De kloof tussen papier en praktijk |
|
|
|
|
| 465 sec |
Relatie hovenier enerzijds en tuinontwerper/architect anderzijds onder de loep
Vraag je een willekeurige hovenier of ontwerper naar de onderlinge samenwerking van beide partijen in de Nederlandse achtertuin, dan blijft het vaak redelijk beschaafd. Toch kun je tussen de regels door wel wat kritiekpuntjes horen. Hoveniers zouden bijvoorbeeld te praktisch zijn, ontwerpers te veel hun hoofd bij de zichtlijnen hebben zonder oog voor de realiteit of het klantbudget. Tijd om beide partijen eens bij elkaar te brengen en die 'kloof' te bediscussiëren. Wat gaat er goed? En waar kunnen we als sector van leren om een stap verder te komen?
Het tweede hovenierscafé van vakblad De Hovenier wordt gehouden bij Fort Vechten in Bunnik (Utrecht). Een fantastische omgeving om eens stevig te discussiëren naar aanleiding van wat wij horen uit de markt en tijdens interviews en gesprekken. Op onze oproep reageerden helaas voornamelijk hoveniers. Wellicht niet zo gek, gezien onze titel, maar toch jammer voor de discussie dat we de ontwerpers moeilijker konden activeren.
De kloof
Hoewel alle aanwezigen veel praktijkvoorbeelden hebben over waar het misgaat, lijken ze geen onoverbrugbare kloof te zien. 'Er gaat ook vooral veel wél goed', zo klinkt het. Wat ook vaak wordt aangestipt, is dat de 'kloof' in de loop van de jaren eigenlijk vanzelf wordt gedicht als men leert samen te werken. Ecologisch hovenier Tinka Chabot trapt de sessie af met een praktijkprobleem. Chabot is voornamelijk werkzaam als onderhoudshovenier en komt in de praktijk veel ontwerpfouten tegen. Haar grootste punt van kritiek is het gebrek aan plantenkennis bij ontwerpers en architecten. Voorbeelden: lavendel in de schaduw op de noordzijde, een luxe buitenkeuken pal onder een pas geplante volwassen Cornus. Chabot: 'Ik word er dan achteraf bij geroepen omdat die Cornus duidelijke stresssignalen afgeeft. Wat mij dan opvalt, is dat er veel geld gemoeid was met de aanleg van deze tuin, maar dat niemand zich heeft afgevraagd of dit wel een verstandige plek was voor zo'n Cornus. Papier is altijd geduldig, maar de praktijk is weerbarstiger.'
|
'Papier is altijd geduldig, maar de praktijk is weerbarstiger'
| |
|
Jaap Sterk bedient met zijn ontwerpbureau het hogere segment. Hij is van mening dat alles wat op papier staat ook in de praktijk kan worden gerealiseerd. 'Ik zeg altijd: álles kan, er moeten alleen barrières genomen worden om het uit te voeren.' Die houding dat de mogelijkheden eindeloos zijn, dat is misschien precies waarin hoveniers en ontwerpers van elkaar verschillen. Dat ziet Niels in 't Veen van Trivium Ceramics ook. 'Hoveniers kunnen soms heel eigenwijs zijn en meteen een praktische vertaalslag maken van het creatieve ontwerp, omdat dat makkelijker is.' Er wordt daarbij niet altijd overleg gezocht met de klant en de ontwerpende partij, ziet In 't Veen. 'Zo'n hovenier kiest dan voor de makkelijke weg, die hij kent. Maar vraag je als hovenier eens af: jouw klanten hebben toch niet voor niets zoveel geld uitgegeven aan een ontwerp?'
-
Danny Raymakers
-
Chantal Spijker
|
Niet zwart-wit
Volgens Danny Raaijmakers van Hoveniersbedrijf De Paashoef is het niet zo zwart-wit is. Raaijmakers is actief als hovenier én ontwerper; na een aantal opleidingen richt hij zich inmiddels volledig op ontwerpen. Raaijmakers: 'Tuinontwerpen geven vaak ook ruimte voor interpretatie. Je kunt niet alles aflezen van een tekening.' Maar dat is voor hem geen reden is om eigenwijs te zijn. 'Daarom wil ik als uitvoerende partij ook minimaal één keer om de tafel met de ontwerper, om te horen wat zijn visie is en hoe we daaraan kunnen vasthouden bij de aanleg.' In 't Veen is agent en importeur van verschillende soorten natuursteen en verharding. Hij zoekt de verklaring van de praktische vertaalslag of 'eigenwijze' houding deels in een stukje onkunde bij hoveniers. 'Er wordt soms al gauw gezegd: dat kan zo niet, en dan voert de hovenier het op zijn eigen manier uit. Maar er worden nieuwe technieken ontwikkeld, er wordt geïnnoveerd, er is zoveel meer mogelijk dan je denkt. Ik denk dat daarbij ook voor ons als industrie een belangrijke rol is weggelegd.' Hij lijkt zich bij Sterk aan te sluiten met zijn mening dat een papieren ontwerp eigenlijk altijd in de praktijk kan worden uitgevoerd. 'Maar dan moet je als hovenier wel bijblijven. Lees vakliteratuur, bezoek leveranciers en sta open voor nieuwe methoden', aldus In 't Veen.
Kennis en begrip
Er wordt eenstemmig geknikt in de zaal. Men lijkt het erover eens dat kennis een belangrijke voorwaarde is voor goede samenwerking tussen beide partijen kennis - zowel voor ontwerpers als voor hoveniers. Kennis van je eigen vak en specialiteit, maar ook begrip en respect voor het vak van de andere partij. Het gesprek komt algauw op een bekend onderwerp: het teruglopende onderwijs en het feit dat het vak van hovenier niet meer een beschermd beroep is. Chantal Spijker, adviseur bij MBI: 'Er komen steeds meer hoveniersbedrijven, maar die hebben niet allemaal hetzelfde niveau.' Dat kun je zien als een nadeel, maar het is ook een kans om je als hovenier te profileren als professional.
Ontwerprisico
Sterk geeft aan eigenlijk weinig ervaring te hebben met die zogenaamde eigenwijze, praktische hoveniers: 'Recent hebben wij nog een mooi project opgeleverd vlak bij Leiden. Er zaten best wel wat complexe zaken in die tuin getekend, maar de hovenier belde mij vaak om het door te spreken. Hij wilde het ontwerp eer aandoen met een goede uitvoering.' Raaijmakers stipt een belangrijk punt aan. Bij wat grotere, kostbare projecten waarbij ontwerptechnisch innovatieve dingen op papier zijn gezet, ligt het risico wél volledig bij de hovenier: 'Iedereen maakt graag mooie plaatjes, maar hoe het in de praktijk uitwerkt is soms nog onbekend. Dat moeten wij als hoveniers dan maar voor elkaar krijgen.' Frank Ruinard kan zich hier helemaal in vinden. Daarom wordt door zijn hoveniersbedrijf op bepaalde aspecten van een ontwerp geen garantie gegeven. Naast zijn hoveniersbedrijf heeft hij sinds kort ook een ontwerpbureau: Studio Ruinard. Er wordt even kort gesproken over 'kliekjes': je ziet dat sommige ontwerpers veel samenwerken met slechts een handvol hoveniersbedrijven. Martin van Brenk van GreenID Tuinen vindt dit jammer. 'Ik vind dat architecten ervoor moeten openstaan om met verschillende partijen te werken.' Van Brenk werkt met zijn ontwerpbureau GreenID rond Opheusden. Na jarenlange ervaring in de aanleg richt hij zich inmiddels volledig op het ontwerp.
-
Dennis de Wilde
-
Frank Ruinard
|
Hovenier, blijf bij je leest
Vergo Verberne van Vergo Groen & Advies stelt: 'Volgens mij moeten wij als hoveniers juist die praktische vertaalslag maken en het creatieve proces aan de ontwerpers overlaten. Ik erger me aan al die antracieten stapelblokjes in de Nederlandse voortuinen; het mag wel iets creatiever.' Verberne is met zijn hoveniersbedrijf vooral actief als uitvoerend hovenier. Raaijmakers is het hier helemaal mee eens: 'Je ziet veel kopieergedrag.' Dat brengt de discussie op een van de andere pijnpunten. Hoveniers schetsen soms gratis tuinen als middel om werk binnen te halen. Hierbij staan esthetiek en creativiteit niet altijd voorop, dus bestaat het risico dat alle voortuinen verdacht veel op elkaar gaan lijken. Alle aanwezigen verbazen zich erover dat Nederlandse tuinen vaak niet worden getekend door een ontwerper of architect - een ontwikkeling waar bijvoorbeeld in de bouw geen sprake van is. Verberne: 'Ontwerpers en architecten zijn onmisbaar. Ze creëren trends, bedenken iets nieuws wat aanslaat en houden daarmee de markt in beweging.' In 't Veen ziet dat 25 à 50 procent van zijn hoveniersklanten niet volgens een ontwerp werkt. 'De consument kiest er eigenlijk zelf voor om alleen met een hovenier in zee te gaan.' Ruinard zegt dat dat percentage hem nog meevalt.
|
'In het hogere segment wordt een hoog percentage van de tuinontwerpen niet gerealiseerd'
| |
|
Budget
Ruinard brengt de discussie op het budget. Want uiteraard kun je bijna alles realiseren op basis van een ontwerp, maar tegen welke kosten? En wordt dit wel duidelijk kenbaar gemaakt aan de klant? Ruinard noemt een recent voorbeeld waarbij het ontwerp van de architect maar liefst één ton boven de begroting van de klant zat. 'Dan heeft die architect niet naar het budget gevraagd. Dat lijkt mij geen goede zaak.' In 't Veen snapt dat eigenlijk wel. Hij schetst de situatie bij een bekende tuinarchitect dat maar liefst 80 à 90% van de tuinontwerpen niet wordt gerealiseerd. Zijn bedrijfsmodel is dus niet per se de realisatie van de door hem ontworpen tuinen. Daardoor is praten over het budget minder noodzakelijk. De aanwezigen zijn verbaasd: een tuinontwerp van duizenden euro's, om het daarna boven het bed te hangen? Sterk geeft toe dat het bij ontwerpen in het hogere segment regelmatig niet tot uitvoering komt. Zelf zit hij met zijn bureau rond de 30 procent. En ook bij Sterks ontwerpbureau wordt veelal niet over het budget gepraat. Sterk: 'Vaak noemt de klant geen budget. Wij hanteren altijd de richtlijn van 15 à 20 procent van de waarde van het vastgoed.' Toch vinden de aanwezige hoveniers het vreemd dat ontwerpers geen rekening houden met zoiets belangrijks als het budget. Uiteindelijk hebben de meeste klanten wel een budget in het achterhoofd. Als dit niet aan bod komt in de ontwerpfase, komt het wel aan de orde tijdens de uitvoer. Is het niet: hoe eerder, hoe beter? Hieruit blijkt wel dat hoveniers een project beduidend anders benaderen dan ontwerpers.
-
Jaap Sterk
-
|
Hovenier betrekken bij ontwerp
Ruinard gooit een balletje op: 'Zouden hoveniers niet veel eerder moeten worden betrokken bij het ontwerpproces? Ik mis weleens dat belletje vooraf van architecten en ontwerpers. Dan kunnen we veel dingen van tevoren ondervangen.' Sterk brengt hiertegenin dat de uitvoerende hovenier vaak nog niet bekend is bij het presenteren van zijn onderwerp. 'Daarnaast leveren wij een volledig en gedetailleerd bestek ná goedkeuring van het ontwerp.' Dit bestek bevat prijzen die volgens hem overeenkomen met die in de hoveniersofferte. Spijker en In 't Veen zeggen dat ze regelmatig eerder bij het ontwerp worden betrokken als toeleverancier, door het maken van prijsramingen voor architecten en ontwerpers.
Onderhoudskosten
Chabot vraagt zich af of ontwerpers in hun tuinontwerpen wel rekening houden met onderhoudskosten. Als voorbeeld schetst ze: 'Veel buxusbollen en strakke haagjes zorgen voor hoge onderhoudskosten als de klant zelf niet aan de slag wil.' Volgens Sterk is dit in zijn klantenkring meestal geen probleem en dus geen punt van aandacht. In 't Veen vindt de vraag echter wel terecht: 'Het is goed als ontwerpers ook rekening houden met de toekomstbestendigheid van het project.'
Verkeerde tekening
Verberne ziet toch ook dingen fout gaan aan de kant van de ontwerpers, bijvoorbeeld dat de tekening vooraf verkeerd is ingemeten. 'Ik schrijf mijn offerte op basis van die tekening. Als dit achteraf niet blijkt te kloppen, kan ik fluiten naar mijn marges.' Ruinard herkent het voorbeeld. 'Als je het hebt over een kloof, dan zie ik die daar.' In 't Veen komt terug op de kliekjesgeest in de sector: 'Daarom zie je natuurlijk dat partijen steeds dezelfde samenwerking opzoeken.' Van Brenk relativeert: 'Er gaat natuurlijk ook heel veel wél goed.'
Overbruggen
In 't Veen: 'Onderling begrip en samenwerking zijn nodig. Het is juist mooi als alle specialisaties bij elkaar komen in de achtertuin. Door specialisatie komen we als sector ook weer een stukje verder. In een tuin van 10.000 euro is het misschien niet interessant om aan de slag te gaan met onderaannemers, maar bij grotere projecten wel.' Dennis de Wilde van het Friese DIM Hoveniers ziet hier toch wel wat beren op de weg: 'Maar je wilt wél die diversiteit in je werk houden. Dat maakt ons vak juist zo mooi, afwisselend en uitdagend, dat je iedere dag met iets anders bezig kunt zijn.' In 't Veen denkt toch dat de toekomst meer specialisatie met zich meebrengt. 'Ook vanwege het personeelstekort. Laat de vakgeschoolde hoveniers hun werk doen en zoek daaromheen een flexibele schil van andere expertises.' Ruinard: 'Wij zien juist het tegenovergestelde gebeuren; in ons bedrijf gaan we steeds meer zelf doen.'
-
Niels in 't Veen
-
Tinka Chabot
|
Kloof?
Afsluitend is er de rondvraag: is er sprake van een kloof of valt het allemaal wel mee? Sterk ervaart in de praktijk weinig pijnpunten, maar is wel van mening dat er een kloof is. 'Een kloof die zichzelf eigenlijk ook weer oplost.' Met daarbij een tip voor beide partijen: 'Focus op je eigen specialisatie. Over het algemeen denken hoveniers dat ze alles zelf kunnen, maar dat moet je helemaal niet willen. Daarbij denk ik dat werk met de handen over tien à vijftien jaar net zo goed beloond zal worden als het werk van een advocaat.' Recente publicaties van de MBO Raad laten al zien dat de lonen van mbo'ers op bepaalde vlakken die van hbo'ers hebben ingehaald. Ruinard is het hiermee eens: 'Wij moeten als hoveniers staan voor ons werk en onze kwaliteiten.' In 't Veen: 'We moeten het met elkaar doen. Het staat of valt met de wil.' Ruinard vraagt zich af of de kloof niet deels te maken heeft met het minderwaardigheidsgevoel van de hovenier. 'Dat zij het gevoel hebben minder te zijn dan de architect. Of doordat architecten teveel te maken hebben gehad met hobbyhoveniers.' De Wilde constateert als Friese hovenier niet alleen een kloof tussen ontwerp en aanleg, maar ook in de Nederlandse geografie. 'Wat jullie in de Randstad realiseren qua luxe en projecten, dat gaat er bij ons in Friesland niet in.'
|
Heeft de kloof zijn oorsprong in het minderwaardigheidsgevoel van de hovenier?
| |
|
Afsluitend
In zekere zin bestaat er overal een kloof tussen theorie en praktijk. Op papier zijn de mogelijkheden eindeloos, maar in de praktijk moet je toch rekening houden met de grondsoort, het budget van de klant, zijn verwachtingen, vergunningen, buren ... kortom, met de praktijk. Misschien gaat het niet alleen om de kloof tussen theorie en praktijk, maar ook tussen creatief en praktisch. Een ontwerper kijkt anders naar de wereld en die achtertuin dan een hovenier. Die andere zienswijze is wellicht niet hinderlijk, maar juist verrijkend, voor beide partijen. We kunnen en mogen immers leren van elkaars specialisatie. En, zoals we met zijn allen concluderen: er is in de dagelijkse praktijk veel respect voor elkaars werk en het gaat vooral vaak wél heel goed.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|