| |||||||||||||
Fruit uit eigen tuin geeft driedubbel plezier Zelf fruit kweken is leuk om te doen, mooi om te zien en fruit dat je zelf ziet groeien, is ook nog eens extra lekker om op te eten. Het past echt in de trend om vers en onbespoten voedsel uit eigen tuin te eten - zeker leuk om daar rekening mee te houden bij het ontwerpen van een tuin.
Alex Frints van boomkwekerijen Jos Frijns en Zonen in Margraten is gespecialiseerd in fruit. Hij levert een breed assortiment van de meest gangbare appels, peren, pruimen en kersen en daarnaast nog wat speciale soorten. Maar wat hij zeker zo belangrijk vindt, is dat ze op een duurzame manier geteeld worden en dat het 'maatwerk' is. Onbespoten fruitFrints is al vanaf 1995 bezig om meer biologisch te werken. 'We moeten rekening houden met de volgende generatie', is zijn mening. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: hij kweekt op een duurzame wijze én de fruitbomen die hij aflevert zijn schoon en weerbaar tegen ziekten en plagen. Daarbij gaat het om een combinatie van keuzes: van de rassen, van organische meststoffen en bodemverbeteraars en gegarandeerd schoon uitgangsmateriaal. Frints: 'Onze rassen zijn zo gekozen dat ze weinig tot niet gevoelig zijn voor ziektes en plagen. Een voorbeeld. Schurft is de voornaamste ziekte bij appel. Alleen al door schurftresistente rassen te gebruiken, bespaar je 95 procent op gewasbeschermingsmiddelen. Dat is fijn, want tuineigenaren kiezen juist voor een eigen fruitboom om onbespoten fruit te kunnen eten.'Duurzaam opgekweekt maakt weerbaarHet gaat om meer dan alleen de rassenkeuze. Een gezonde boom is sterker en daardoor minder vatbaar voor ziekten en plagen. En dat hangt weer samen met een gezond bodemleven. Frints stimuleert dit door een andere manier van bemesten. 'Ik gebruik al drie jaar geen kunstmest meer, maar organische mest. Vroeger gaf ik 110 kg stikstof per hectare, nu nog maar 35 kg. Daarmee stimuleer ik ook het bodemleven, vooral een goede ontwikkeling van mycorrhiza - een symbiose van goede schimmels in de bodem met de wortels van de boom.'De goede schimmels nemen minerale meststoffen op uit de bodem en staan ze af aan de plant. De schimmels krijgen suikers van de plant. Om het bodemleven te bevorderen, geeft Frints een biologische bodemverbeteraar. Hij heeft gekozen voor Biovin. Dit is een voedzame mix van micro-organismen en natuurlijke groeihormonen, gemaakt van restanten die overblijven na de pers van druiven. Frints: 'Sinds ik Biovin gebruik, is de opname van meststoffen met 700 procent toegenomen.' Hij gebruikt bovendien alleen gecertificeerd uitgangsmateriaal voor zowel de onderstammen als het enthout, zodat dit ook gegarandeerd ziektevrij is. Kiezen van de juiste maatHoe groot een fruitboom kan en mag worden, hangt af van de standplaats. De standaardhoogte is 60 cm voor een struik (vertakt), 1,20 meter voor een halfstam en 2,00 meter voor een hoogstam. De term 'patiofruit' zegt Frints niet zoveel. 'Ik raad het niet aan. Het zijn plofplanten. Patiofruit is gesnoeid als een boombuxus. Binnen drie jaar is het een gewone struik.' Dat is natuurlijk niet het geval als het gaat om dwergplanten, die van nature langzaam groeien, of om leifruit in verschillende maten.Voor de wat kleinere tuinen is zijn advies om te kiezen voor 'zuilfruit': zuilvormig groeiende bomen, die van nature weinig vertakkingen vormen. 'Voorbeelden van zuilfruit zijn de appelrassen 'Red Cats' en 'Green Cats', de perenrassen 'Obelisk' en 'Concorde', de kers 'Sylvia' en de pruimenboom 'Mirabelle Ruby'. Deze bomen hebben een doorsnede van 60-70 cm en een hoogte van ongeveer 2 meter.' Verder raadt hij aan: 'Bedenk als hovenier ook of een boom nog met de hand geplant kan worden of dat er een machine aan te pas moet komen. Er zijn tussenoplossingen, zoals een XXL boom in kuipmaat tussen C25 en C50, die al wel een zekere omvang heeft, maar nog steeds met de hand te planten is.'
Een smakelijk lijstjeEr valt heel wat te kiezen als het om fruit gaat. Dat hangt ook van ieders smaak af. En klanten hebben graag een steuntje in de rug bij hun keuze. Bovendien hoeft het ook niet bij één fruitboom te blijven, afhankelijk van de ruimte. Fruitbomen zijn door hun bloei in het voorjaar ook nog eens een sieraad voor de tuin en goed voor bijen en andere bestuivers.1. Appel - Malus domestica. Er is een ruime keuze op het gebied van appelrassen. Een belangrijk criterium is de smaak. De een houdt van zacht, zoet en sappig, de ander van wat zuurder en een stevige beet. En moet het een handappel zijn of moet je ermee kunnen bakken? Let op: voor de bestuiving is er een tweede appel nodig. Dat mag ook een sierappel zijn. Goede appelrassen zijn cox, elstar, santana (hypoallergeen), Groninger kroon, red devil, rosette en greensleeves. Gezonde appelrassen zijn topaz, rajka, rubinella, rode Boskoop en alkmene. 2. Peer - Pyrus communis. Ook op perengebied zijn er heel wat rassen. Ze zijn grofweg te onderscheiden in handperen en stoofperen. Goede handpeerrassen zijn: conference, doyenné du comice, concorde, bonne Louise, Clapp's favourite, Williams en beurré Hardy. Een goed stoofpeerras en tevens een zeer goede bestuiver is gieser wildeman. 3. Pruim - Prunus domestica. Pruimen zijn steenvruchten. Ze zijn er in verschillende kleuren: blauwzwart, rood, groen en geel. Ze zijn zoet, zoetzuur of zuur. Goede pruimenrassen zijn: opal, mirabelle de Nancy, de kwets of bakpruim, reine-claude, jubileum en Victoria. 4. Kers - Ook kersen zijn steenvruchten. En ook hier kan de kleur variëren van geel tot bijna zwart. Botanisch gezien zijn er twee soorten kersen: de zoete kers (Prunus avium) en de zure kers (Prunus cerasus). Goede zoete kersenrassen zijn de gele Udense Spaanse, bigarreau Napoléon en de dikke zoete hedelfinger. Van vroeg naar laat zijn goede rassen: burlat, merchant, regina en kordia. De morel is een goede zure kers.#T Bijzondere fruitsoorten Ook heeft Frints nog wat aanbevelingen als het om bijzondere fruit- en notensoorten gaat. 1. Mispel - Mespilus germanica. De Romeinen brachten deze struik al mee vanwege de mooie bloem. De Gelderse roos in het wapen van Gelderland is een mispel en geen Viburnum opulus. Een mispel wordt niet zo gegeten, maar halfrot, als de nachtvorst eroverheen is geweest. Niet voor niets luidt het gezegde 'zo rot als een mispel'. 2. Kweepeer - Cydonia oblonga. De planten zijn wat gevoelig voor perenroest. Met een beetje extra Biovin zijn ze iets sterker. De wat harde, onregelmatig gevormde vruchten zijn fantastisch te verwerken in tal van recepten en prachtig als decoratie in huis. 3. Abrikoos - Prunus armeniaca. Zet deze plant op de warmste plek van de tuin. De vruchten hebben een heerlijk zoete smaak en worden vaak uit de hand gegeten. Ze lenen zich ook perfect om te drogen. 4. Japanse peer of nashipeer - Pyrus pyrifolia. Deze peren, ook wel appelperen genoemd vanwege de ronde vorm, doen het goed in ons klimaat en zijn lekker. Ook de bloemen zijn erg mooi. 5. Moerbei - Morus nigra. Deze boom vormt gedurende een groot deel van de zomer vruchten die qua vorm wat weg hebben van bramen. De vruchten zijn een delicatesse. Het bijzondere is dat er meer vormen van bladeren aan één boom kunnen zitten. 6. Hazelnoot - Corylus avellana. Strikt genomen past deze boom niet in het rijtje. Het gaat hier om de eetbare kern van de vrucht van de hazelaar. Maar ook noten zijn lekker en leuk om zelf in de tuin te kweken. 7. Amandel - Prunus dulcis. De amandel is de pit van de amandelvrucht, te vergelijken met de abrikozenpit. Net als voor de hazelnoot geldt dat ze lekker zijn en leuk om zelf te kweken, en ze hebben een prachtige bloei in het zeer vroege voorjaar.
Tip de redactie |
|