Hoveniersbedrijven hebben antwoord op klimaatproblematiek, maar steken vinger niet op |
|
|
|
|
| 144 sec |
'Hovenierssector moet verantwoordelijkheid nemen en met antwoorden komen'
Copijn is vooral bekend als het oudste boomverzorgingsbedrijf van Nederland, maar met de markttak groen, aanleg en beheer verzorgt dit bedrijf ook hovenierswerkzaamheden. Daarbij gaat het niet om particuliere stadstuinen, maar bijvoorbeeld om het miljoenenproject Afas Experience Center of de tuin van de Canadese ambassade. Als grote speler in de sector betreurt Copijn soms dat de hovenierssector zo versnipperd is. 'Als je groter bent, doe je meer aan kennisdeling en professionalisering.'
Hans Jansen en Gerrit van Engelenburg (l) |
Copijn is het tweede hoveniersbedrijf dat ik in Utrecht bezoek. Het bestaat uit drie marktgroepen: boomspecialisten, landschapsarchitecten en de groep groen, aanleg en beheer. Ik heb een afspraak met Hans Jansen, hoofd van de marktgroep groen, aanleg en beheer, en operationeel directeur Gerrit van Engelenburg. Beide heren hebben een hoveniersopleiding genoten en brede ervaring opgedaan in de groensector.
Lange adem
Copijn richt zich bij de aanleg van binnen- en buitentuinen op de zakelijke markt. Van Engelenburg: 'Wij zijn niet op de particuliere markt ingericht. Het gebeurt soms wel, maar dat is dan echt een uitstapje.' Zo heeft Copijn enkele private landgoederen in beheer en de tuin van de Canadese ambassade. Jansen: 'Wij doen veel langlopende projecten, waarvoor we meer tijd en ruimte nodig hebben.' Van Engelenburg: 'We willen graag zo vroeg mogelijk in de keten aanhaken, dus zoeken we aansluiting bij architecten en projectontwikkelaars. Ons werk is laatcyclisch. Waar de gemiddelde hovenier voor een tuin binnen drie weken uit en thuis is, kunnen wij vijf jaar lang bezig zijn met een project. Dit vraagt om een andere organisatie en inzet. Als het project een opdracht wordt, gaan we dat samen met een aantal co-makers realiseren.'
Consolidatie
Hoe kijken de twee heren naar de huidige Nederlandse hovenierssector? Van Engelenburg: 'De omzet zou wel wat meer geconsolideerd mogen worden. Er zijn nu veel kleine hoveniersbedrijven actief in de markt. Maar als je groter bent, doe je meer aan kennisdeling en verdere professionalisering. Ik denk dat dit de sector ten goede zou komen. In 2016 waren er zo'n 9500 hoveniersbedrijven met een kleine 20.000 medewerkers en dat aantal zal alleen maar gegroeid zijn. Ik weet niet of dat nu zo gezond is. Niet iedereen hoeft natuurlijk een enorm bedrijf te hebben, maar vanaf een man of tien, vijftien ga je al meer investeren in je bedrijf en je medewerkers. De hovenierssector zou daardoor een stuk professioneler worden. En door die professionele markt creëer je ook weer meer waarde met zijn allen.' Jansen: 'Het wordt warmer en natter in ons land. Hoe ga je daarmee om? Als een- of tweepitter heb je geen tijd om je daarmee bezig te houden of kennis over dat onderwerp te delen.' Van Engelenburg voegt daaraan toe: 'Ik denk dat hier een rol is weggelegd voor de hoveniersector.' Jansen: 'Samen kom je verder door kennisdeling. Groen kan een antwoord zijn op veel hedendaagse problematiek, maar alleen met een stukje professionalisering en als we die verantwoordelijkheid nemen.'
|
‘Positief dat een steeds grotere groep mensen bezig is met groen’
| |
|
Groene balans
Jansen: 'Ik wil vooropstellen dat de toename van het aantal bedrijven en de focus op onze sector ook een positieve kant hebben. Het is positief dat een steeds grotere groep mensen bezig is met groen. Als sector moeten we elkaar daarin steunen en stimuleren, grof gezegd: het slechte imago van onze sector samen bestrijden. Alles wat groen promoot, is goed. Die groene zaadjes moeten we overal planten, willen we de balans tussen mens en natuur terugbrengen. We zijn op de goede weg, maar we hebben nog een lange weg te gaan.' Van Engelenburg: 'Als je een willekeurige advertentie bekijkt, zie je die toenemende aandacht voor groen ook. Altijd is er wel ergens een plant in beeld.'
Jansen: 'Die aandacht voor groen is weleens anders geweest. Als ik 25 jaar geleden met een architect praatte over groen, werd er gezegd: "Ik heb aan een zak graszaad genoeg. Het gaat mij om het gebouw." Dat hoor je steeds minder; architecten en projectontwikkelaars onderkennen het belang van groen steeds vaker. Daar heeft bijvoorbeeld de BREEAM-certificering ook aan bijgedragen. Dat zorgt voor prestige en helpt met financiële prikkels om te kiezen voor groen bij gebouwen. Allemaal factoren die groen werk en groene beleving verder op de kaart zetten. Dat helpt, want uiteindelijk gaan consumenten dat kopiëren.'
Copijn
Sinds 1966 14 personeelsleden in de groep groen, aanleg en beheer Ca. € 45 excl. btw, afhankelijk van de reisafstand
|
| Gerrit van Engelenburg werkte geruime tijd in Engeland voor diverse grote groenbedrijven, waaronder internationaal groenaannemer Idverde. Een bedrijf dat inmiddels ook in Nederland is gevestigd door de overname van BTL. Toen bekend was dat de brexit werkelijkheid werd, besloot Van Engelenburg terug te keren naar Nederland, waar hij direct startte bij Copijn. |
|
|
| De loopbaan van Hans Jansen startte na de RHSTL-opleiding in Boskoop (nu Larenstein) bij een vasteplantenkweker. Daarna werkte hij zo'n veertien jaar bij een hoveniersbedrijf, veertien jaar bij Arcadis en inmiddels heeft hij er alweer zesenhalf jaar bij Copijn op zitten. Hij heeft de sector ten goede zien veranderen in zijn carrière. Jansen: 'De aandacht voor groen is gegroeid.' |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|