| |||||||||||||
Het energielabel speelt een zeer significante rol bij de verduurzaming van de Nederlandse woon- en werksector. Vorig jaar bleek uit een onderzoek van Kadaster dat het energielabel van grote invloed is op de koopprijs van woningen en dat er steeds meer woningen met een goed label (A, B of C) verkocht worden. Vanaf 2030 moeten alle woon- en werkruimtes in Nederland een energielabel van D of hoger hebben. Ook in de EU worden panden met het label F of G uitgefaseerd. Maar hoe wordt er landelijk voor gezorgd dat dit label zo accuraat en objectief mogelijk is?
Gekwalificeerde energielabeladviseur Een paar jaar geleden lieten huiseigenaren het energielabel nog eenvoudig bepalen via een online formulier met ongeveer een tiental vragen. Omdat dit systeem gevoelig voor fraude en moeilijk te controleren was, kan het energielabel van een pand of woning sinds 2021 alleen worden bepaald door een gekwalificeerde energielabeladviseur. Die meet aan de hand van zo’n 150 verschillende maatstaven hoe energiezuinig het pand is. Vakkundige expertise is hierbij van groot belang om een exact en volledig beeld van de situatie te geven en maakt het bovendien mogelijk om een goede inschatting te maken van de effectiviteit van energiebesparende maatregelen. Toch blijven de beoordelingen soms tot een zeker niveau onderhevig aan menselijke subjectiviteit en is de kritiek geuit dat dezelfde woning soms van verschillende adviseurs een ander label toegewezen kreeg. Publieke toezichthouder Volgend jaar wordt een wetsvoorstel ingediend om de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) aan te stellen als orgaan dat de kwaliteit van het energielabel bewaakt. Als publieke toezichthouder zal het TloKB erop toezien dat de geldende voorschriften worden nageleefd en is de organisatie verantwoordelijk voor het controleren van de betrokken partijen en instellingen. Deze maatregel is bedoeld om de kwaliteit en effectiviteit van het energielabel te verbeteren en ervoor te zorgen dat het een objectieve maatstaf blijft die bijdraagt aan het behalen van Nederlandse energiedoelen. Technologische innovaties Naast kritiek dat menselijke beoordeling niet altijd volledig objectief is, zijn energielabelinspecties ook tijdrovend en kosten ze veel geld. Door beoordeling van adviseurs te combineren met innovatieve meet- en analysetechnieken, is het mogelijk om deze knelpunten te adresseren. Een voorbeeld is het gebruik van 3D-scans voor gebouwen, waarmee gedetailleerde en nauwkeurige modellen van de gebouwstructuur worden gemaakt. Dit helpt bij het bepalen van isolatiewaarden en energieprestaties met meer precisie. Daarnaast kunnen infraroodcamera’s worden ingezet om warmteverlies op te sporen, bijvoorbeeld bij slecht geïsoleerde daken, ramen en muren. Dit geeft een duidelijk visueel beeld van de energieprestaties van een gebouw en biedt directe aanwijzingen voor verbeteringen. Ook wordt er gewerkt met geavanceerde data-analyse en digital twins. Een digital twin is een virtuele kopie van een gebouw waarin real-time en historische gegevens worden verwerkt. Hiermee kunnen verschillende scenario's worden gesimuleerd om inzicht te geven in energieverbruik en optimalisatie van de prestaties. Een ander veelbelovend initiatief is het opzetten van een overheidsgebouwendossier. Dit systeem fungeert als een centraal digitaal archief waarin het projectdossier van het energielabel eenvoudig ingezien en bijgewerkt kan worden op basis van nieuwe controles of uitgevoerde energiebesparende maatregelen. Dit maakt het mogelijk voor energielabeladviseurs en andere belanghebbenden om snel en eenvoudig toegang te krijgen tot actuele en betrouwbare informatie. Moderne technologieën maken het mogelijk om nauwkeuriger en sneller gegevens te verzamelen, analyseren en terug te vinden. Dit vermindert niet alleen de kans op menselijke fouten, maar verkort ook de tijd die nodig is voor een inspectie en verlaagt daarmee de kosten. Zo ontstaat een efficiënter proces dat zowel betrouwbaar als toegankelijk is. Deze ingezonden mededeling valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van Stad & Groen
Tip de redactie |
|