Prunus incisa 'Kojou-no-mai' |
|
|
|
Ronald Houtman,
maandag 15 juni 2020 |
|
| 150 sec |
De voorjaarsbloesem van sierkersen is onovertroffen. Na enige tijd iets aan populariteit te hebben ingeboet, zijn ze weer helemaal terug. Dat het niet alleen om (laan)bomen gaat, bewijzen de cultivars van Prunus incisa, in het bijzonder de topper 'Kojou-no-mai'.
|
Sakura
Dit is Japans voor kersenbloesem. Tijdens de bloei van de Japanse sierkersen wordt in Japan het kersenbloesemfeest, Hanami Matsuri, gevierd. Volgens de Japanse traditie viert men de lente picknickend met vrienden en familie onder de bloeiende sierkersen. Maar sakura betekent meer dan alleen kersenbloesem; het staat voor zowel het nieuwe begin als voor de vergankelijkheid van het leven. Dit laatste wordt gesymboliseerd door de uiteenvallende bloemen wanneer de bloei voorbij is. De bekendste plaats om dit in Nederland te zien, is het Amsterdamse bos. In Japan, waar deze traditie uiteraard veel belangrijker is, zijn op talloze plaatsen honderden, zo niet duizenden sierkersen aangeplant ten behoeve van deze traditie. Bij Sakura gaat het in eerste instantie om boomvormige sierkersen, voornamelijk van de soorten Prunus serrulata en P. yedoensis. De plant waar dit artikel over gaat, zal nooit een boom worden: Prunus incisa 'Kojou-no-mai'. Eronder picknicken is dan ook nauwelijks mogelijk.
Prunus incisa
De Fuji-kers, Prunus incisa, is dus geen grote boom, maar een struik die na vele jaren tot een kleine boom kan uitgroeien. Oude exemplaren kunnen 6-8 m hoog worden, maar gewoonlijk wordt P. Incisa niet veel hoger dan een meter of vier. Van nature komt P. Incisa voor in het zuidwesten van Japan. Het is in de meeste gevallen dus een dichtvertakte struik, met een onregelmatige kroonvorm. De vorm is min of meer waaiervormig tot rond. De twijgen zijn dun, wat de fijne structuur van de Fuji-kers versterkt. De donkergroene bladeren hebben een dubbelgezaagde bladrand. De bladeren verschijnen tegelijkertijd met het uitbloeien van de bloemen. Hierdoor is de bloei steeds goed zichtbaar. De kleine, iets klokvormige bloemen zijn enkelvoudig en hangen iets naar beneden. Ze zijn wit tot lichtroze. In de herfst kleurt het blad geel tot dieporanje voordat het afvalt. Er is een aantal prachtige cultivars; de bekendste daarvan zijn: 'February Pink', 'Midori-zakura', 'Oshidori' en 'Yamadei'. 'February Pink' bloeit zeer vroeg (februari-maart) met zeer lichtroze, enkelvoudige bloemen. Hij groeit iets regelmatiger en krijgt een breed piramidale kroon. 'Midori-zakura' is een brede struik met witte bloemen en groene kelkjes, waardoor deze cultivar een frisse, lichte uitstraling heeft. 'Oshidori' is een beetje een uitzondering. Hij vormt een kleine boom met een vaasvormige groeiwijze en bloeit met gevulde, lichtroze bloemen, die iets donkerder worden bij uitbloeien. 'Yamadei', ten slotte, wordt soms gezien als een natuurlijke vorm met witte bloemen en groene kelkjes. En dan is er natuurlijk de topper 'Kojou-no-mai'.
|
De Fuji-kers, Prunus incisa, is dus geen grote boom, maar een struik die na vele jaren tot een kleine boom kan uitgroeien
| |
|
'Kojou-no-mai'
Een relatief langzaam groeiende middelgrote tot grote struik, die uiteindelijk, na circa 15 jaar, zo'n 2,5 m hoog en breed wordt. De twijgen hebben een duidelijke zigzagstructuur. De bladeren zijn als die van de soort en lopen eveneens uit als de bloei vrijwel voorbij is. In de herfst kleuren de bladeren prachtig oranje tot rood voordat ze afvallen. De bloemen openen vanaf begin maart tot begin april, afhankelijk van de temperatuur. De bloemknoppen zijn lichtrood. De bloemen zijn enkelvoudig en lichtroze met een donkerder hart, dat donkerder wordt naarmate de bloem ouder wordt. De fijne plantstructuur wordt versterkt door de delicate bloesem van 'Kojou-no-mai'. Hij is vóór 1985 door de Japanner Shizuo Akaike in het wild gevonden op de flanken van Mount Fuji.
Toepassing
'Kojou-no-mai' groeit het best op vruchtbare, vochthoudende grond. Wel moet de bodem goed doorlatend zijn, want de plant kan slecht tegen stilstaand water rond de wortels. Vooral 's winters kan dit problematisch zijn. Als in het voorjaar twijgen dood blijken, is dat vaak een teken dat de plant 's winters te nat heeft gestaan. Vanwege het gedrongen formaat is de plant breed toepasbaar. Antoon Rijnbeek Handelskwekerij uit Boskoop beveelt 'Kojou-no-mai' aan voor toepassing in kleinere tuinen, parken, op begraafplaatsen etc. 's Zomers is het een onopvallende heester, maar tijdens de bloei en ook als het blad in herfstkleur staat, is het een ware blikvanger. Tegen een donkere achtergrond komen de kleuren prima tot hun recht. Maar ook in borders met bollen (bijvoorbeeld gele, witte, roze of paarse tulpen) en vaste planten als onderbegroeiing zijn prachtige combinaties te maken. De fijne structuur past ook goed in meer verfijnde ontwerpen waarin met (blad)structuren wordt gespeeld. Een plek in de volle zon of halfschaduw is aan te bevelen. 'Kojou-no-mai' is prima winterhard.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
krol
Sunday 20 March 2022 |
|
wij hebben al jaren plezier van onze kojou-no-mai,echter dit jaar geen ENKELE BLOEM?!? Hoe zou dat komen? graag een tip. groeten Karen |
|
|
Tip de redactie
|