsels beroeren we de grond niet opnieuw. De planten die zich hebben kunnen vestigen, komen in het jaar daarop tot hun recht.
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|