| |||||||||||||
Vaste planten en grassen vormen de emotie en dynamiek van een tuin Tuinboeken associëren we doorgaans met koffietafelboeken. Leuk om in te kijken en naar te kijken, maar eigenlijk niet bedoeld om te lezen. Dat vooroordeel moet je even aan de kant zetten als je je tanden wilt zetten in het laatste boek van een van Nederlands belangrijkste tuinontwerpers, Piet Oudolf. Dit boek verdient het namelijk om gelezen te worden, is goed geschreven en bij momenten zelfs spannend. Eerst even over het belang van Piet Oudolf. Oudolf is een van de weinige Nederlandse tuinontwerpers die bekend zijn in binnen- en buitenland en ook nog bij een breed publiek. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Oudolf een belangrijke gangmaker is van de zogenaamde Dutch Wave, die ook wel New Perennial Movement wordt genoemd. Het doel van de stroming is om beplanting te realiseren met een naturalistische uitstraling. Oudolf staat hiermee in een lange traditie van Nederlandse en buitenlandse ontwerpers die deze natuurlijke beplanting hebben gepromoot. De verdienste van het boek is dat het Piet Oudolf in die traditie plaatst. Je zou kunnen zeggen dat die traditie begonnen is met Jac. P. Thijsse en de aanleg van de eerste heemtuinen, onder andere in Amstelveen.
Vaste plantenWie Piet Oudolf zegt, zegt feitelijk vaste planten. Oudolf begon zijn carrière als hovenier en ontwerper in Haarlem, maar werd na zijn verhuizing naar Hummelo samen met zijn vrouw Anja kweker van vaste planten, om zich daarna weer volledig toe te leggen op het ontwerpen van tuinen, ook weer vooral op basis van vaste planten. Oudolf hield uiteindelijk op met zijn eigen kwekerij toen zijn werk als ontwerper een steeds grotere vlucht nam, maar ook omdat andere vasteplantenkwekers - mede door het succes van Oudolf - de planten gingen kweken die hij nodig had. Vaste planten zijn veel belangrijker geworden in de moderne naturalistisch aandoende tuin, en dat geldt ook voor grassen. Ook hiermee was Oudolf een van de gangmakers. Grassen werden vroeger amper gebruikt in tuinen, maar worden nu bijna standaard toegepast.
Rol in de tuinHet doel van dit artikeltje is hoveniers te overtuigen dit boek te kopen en te lezen. Met het boek in de hand kun je goed begrijpen hoe tuinen zich pakweg de laatste 50 jaar hebben ontwikkeld, maar wat zouden hoveniers eraan hebben? We vroegen het aan Piet Oudolf in een kort telefonisch interview: wat staat er in dat boek dat relevant is voor hoveniers? Oudolf meldt dat het in zijn geval begon met een passie voor planten. Volgens de ontwerper zorgen grassen en vaste planten het hele jaar door voor extra emotie en dynamiek in de tuin, voornamelijk omdat ze steeds anders zijn. Ook bomen, struiken en hagen veranderen natuurlijk in de loop van het seizoen, maar veel minder dramatisch. In het boek - dat je overigens niet moet lezen als handleiding om een Oudolf-tuin te maken - wordt hier herhaaldelijk aan gerefereerd. Verder mag het boek niet gezien als een biografie van Oudolf, maar een veel eerder als een biografie van de ontwerperscarrière van Oudolf.
Panicum virgatum 'Shenandoah' Mede vanwege zijn werk in de VS gebruikt Oudolf veel Amerikaanse grassen, bijvoorbeeld dit vingergras. Sporobolus heterolepis Ook met dit prairiegras (Sporobolus heterolepis) kwam Oudolf in Amerika in aanraking. Hij verwerkte deze duurzame plant met een los karakter veel in zijn ontwerpen. Pennisetum alopecuroides var. viridescens Dit lampenpoetsersgras heeft vrij donkere bloeistengels, die contrasteren met de luchtige bloeiwijze. Stachys monnieri 'Hummelo' Deze andoorn of ezelsoor is - anders dan de naam doet vermoeden - niet geselecteerd door Piet Oudolf, maar door de Duitse kweker en veredelaar Ernst Pagels. De plant wordt tot 70 cm hoog en bloeit paars in de periode juli-augustus. Amsonia tabernaemontana Ook een goede soort voor het openbaar groen: langlevend, droogtebestendig en houdt na de bloei aantrekkelijk loof dat in de herfst lichtgeel verkleurt. Monarda bradburiana Wie Monarda zegt, zegt meeldauw. Volgens Oudolf is dat bij deze plant niet het geval, vooral omdat deze eerder bloeit.
Tip de redactie |
|