Hoger beroep afgewezen: Hovenier De Boer moet dwangsom betalen

De Raad van State vindt dat de gemeente Noordenveld terecht een dwangsom aan hoveniersbedrijf Albert de Boer in Peize heeft opgelegd.
In een einduitspraak verwerpt de hoogste bestuursrechter het hoger beroep van De Boer tegen het gemeentelijke dwangsombesluit. Met de dwangsom wilde de gemeente een eind maken aan de overlast van bedrijfsactiviteiten van De Boer op locatie De Pol. Daar woont De Boer en houdt hij kantoor.
Last van uitdelen werkopdrachten
Buurvrouw Heimink kreeg erg veel last van het laden en lossen van stenen en grind en het 's ochtends mondeling uitdelen van werkopdrachten. Door alle heisa is De Boer intussen verhuisd naar het bedrijventerrein in de buurt en heeft hij alleen nog een woning en kantoor naast het huis van de buurvrouw.
De Raad van State vindt dat de gemeente terecht een dwangsom aan De Boer heeft opgelegd omdat hij daar dingen deed die het bestemmingsplan niet toelaat.
Geen schadevergoeding
De Raad is het ook niet met De Boer eens dat hij door de dwangsomaffaire zoveel schade heeft opgelopen dat de gemeente die zou moeten vergoeden. Een schadevergoeding werd dan ook niet toegekend.
Ook het hoger beroep van buurvrouw Sonja Heimink wuift de Raad van State weg. Volgens de buurvrouw zou De Boer nog steeds overlast nabij zijn woning kunnen veroorzaken en zou er niets worden gedaan aan het uitdelen van werkopdrachten.
Max 60.000 euro
Volgens de hoogste bestuursrechter verbiedt de dwangsom van de gemeente elke laad- en losactiviteit voor het hoveniersbedrijf en mogen er ook geen werkopdrachten meer over het terrein worden geschreeuwd. Als De Boer zich daar niet aan houdt kan de dwangsommeter oplopen tot maximaal 60.000 euro.