Niet "hoog" en "laag," maar gewoon goed |
|
|
|
Mark Vlasman,
maandag 13 januari 2025 |
 |
| 125 sec |
Laat ik eerlijk zijn: ik kan me soms behoorlijk opwinden. Vooral als ik weer zo'n studieadviespapiertje van mijn dochter onder ogen krijg, zoals ik deze zomer in mijn column beschreef. 'Ga je door naar het hoger onderwijs, of blijf je steken in het middelbaar?' Steken? Alsof ze vastzit in een modderpoel waar ze nooit meer uitkomt. En dan ook nog dat eeuwige "hoog" en "laag". Waarom moet alles hier in Nederland in hokjes, en dan ook nog in een laddermodel?
 |
Neem ons systeem. In groep 8 komt de sorteerhoed al tevoorschijn, het lijkt wel een scène uit Harry Potter: wie gaat naar het vmbo, havo of vwo? Dat advies, gegeven als je twaalf bent, bepaalt je pad in het voortgezet onderwijs. Kies je vmbo, dan ga je meestal door naar het mbo en word je bijvoorbeeld timmerman, schoonheidsspecialist of hovenier. Met havo kun je naar het hbo, voor beroepen als leraar of verpleegkundige, en zit je op het vwo, dan is de universiteit vaak het eindstation. Een streng gescheiden systeem dus, waarin theorie en praktijk elk hun eigen plek en label hebben gekregen. Het probleem? Die labels worden al snel vertaald naar "hoog" en "laag", en daarmee word je als kind meteen in een hokje geplaatst - soms voor de rest van je leven.
|
In groep 8 komt de sorteerhoed al tevoorschijn, het lijkt wel een scène uit Harry Potter: wie gaat naar het vmbo, havo of vwo?
| |
|
En hoe ervaren Nederlandse leerlingen dat? Ze zitten vaak al vroeg in die prestatiehokjes en voelen daardoor de druk om "te presteren op hun niveau". Onderzoek laat zien dat deze prestatiecultuur bij Nederlandse leerlingen relatief veel prestatiedruk veroorzaakt, vooral in het voortgezet onderwijs. Voor veel jongeren gaat die druk ten koste van hun leerplezier. Begrijp me niet verkeerd, ze zijn niet ongelukkig, maar de voortdurende splitsing en het idee dat "hoog" beter is, drukt als een constante last.
In Zweden gaat dat héél anders. Daar wordt niet op jonge leeftijd geselecteerd op niveau. Tot hun zestiende zitten alle kinderen in hetzelfde type onderwijs, de grundskola. Pas daarna kunnen ze kiezen uit verschillende richtingen in de gymnasieskolor (middelbare school), zoals techniek, economie of natuurkunde. Geen "hoog" of "laag" niveau, gewoon de keuze voor het pad dat bij hen past. Zweedse leerlingen ervaren hierdoor minder prestatiedruk en kunnen vrijer ontdekken waar hun talenten liggen. Hun welzijn ligt over het algemeen hoger, omdat ze zich niet al vanaf jonge leeftijd vastgezet voelen in een bepaald vakkenpakket of niveau. Daar krijgen kinderen echt de ruimte om te leren en te ontdekken, zonder die verlammende labels en prestatiedruk.
|
De huidige energietransitie wordt op dit moment grotendeels gehinderd door een tekort aan vakmensen
| |
|
Hier in Nederland is ons systeem zo strak in stapeltjes opgedeeld dat "hoog" en "laag" er haast ingebakken zit. En dat is vreemd, want wie wil er straks een lekkend dak of een tuin vol onkruid? Zelfs de huidige energietransitie wordt op dit moment grotendeels gehinderd door een tekort aan vakmensen. Kijk, zelfs de grootste denkers staan zonder de "doeners" letterlijk in de kou. Of het nu gaat om de schoolbanken of de bouwstenen, die twee hebben elkaar hard nodig. En dat verdient best wat meer waardering.
Dus, waarom wat minder "hoog" en "laag" in ons onderwijssysteem? Wat als we kinderen na de basisschool eerst, net als in Zweden, eens wat laten ontdekken? Laten we ophouden met "lager" of "hoger" denken en het gewoon goed noemen als iemand een vak kiest dat bij hen past. En ja, dat duurt langer dan een gemiddeld kabinet op zijn plek zit, maar misschien is dát juist het probleem, niet zozeer onze visie op onderwijs... eigenlijk nog erger.
Eén ding is zeker: als straks de kranen lekken en de tuinen woekeren, dan blijkt die "lager opgeleide" vakman ineens onmisbaar.
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|